PREMIUMAflevering 21
‘En de vader, is die nog in beeld?’ vraagt Anne-Claire. Rinke schrikt ervan
Ineens weet de hele redactie dat Rinke een kind heeft, ze wordt er ongemakkelijk van. Gelukkig roept uitgever Anne-Claire haar voor een klusje.
Vorige week: Als Rinke lekker bij haar oma en Jaap asperges zit te eten, gooit Jaap zijn oplossing op tafel.
“Een kind?!? Jij? Hoe dan?” Kim, de receptioniste bij de Groene Meerbode, schreeuwt het nog net niet uit over de lunchtafel. De overige gesprekken vallen meteen stil en iedereen kijkt naar Rinke.
“Ja eh… zwanger worden en bevallen,” antwoordt Rinke droog. In de korte tijd dat ze bij de krant stage loopt, heeft niemand een vraag over haar privésituatie gesteld. En het was zo druk met klusjes dat Rinke op haar stagebegeleider Dick de Niet na niemand heeft verteld over Jeppe Jan. Ze wil geen speciale behandeling. Of pijnlijke vragen te hoeven beantwoorden. Het gaat ze gewoon niets aan. Ze voelt paniek opkomen als ze de vragende ogen van haar collega’s ziet. Wat moet ze in hemelsnaam zeggen?
Rinke vertelt
Anne-Claire, de uitgever, schiet haar onverwacht te hulp door haar van de lunchtafel weg te roepen, zogenaamd om ergens mee te helpen.
“Joh… vertel. Je hebt een kind.” Zegt ze als ze naar een lege vergaderzaal lopen. En hoewel Rinke een paar seconden geleden nog duidelijk voelde dat ze geen verantwoording hoeft af te leggen, begint ze te praten tegen Anne-Claire. Eerst over praktische zaken, hoe ze de opvang geregeld heeft tijdens de stage. Daarna over Jeppe Jan. Dat heerlijke ventje met zijn aanstekelijke bulderlach. Die lastige fase van tandjes die doorkomen en de slapeloze nachten. Maar Anne-Claire vraagt door. En Rinke vertelt. Over de ongeplande zwangerschap. De moeilijke, maar duidelijke keuze die Rinke maakte om in haar eentje door te zetten. En hoe ze uiteindelijk via haar oma Sanne terecht kwam in de boerderij van Jaap en de Jacobians.
“En de vader? Is hij nog in beeld?”
Rinke schrikt van de vraag. Het is natuurlijk een heel logische vraag, maar ze is niet gewend dat-ie gesteld wordt.
Durft ze?
“Nee, ik heb geen contact meer met hem. Het is nogal gecompliceerd, zeg maar,” antwoordt Rinke en ze durft Anne-Claire niet aan te kijken. Het blijft stil in de vergaderzaal. Alsof Anne-Claire haar zwijgend aanmoedigt om verder te praten. Wil ze dit? Durft ze dit?
“Hij was een docent media-ethiek aan de School voor Journalistiek. Getrouwd. Met een gezin. Ik werd gewaarschuwd door andere studentes voor zijn flirterige gedrag. Misschien nam ik het juist daarom ook niet serieus. Hij deed dit bij iedereen. En toch hielp hij me ontzettend, eerst met het vinden van mijn weg binnen de opleiding en later met het studentenleven in Maastricht. Ik kende niets of niemand. Was een kuiken. Hij wist alle leuke tentjes en de goede restaurants. Ik wist niet dat hij getrouwd was. Zo gedroeg hij zich ook totaal niet. Natuurlijk is het dom en naïef van me geweest. Maar ik voelde me gezien door hem. En zo begon het…”
Met grote ogen luistert Anne-Claire naar haar verhaal. “Wat vreselijk dat je dit hebt moeten meemaken. Hoe heet hij eigenlijk?”
“Kasper Kraayenborgh…” fluistert Rinke. Ze heeft die naam al zo lang niet hardop uitgesproken. Ze voelt direct hoe haar maag zich tien keer omdraait. Alsof ze moet overgeven.
“Als ik het niet dacht… verdorie!” roept Anne-Claire hard door de vergaderzaal.
Volgende week: Rinke heeft direct spijt dat ze de naam van de verwekker van Jeppe Jan genoemd heeft.