PREMIUM
‘Tante Sanne? Met Loes. Er is iets ergs gebeurd met papa. Kun je hierheen komen?’
Als Sanne nietsvermoedend en nog nagenietend van de gezellige feestdagen de telefoon oppakt en haar zus te spreken krijgt, slaat de schrik haar om het hart.
Vorige week: Sanne wordt bruut wakker geschud uit haar droom: er is brand!
Het was een heerlijke kerst en Sanne genoot van haar huis vol lieve leuke mensen. Iedereen lachte en had een heerlijke avond. Haar zwager Willem betrapte ze in de tuin, waar hij stond te roken bij de resten van haar tuinhuis. Hij zag er triest uit.
“Ik wilde even wat frisse lucht,” verontschuldigde hij zich. En even dacht ze dat hij had gehuild. Maar dat had ze vast verkeerd gezien. Want hij lachte naar haar, toen de stem van Cathy door de tuin snerpte: “Will? Ben je nou nog niet terug met dat bier?! Neem er eentje extra mee voor Daan!”
“De plicht roept,” zei hij en hij gooide zijn peuk in de afgebrande puinhoop.
“Pas maar op,” lachte Sanne. “Straks wijzen ze jou aan als brandstichter!” En ze had gelachen toen hij zei: “Ach, dat kan er ook nog wel bij.” Daarna was hij naar de schuur gelopen om bier te halen.
Aan het eind van de avond had ze Rinke nagekeken, die eerder wegging, omdat ze voor de krant op pad moest. Toen overviel haar even diezelfde triestheid als bij haar zwager Willem. Maar ze had het van haar afgezet. Niet iedereen kan altijd maar onbevangen door de wereld heen huppelen. En je moet niet in ieders dal mee willen lopen, had juffrouw Schaap ooit tegen haar gezegd.
Met oudjaar was ze alleen geweest met Jaap. Het was een heerlijke avond die begon met een fantastische kaasfondue volgens Jaaps beproefde recept en die eindigde rond de tafel met Daan en Abel die nog even gelukkig nieuwjaar kwamen wensen. Traditioneel liepen ze op nieuwjaarsdag op het strand met Saar en dronken daarna warme chocolademelk mét slagroom. Die middag maakte Sanne de kleine houtkachel aan. Ze zette de oven aan voor bitterballen en schonk twee glazen port in. Jaap zat te lezen, Saar lag aan zijn voeten. Terwijl ze de port op de bijzettafel zette, bedacht ze dat zo haar sprookje eruitzag. Precies zo. Met die houtkachel en Jaap en de hond. En natuurlijk die bitterballen.
En toen ging de telefoon.
Sanne kijkt op de display. Cathy. Ze neemt op.
“Hé, lieve zus! Nog de beste wensen, jij!” Aan de andere kant van de lijn hoort ze gesnotter en gesnik.
“Cathy, wat is er aan de hand?” Jaap kijkt op en gaat rechtop zitten.
“Cath? Praat eens tegen me?”
“O, Sanne! Ik...” Er is niets van te verstaan. Ze hoort hoe Cathy haar naam kreunt en er is veel geluid dat ze nauwelijks kan thuisbrengen. Dan klinkt er ineens een kordate stem door de telefoon.
“Tante Sanne? Met Loes. Er is iets ergs gebeurd met papa. Kun je hierheen komen?”
“Lieverd! Ja, natuurlijk. Ik kom meteen. Tot zo.” Ze klikt het gesprek weg en zegt tegen Jaap: “Er is iets ergs gebeurd met Willem. Dat zei Loes. Cathy is helemaal overstuur. Ik ga erheen.”
“Loes?” Jaap kijkt vragend.
“Eén van de dochters. Ze hebben er twee. Loes en Marijke. Och hemel, Willem.... Ik ga meteen.”
“Zal ik met je meegaan?” vraagt Jaap. Ze schudt haar hoofd.
“Nee, doe maar niet. Als het belletje gaat, zijn de bitterballen klaar. En er staan nu twee glazen port voor je! Houd de kachel in de gaten, hè?”
“Gaan we doen!” zegt Jaap. “Houd je me op de hoogte?”
“Doe ik,” belooft Sanne.
Als ze in de auto zit, voelt ze hoe haar buik ineen krimpt. Er is iets ergs met Willem. Wat zou er zijn? Is hij ziek? Misschien is er een uitslag gekomen van iets? Nee, op nieuwjaarsdag, dat kan helemaal niet. Maar wat dan? Gevallen? Ja, dat zou kunnen. Misschien is hij lelijk gevallen. Van de trap. Of in de badkamer. En Cathy is wel vaker hysterisch over niks. Daarmee stelt ze zich maar even gerust. Want ze beseft dat het erger is. Veel erger. Anders zou Loes de telefoon niet van Cathy hebben overgenomen. En Loes wilde duidelijk door de telefoon niets zeggen. Waarom niet? Omdat ze dan waarschijnlijk over haar toeren in de auto zou zijn gestapt. En dat wil niemand. Het zweet breekt haar nu uit. Als ze de straat van Willem en Cathy in rijdt, wordt dat nog erger. Voor het huis staan twee politieauto’s.
Volgende week: terwijl ze wachten op de dokter ontfermt Sanne zich over Cathy.