PREMIUM
'Je vindt die achternaam niet op internet, alsof-ie is verzonnen. Heel vreemd..’
Sanne gaat er eens goed voor zitten. Jaap heeft haar later het hele verhaal van de aangifte zó uitgebreid verteld, dat het was alsof ze erbij was. Nu vertelt ze het aan Marleen. En terwijl ze het vertelt, ziet ze het weer voor zich.
Vorige week: Sanne vertelt haar vriendin Marleen over de zoektocht van Jaap.
Het was 1979. Jaap woonde destijds in het centrum van Amsterdam, op een kamer, driehoog, aan de Oudebrugsteeg. Voor de aangifte ging hij naar bureau Warmoesstraat. Dat was een oud politiebureau, verveloos, afgeragd. Met een stel cynische dienders die in die hoerenbuurt nogal wat meemaakten.
Avonturen op het politiebureau
Jaap vertelde dat hij moest wachten op een rij stoeltjes in een gang. Hij had naast een huilende vrouw gezeten met gaten in haar kousen. “Bent u gevallen?” had hij gevraagd. “Die klootzak heeft me aan mijn haren alle trappen naar beneden gesleept,” had ze gesnikt. En toen was er een kerel binnen gestapt met dikke armen vol tatoeages. Ze had nog gegild: “Raak me niet aan!” Maar dat deed hij niet. Hij wees alleen maar naar de deur en ze begon meteen te rennen. Die man had hem niet eens aangekeken. Hij was kalmpjes achter haar aan gelopen, alsof het de normaalste gang van zaken was.
‘Dus je mokkel peert 'm?’
Toen mocht Jaap binnenkomen. Er zat een agent in overhemd, opgerolde hemdsmouwen, een peuk in zijn mond en een volle asbak naast de typemachine, waarin hij verveeld een nieuw vel papier draaide. Toen Jaap vertelde wat hij kwam doen, haalde de man meteen zijn vingers van de toetsen. “Dus je mokkel peert ’m en dan wil jij dat ik dat optik? Bijgoochem. Zitten er nog meer mensen in de gang?” Jaap had zijn hoofd geschud. Toen was de agent opgestaan en had gezegd: “Mooi. Dan is het pauze. Maak dat je wegkomt.” En Jaap ging.
Per slot van rekening had hij nergens haar paspoort kunnen vinden. En die paar kleren die ze had laten hangen, die had ze misschien niet meer nodig. Er lag niets belangrijks van haar op zijn kamer. En in de kamer in het kraakpand waar ze woonde, voordat ze bij hem introk, zat nu een stel andere krakers. Die hadden haar nog nooit gezien, zeiden ze. En waarom zouden ze daarover liegen? Toen Jaap naar buiten liep en rechtsaf de Warmoesstraat op ging, zag hij de vrouw die zo-even nog naast hem zat. Ze lag op de grond en een agent stond over haar heen gebogen. Een andere agent stond te bellen. Hij maande Jaap door te lopen. Hij zag bloed onder haar lichaam vandaan stromen.
Huilend op de Dam
Huilend is hij naar de Dam gelopen. Daar heeft hij een paar uur gezeten. Tegen Sanne had hij gezegd: “Toen ik de kracht had om naar huis te lopen, begreep ik dat de wereld een slechte plek is om te zijn. Ik heb er lang over gedaan om daarvan te herstellen. Om weer een beetje de zonnige kant te zien. Anna hielp me daarbij. Heel lief, vol aandacht. Uit dankbaarheid ben ik met haar getrouwd. En ik ben pas gescheiden toen Anna haar echte liefde vond.”
‘Als je ze ziet, dan begrijp je wat liefde is’
Als Sanne het zo allemaal tot in detail aan Marleen vertelt, grijpt het haar weer aan.“Anna is Jaaps ex-vrouw, hè? Eén van de Jacobians?” checkt Marleen. Sanne knikt. “Anna is nu samen met Marja. De meest liefdevolle mensen die je ooit hebt gezien. Nou ja, je kent ze een beetje, toch? Die twee vrouwen zijn alleen maar goed. Voor zichzelf, voor elkaar en voor iedereen om hen heen. Als je ze ziet, dan begrijp je wat liefde is.”
“Dus zij en Jaap waren meer vrienden dan geliefden. Dan was de scheiding voor hen ook niet echt aangrijpend,” begrijpt Marleen. “En konden ze prima bij elkaar blijven wonen in een woongroep. Nu snap ik dat ook beter.” Sanne knikt.“Er was totaal geen jaloezie. En dat zal er ook nooit zijn. Ze gunnen elkaar alle geluk van de wereld.”
Sherlock Holmes
“Maar Anna heeft die weggelopen vriendin van Jaap dus nooit gekend?” vraagt Marleen. Sanne schudt haar hoofd en lacht.“Nee, helaas Sherlock Holmes! Daar is geen aanknopingspunt!”“Ik krijg helemaal zin om mee te zoeken.”
“Hoe heette die vriendin eigenlijk?” vraagt Marleen aan Sanne.“Leontien Snellenbraak, maar je vindt die achternaam niet op internet. Alsof-ie is verzonnen. Heel vreemd.”
Volgende week: Sanne pakt de voorbereidingen op de zoektocht naar Jaaps ex serieus aan.