Waarom je je kaarsen beter in de vriezer kunt bewaren

Je kaarsen én kandelaars zullen je dankbaar zijn.

Kaarsen in de vriezer bewaren

Natuurlijk is een beetje gesmolten kaarsvet rondom een kaarsenhouder niet zo erg, maar als je vaak last hebt van druipende kaarsen en je geen zin hebt in geknoei op je tafelkleed of meubels, leg je kaarsen dan eens in de vriezer. Door je kaarsen een nachtje (maar minimaal een paar uurtjes) in de vriezer te leggen voordat je ze aansteekt, voorkom je dat je kaarsen gaan druipen. De kou zorgt ervoor dat ze minder snel smelten. Je voorkomt niet alleen het druipen; doordat ze een stuk minder hard branden, heb je er ook nog eens langer plezier van. Een andere optie is om je kaarsen even in zout water te laten weken om het druipen te voorkomen. Droog ze na het weken niet af, maar laat ze rustig opdrogen. Hierdoor zullen je kaarsen mooier branden.

Lees ook: Kaarsvet verwijderen

Is het kwaad al geschied en heb je toch kaarsvet gemorst? Dan bestaan er een hoop verschillende trucjes om het weer los te krijgen. Maar ook daarbij komt de vriezer handig van pas. Krijg je bijvoorbeeld het kaarsvet niet meer van de kandelaar of wil je het laatste restje kaarsvet uit een opgebrande kaars in een glazen potje krijgen? Leg het dan een paar uurtjes in de diepvries. Het bevroren kaarsvet wordt hierdoor heel hard, waardoor het gemakkelijker loskomt. Je kunt een klein mesje gebruiken om de restjes los te tikken.

Kies de juiste plek voor je kaarsen

Om je kaarsen mooier te laten branden, langer mee te laten gaan én ervoor te zorgen dat ze minder druipen, is naast de vriezer ook de plek waar je ze neerzet van invloed. Zo staat een schaal vol met kaarsen heel gezellig, maar al die warmte zorgt ervoor dat de kaarsen sneller smelten. Zet ze dus iets verder uit elkaar als je wilt dat je kaarsen langer meegaan. Let er daarnaast op dat je de kaarsen niet op een tochtige plek plaatst. Je zult zien dat wanneer je kaarsen in de buurt van een deur of raam staan, één kant van de kaars sneller zal smelten, waardoor die sneller opbrandt. Als dit gebeurt op een plek waar het niet tocht, draai dan je kaarsen steeds een kwartslag. Zo voorkom je dat er één kant harder gaat dan de ander.

Bron | The Daily Dutch, Babbels en brabbels, Radio2
Beeld | Getty Images