PREMIUM
‘Ik hoor het al,’ zegt Cathy, ‘jij wilt me ook een heel eind uit de buurt hebben’
In de boerderij zien ze de komst van Cathy niet zo zitten. Gelukkig blijkt zij nog in het bezit van een stacaravan
Vorige week: Sanne helpt Cathy met pakken en het vinden van tijdelijk onderdak.
“Dus heeft ze nu een chihuahua. Als troosthond. Het is een reu en hij heet Sjaak.”
Sanne vertelt het aan Jaap die een schaal boerenkoolstamppot op tafel zet. “Met jus, vegetarische spekjes, vegetarische rookworst en de complimenten van de Jacobians.”
“Wat zalig. Lang leve Marja en Anna,” verzucht Sanne.
Bij de eerste hap weet ze zich gewapend tegen wat Jaap haar gaat vertellen: mag Cathy in de stolpboerderij komen wonen? Want daarvoor heeft Jaap vandaag met iedereen in de stolp om tafel gezeten: zijn ex-vrouw Anna, haar vrouw Ria, de twee Oekraïense grootmoeders Lenka en Yulia en met Rinke, haar kleindochter. Alleen de kleine Jeppe Jan mocht niet meepraten, maar die kreeg een stem via zijn moeder Rinke. Ze kennen Cathy allemaal en wie Cathy eenmaal heeft ontmoet, vergeet haar niet snel. Sanne heeft zich dan ook voorbereid op een ‘nee’. En ze is vastbesloten dat die ‘nee’ haar eetlust niet gaat bederven.
Iéts te veel
“Wat zeiden ze over een eventuele komst van Cathy?” vraagt Sanne. Ze neemt gauw weer een hap. Die stamppot is heerlijk! Jaap schudt zijn hoofd.
“Ze zagen het niet zitten, lieverd. Ik hoop niet dat je er teleurgesteld door bent. Maar ze vinden allemaal Cathy net iets te veel.”
“Ik snap het helemaal. Ze is ook te veel. En nu nog met die chihuahua erbij. Dat is zo’n angst-bijtertje. Hij hing in mijn kuiten toen ik vertrok. Dat kan daar ook niet met de kippen en haan! Ik zou trouwens niet weten wie dat gevecht zou winnen, de haan of de chihuahua.”
“Nou, ik zou mijn geld zetten op de haan. Hoewel...” Sanne lacht, als Jaap opmerkt: “Begin nou niet te gokken, hè? Je ziet aan je zwager wat ervan komt!” Maar ze wordt meteen weer serieus.
“Weet je wel dat ik elke keer razend word van die reclames op tv en radio voor al die kansspelen. Dat doet de Staat, hè? Dat valt onder het ministerie van Financiën. En er zijn in Nederland ruim 80.000 mensen gokverslaafd. Ik word er misselijk van. Bah.” Sanne zucht. “Maar die boerenkool is zalig!”
De stacaravan
Jaap neemt nog een hap en zegt dan: “Rinke merkte nog op dat Willem en Cathy toch een stacaravan hebben? Op zo’n vakantiepark? Of hebben ze die niet meer?” Sanne laat bijna haar vork vallen.
“Ze heeft gelijk!” Ze praten er nog even over na. Waarom heeft niemand daaraan gedacht? Dat is dé oplossing!
“Misschien heeft Willem die ook wel verkocht om schulden af te lossen,” waarschuwt Jaap haar.
Ze belt er nog diezelfde avond over met haar zus. En tot haar verbazing zegt Cathy: “Ja, die heb ik nog. Ik heb destijds een eigen bedrijfje opgericht; een vakantie-verhuurbedrijf. Mijn administratie zit bij Will in de portefeuille. Ik verdien met de verhuur nog best een leuk bedrag. Maar ik ga daar niet zitten, hoor. Dan zit ik zo ver weg van iedereen! Nee, dat is leuk voor een weekje vakantie, maar niet om permanent te bewonen.” Sanne is stomverbaasd door haar reactie.
“Maar dan heb je toch gewoon voorlopig een plek?” zegt ze.
“Ik hoor het al. Jij wilt me ook het liefst een heel eind uit de buurt hebben. Loes en Marijke begonnen ook al over die caravan. Nou, dat doe ik mooi niet. Ik laat me niet opbergen ergens in een gat op de hei. Ik heb een beetje reuring om me heen nodig. Contacten. Terrassen. Winkels. Mijn leven is verdrietig genoeg op dit moment. Bovendien, in mijn stacaravan zijn honden niet toegestaan!” Ze zegt het bijna triomfantelijk.
Jakkes, die honden
“Hoezo? Mag dat niet op het park?” vraagt Sanne.
“Nee, het mag niet in mijn stacaravan. Ik vind het vies en het vraagt veel meer schoonmaak als iemand erin heeft gebivakkeerd met een hond. Ze slapen misschien wel op je bank! Jakkes, nee hoor. Honden verboden. Dus ik kan er niet in met Sjaak.”
“Maar dat is dus je eigen regel?” vraagt Sanne, zo mogelijk nog verbaasder dan daarvoor.
“Regels zijn regels,” zegt Cathy.
Dan is Sanne er klaar mee. Ze haalt diep adem en begint:
“Cathy, ik wil dat je nu even goed naar me luistert.”
Volgende week: Een onverwachte gast komt langs bij de Roos en de Koekoek.