PREMIUM
Zou Jaap nu zijn kind vinden? En wat gaat hem dat brengen? Straks vinden we helemaal niemand, dat kan ook nog
Om acht uur de volgende ochtend stappen ze in de bus die ze van het parkeerterrein naar de vertrekhal brengt. Het is druk. Mensen, koffers...
Vorige week: Anna vertelt Sanne over de angstaanvallen dieJaap in het verleden heeft gehad.
“Druk al, ondanks de vroegte,” zegt Sanne. Ze kijkt jaloers naar alle mensen die een zitplaats hebben gevonden. Het koffervak staat propvol; overal in het gangpad staan ook koffers kriskras neergezet. Jaap zwijgt. Maar een andere man antwoordt haar wel.
“Nou, het ergste moet nog komen, wijfie,” zegt hij. “Wij hebben overal rekening mee gehouden. Wij vliegen vanmiddag om 15.18 uur. Toch, Toos?” Een roodharige vrouw knikt. “Ja. 15.18. Alles is op schema.”
Gekkenhuis
Door mensen als jullie ontstaan die achterlijke wachtrijen, denkt Sanne. Maar ze is te beleefd om dat te zeggen. In plaats daarvan zegt ze: “Groot gelijk! Wij vertrekken pas morgenmiddag. We hebben wegwerpslaapzakken bij ons.” Daar moeten sommige mensen in de bus hardop om lachen. Toos en haar echtgenoot snuiven. Jaap bromt: “Volgende keer huur ik een privévliegtuig.” Daarna is het stil in de bus. Iedereen ondergaat gelaten de tocht naar de vertrekhal en iedereen verlaat opgelucht de benauwde bus.
“Sterkte vandaag nog, jongen,” zegt Jaap tegen de chauffeur, als ze uitstappen. Die zucht en rolt met z’n ogen.
“Wat een gekkenhuis is het. Jullie succes met de wachtrijen!”
Maar die lijken toch nog redelijk mee te vallen. Binnen een uur hebben ze hun koffer ingecheckt en kunnen ze aansluiten in de rijen bij de douane. Daar duurt het langer. Er is maar één poort open, achter de andere band staan drie mensen in uniform met elkaar te praten en te lachen.
Onprettig
“Hé, gooi die kant effe open! Steek effe je fikken uit je mouwen, klojo!” roept een jonge man. Hij krijgt flink bijval van alle kanten. “Wilt u me niet aanraken? $#v&*!” Een vrouw vloekt stevig, als er iemand achter haar niet oplet en tegen haar aan loopt.
“Ik vind dit zo onprettig,” fluistert Sanne. “Dat is het understatement van het jaar,” zegt Jaap. “Doe je oortjes in en zet een podcast op. Dan hoor je die ellende niet. Ik ga het ook doen.”
Zo doorstaan ze de wachtrij. Als ze eenmaal geholpen worden, gaat het snel. Sanne zegt tegen iedereen dank u wel. Iedere medewerker krijgt een vriendelijke glimlach. Ze hoort ook dat Jaap heel beleefd is tegen iedereen. En als ze er allebei doorheen zijn, verzucht Jaap: “Ik benijd die mensen niks. Wat een baan. Wat een ellende. Laten we maar snel doorlopen naar de gate. Shoppen doen we wel op Samos. Onze vlucht gaat al snel boarden, denk ik.”
“Ik krijg een beetje het idee dat ik nu te voet naar Samos ga,” hijgt Sanne, terwijl ze flink doorstappen op de loopbanden. ‘Mind your step!’ En op weer een band.
Ze kunnen meteen doorlopen met hun boardingpas.
“Goedemorgen!” groet een vriendelijke steward.
“Goedemorgen!” groet Sanne opgelucht terug. Ze zingt dat woord bijna. We hebben het gehaald! Ze juicht geluidloos en dan zakken ze meteen neer op de eerste rij, waar ze stoelen heeft geboekt vanwege de beenlengte.
“Nu ben ik weer blij,” verzucht Jaap.
“Nou. Ik ook!”
Nerveus
Ze bestellen koffie, pakken krant en e-reader erbij en installeren zich voor een rustige vlucht naar Samos. Maar voordat Sanne zich in haar boek verdiept, denkt ze aan wat Anna haar vertelde. Wat verdrietig, die miskraam. Wat een leuke vader zou Jaap zijn geweest. Lief en zorgzaam. Zou Jaap nu zijn kind vinden? En wat gaat hem dat brengen? Brengt dat straks vrede en rust? Of spiegelt het verlangen je een sprookje voor en is de werkelijkheid een nachtmerrie? Want hoezeer Sanne ook hoopt op een gelukkig einde van deze zoektocht, ze houdt er ernstig rekening mee dat het weleens in een nachtmerrie zou kunnen eindigen. In het ergste geval vinden ze helemaal niemand! Dat kan. Ze zucht ervan.
“Ben je een beetje nerveus?” vraagt Jaap.
“Altijd, voor vertrek,” jokt ze.
“Ik hou je hand wel vast,” belooft Jaap. Ze lacht. “Kijk. Dat helpt!”
Volgende week: Eenmaal geland op Samos begint hun avontuur, in een gehuurde cabrio.