PREMIUM
Sanne vertelt juffrouw Schaap over de zoektocht
“We hebben een gemeenschappelijk doel, juffrouw Schaap,” zegt Sanne op een middag, als het rustig is in De Roos en de Koekoek en ze er even tussenuit is geglipt om bij juffrouw Schaap in haar pipowagen het verhaal te vertellen over de zoektocht. “We hebben nog niet echt een start gemaakt met onze zoektocht, maar we gaan alles inventariseren op grote vellen papier. Die hangen we op de muur van de logeerkamer. Dan krijg je zo’n wand, net als je weleens ziet in een film, als iemand op zoek is naar een seriemoordenaar.”
Vorige week: Eindelijk vertelt Jaap waar hij al zo lang mee zit: hij heeft een dochter.
“Weet je wel? Met foto’s en pijlen en zo. Hartstikke gaaf. Nou ja, er hangt nu nog niks. Maar we gaan er echt mee aan de slag.”
‘Dus Jaap heeft een kind’
Schaap knikt bedachtzaam. “Dus Jaap heeft een kind,” zegt ze nog eens. Ze spreekt de woorden zo langzaam uit, alsof ze erop kauwt.
“Hij had in elk geval een zwangere vriendin die is weggelopen,” knikt Sanne. Schaapje zit onderwijl met haar pendel te spelen. Het kristal draait grote kringen boven de kleine tafel. Schaapje pakt het vast en bergt het weer op in het kleine fluwelen zakje dat ze altijd in de zakken van haar jurk bewaart. “Die Jaap,” mompelt ze.
De speurtocht
“Als u kunt helpen met de speurtocht, dan horen we het graag hè?” oppert Sanne. “Lieve kind, ik denk dat het doel van deze speurtocht eerder in de speurtocht zelf ligt dan in wat er uiteindelijk aan het eind van de reis zal worden gevonden,” zegt Schaap. “De weg ergens naartoe is vaak belangrijker dan het beoogde doel. Onderweg leer je. En daar gaat het om. Lessen die moeten worden geleerd. Levenslessen.”
“Juist,” zegt Sanne. “U heeft vast gelijk. Maar ik dacht even dat het wel handig zou zijn als u die pendel boven de kaart van Nederland zou hangen en dat ‘ie dan aangaf dat de weggelopen vriendin op dit moment woonachtig is in Appelscha. Dat maakt alles een stuk makkelijker!” Schaap lacht met haar mee.
Een stukje chocoladecake als afleiding
“Appelscha is vast veel groter dan je nu denkt. Zelfs als je dat zou weten, is het nog een hele speurtocht. En vergeet niet, het grootste deel van de ontdekkingsreis speelt zich af in je hart. Vooral in dat van Jaap. Wil je nog een stukje chocoladecake?” Een hap chocoladecake van Schaap is voldoende om Sanne totaal af te leiden van het gesprek. En dan is er ook nog de stem van Rinke buiten de pipowagen, die roept: “Oma! Ben je daar?! Hier is Jeppe Jan! En kijk eens wat hij kan!”
Achterkleinkind
“Ga maar snel naar buiten en kijk wat dat achterkleinkind van je kan en doe de deur weer achter je dicht,” bromt Schaap. “Ik heb zo een klant en alle warmte vliegt eruit met die stuifsneeuw. Foei, wat is het koud. Hup, hup! Neem die cake maar mee!” Binnen een paar tellen staat Sanne op het trappetje van de pipowagen. Op het pad staat Rinke en op de slee zit Jeppe Jan. Hij zwaait naar haar en lacht twee ondertanden en twee boventanden bloot.
“Toe maar!” zegt Rinke. Hij slaat zijn ene been over de slee, gaat staan en loopt met gestrekte armen op haar af, zonder ook maar één keer te wankelen. En hij kraait van de pret. “Omiiiii!!!!” roept hij.
Omi
“Je zegt omi! Och, lieve liefie toch,” zegt Sanne. Onderwijl beseft ze wat voor effect die kleine op haar heeft. Ze is zó ondersteboven van zijn koppie en zijn levenspret, dat ze verzandt in reeksen woordjes variërend van ‘och’ tot ‘toch’ tot ‘manneke’, tot ‘liefie’. Terwijl ze Jeppe Jan optilt, zegt ze verontschuldigend tegen Rinke: “Er komt geen normaal woord meer uit als ik die kleine zie. Laat staan een hele zin!” “Liefde maakt niet alleen blind,” lacht Rinke. “In jouw geval maakt liefde sprakeloos!”
Zin in het nieuwe jaar
Sanne zet Jeppe Jan weer neer en hij loopt meteen terug naar zijn slee. Sanne kijkt hem vertederd na. “Een heel nieuw jaar om zomaar in te lopen op die kleine beentjes. Wat prachtig.” En dan ook nog eens een heel nieuw jaar om dat andere kind te zoeken. En die weggelopen aanstaande moeder. Ze voelt hoe blij ze wordt van die gedachte. “Ik heb echt zin in dat nieuwe jaar,” zegt Rinke, terwijl ze haar hand op het hoofdje van Jeppe Jan legt. Sanne knikt. “Nou! Ik ook!”
Volgende week: Sanne spreekt af met Marleen. De twee vriendinnen hebben een hoop bij te praten.