Blijf je klusjes in huis maar uitstellen? Deze psycholoog legt uit hoe dat kan
Is een huis ooit echt af? Grote kans dat er altijd nog wel klusjes op de planning staan die je ooit wil oppakken, maar waarom stellen we dat zo vaak uit? Een neuropsycholoog geeft uitleg.
En ze geeft ook tips: zo kom je van dat uitstelgedrag af.
Uitstelgedrag? Dit is waarom we klusjes in huis niet meteen oppakken
Die ene loshangende plint, de muur die nog wel een nieuwe lik verf kan gebruiken of die lamp in de slaapkamer waarvan het peertje het al eeuwen niet meer doet: grote kans dat ieder huishouden deze situaties herkent. Het zijn in sommige gevallen zelfs situaties waar je dagelijks last van hebt, maar toch lijken we massaal klusjes in huis uit te stellen. Neuropsycholoog Margriet Sitskoorn weet wel waar dit door komt, en schreef er het boek Ik2 (‘ik kwadraat’) over. Aan de Volkskrant geeft ze het verlossende antwoord op de vraag waarom we dingen uitstellen, en dat blijkt niet echt moeilijk te zijn. “Het klinkt nogal voor de hand liggend dat je iets niet doet omdat je er geen zin in hebt. Nou, dat is ook gewoon zo.” Simpeler kan haast niet.
Zo los je uitstelgedrag op
Hoewel dat gebrek aan enthousiasme om bepaalde klusjes in huis aan te pakken behoorlijk bekend klinkt, kan het heel wat irritaties opleveren. Iedere dag over die kapotte traptrede heenstappen of geen gebruik kunnen maken van een lamp omdat er geen werkend peertje inzit: het zijn misschien luxeproblemen, maar het kan wél vervelend zijn. Gelukkig biedt Sitskoorn in haar boek ook de oplossing, waarmee je gegarandeerd van je uitstelgedrag afkomt: implementation intention. Met deze methode ga je in gedachten iedere stap af die nodig is om de klus uit te voeren: van in de auto stappen tot materialen halen en van gereedschap klaarzetten tot achteraf opruimen. Hoe dit helpt? “Hierdoor zet je je hersenen in een actieve modus, je hebt het al zien gebeuren,” aldus Sitskoorn. Ook een goede voorbereiding is het halve werk: niets zo vervelend als er halverwege achterkomen dat je iets bent vergeten.
Bron | de Volkskrant