PREMIUM
Zij maakt het verschil: journalist Lynn Berger schrijft over zorg. ‘Zorg wordt nog te veel als vanzelfsprekend gezien’
Elke week zet Margriets hoofdredacteur Helene van Santen een vrouw in het zonnetje. Een vrouw die de spotlights verdient, omdat ze andere vrouwen in hun kracht zet. Omdat ze zich inzet voor een betere maatschappij. Omdat zij het verschil maakt.
Deze week: Lynn Berger, correspondent Zorg bij De Correspondent. Ze schreef het boek Zorg. Een betere kijk op de mens, dat in juli 2022 uitkwam.
Kun je vertellen wat je precies doet?
“Ik schrijf reportages, interviews en essays over zorg in de breedste zin van het woord – de zorg van ouders voor kinderen, mantelzorgers voor naasten, en zorgprofessionals voor patiënten en cliënten. Zorgdragen voor een ander is een van de oudste en belangrijkste activiteiten van de menselijke soort Maar zorg is ook vaak onzichtbaar, omdat die plaatsvindt in de luwte – achter gesloten deuren of thuis, in de privésfeer – en de effecten ervan niet altijd even makkelijk zichtbaar zijn. Mede daardoor wordt zorg zelden goed op waarde geschat. Met mijn journalistiek hoop ik zorg beter voor het voetlicht te krijgen.”
Waarom moest het boek Zorg er komen?
“Omdat ik vind dat we als samenleving veel beter moeten zorgen voor zorg! Zorg is het cement van de maatschappij. Zonder zorg worden kinderen niet groot en zieken niet beter. Zonder zorg kunnen mensen niet werken en kan de economie niet draaien. En zonder zorg voor onze omgeving houdt onze leefwereld geen stand.”
“Zorg is dus essentieel, maar we maken het onszelf en elkaar steeds moeilijker om goed te zorgen. De afgelopen jaren heb ik tientallen ouders, mantelzorgers en zorgprofessionals gesproken, en vrijwel iedereen vertelde me dat ze te veel moeten doen in te weinig tijd en met onvoldoende ondersteuning. Professionele zorgverleners hebben daarbovenop ook nog eens te weinig bewegingsvrijheid én te weinig collega’s. Op dit moment staan ruim 48.000 zorgvacatures open en naar verwachting zal dat aantal de komende tien jaar verdrievoudigen, onder meer omdat de vraag naar zorg steeds groter wordt.”
“Ons vermogen om voor onszelf en elkaar te zorgen staat dus meer en meer onder druk. Dat probleem lost zich niet vanzelf op – daar zullen we iets voor moeten doen. Beter zorgen voor zorg begint met beter kijken: met zien wat zorg voor ons betekent en wat er nodig is om goed te kunnen zorgen. Dit boek moest er komen om die ‘betere kijk’ voor elkaar te krijgen.”
Wat was jouw drijfveer om dit boek te maken?
“In het najaar van 2019 haalde ik tijdens een zwempartij in de Loosdrechtse Plassen mijn voet open. Dat resulteerde in een infectie en uiteindelijk een ziekenhuisopname. Het ziekenhuis waar ik verbleef hing vol met A4'tjes waar een looneis van het verplegend personeel op stond. De ziekenhuismedewerkers wilden een hoger salaris én een lagere werkdruk. Ik vond het heel gek dat de mensen die voor mij zorgden, die letterlijk bezig waren mijn leven te redden, niet genoeg betaald kregen voor hun belangrijke werk. Toen ik uit het ziekenhuis kwam, wilde ik uitzoeken waar die onderwaardering vandaan kwam – en wat die tot gevolg had. Dat deed ik door allerlei zorgverleners en zorgexperts te interviewen en te volgen voor De Correspondent. Ik zag hoe waardevol zorg voor hen was, maar ook hoe velen van hen vastliepen door een gebrek aan tijd en bewegingsvrijheid.”
“Een paar maanden later begon de coronapandemie. Even werd heel duidelijk hoe belangrijk zorg is voor de samenleving: als de ziekenhuizen overlopen, moet het hele land op slot! In lockdown moesten mijn vriend en ik – net als honderdduizenden anderen ouders – tegelijkertijd werken en zorgen, zonder hulp van crèche, school of grootouders. Dat ging natuurlijk niet: zorg is ontzettend veel werk, zeker wanneer je het in je eentje moet doen.”
“Overal ter wereld waren het vooral vrouwen die door deze maatregelen werden benadeeld. Zij namen het leeuwendeel van de extra zorgtaken op zich, en vaak leverden ze daar betaald werk en vrije tijd voor in. Zo legde de pandemie het vergrootglas op een probleem dat al veel langer speelt: vrouwen doen over het algemeen meer (onbetaald) zorgwerk dan mannen, en dat gaat ten koste van hun financiële onafhankelijkheid, hun vrijheid en zelfs hun maatschappelijk aanzien, want zorg voor kinderen en naasten wordt minder hoog aangeslagen dan betaald werk.”
“Zowel de onderwaardering van zorg als de ongelijke verdeling ervan vond ik zonde en onrechtvaardig. Die verontwaardiging bleek een uitstekende motivatie voor het schrijven van dit boek.”
Wat hoop je ermee te bereiken?
“Ik hoop te bereiken dat mensen anders gaan kijken naar zorg, en er daardoor ook beter mee omgaan. Zorg wordt nu nog te veel als vanzelfsprekend gezien. Als iets dat er altijd zal zijn en waar we niet zoveel moeite voor hoeven doen. Maar zorg is niet eindeloos voorradig, want zorgen kost tijd en energie, en je moet er van herstellen. Dat betekent dat het aanbod niet eindeloos kan meegroeien met de vraag: zorg is een schaars goed.”
“Hoe voorkomen we ongelijkheid op het gebied van zorg? Hoe zorgen we dat iedereen de
zorg krijgt die hij nodig heeft, dat iedereen in staat is om te zorgen, en dat zorgtaken eerlijk worden verdeeld? Deze vragen zijn van levensbelang, maar het gesprek erover wordt nu
nog in verschillende, van elkaar gescheiden debatten gevoerd. Er is één debat over het personeelstekort in de zorg, een ander debat over mantelzorg, een derde debat over de verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen.”
“Maar al die verschillende vormen van zorg zijn met elkaar verbonden. Als het verpleeghuis geen plek heeft (want te weinig personeel), voelt een mantelzorger dit meteen. Wie het personeelstekort wil aanpakken door zorgprofessionals meer uren te laten werken, vergeet dat veel van hen ook nog kinderen of naasten hebben om voor te zorgen – en dat er dus ergens anders in de zorgketen een tekort zal ontstaan dat je óók weer moet ondervangen. We kunnen het schaarse goed dat zorg is past echt goed en eerlijk verdelen wanneer we zien dat zorg een weefsel is – wanneer we het geheel overzien.”
“Wat mij betreft is het essentieel dat iedereen, van burger tot beleidsmaker, dit weefsel in het vizier krijgt. Dat we allemaal gaan inzien hoe groot, belangrijk én kwetsbaar zorg is. Dat is mijn missie: bijdragen aan een broodnodige blikverandering.”
Waar ben je tot nu toe het meest trots op?
“Het boek is begin juli uitgekomen, en de eerste lezersreacties komen nu binnen. Ik hoor van lezers dat ze zich gezien voelen. Of dat ze door het boek echt anders zijn gaan kijken naar zorg. Verpleegkundigen en huisartsen vertellen me dat ik het wezen van hun werk, van zorg, goed heb gevangen. Ik ben heel blij dat de mensen die dagelijks met zorg bezig zijn zich herkennen in wat ik heb gezegd, en dat mensen die voorheen niet zoveel over zorg nadachten, zich nu plots bewust zijn van het belang ervan – en van wat er op het spel staat.”
Wie heeft voor jou (persoonlijk) het verschil gemaakt?
“Oe, deze is lastig! In het boek beschrijf ik de mens als een open, poreus wezen: wie we zijn, wat we doen en wat we kunnen is volledig afhankelijk van de mensen om ons heen. In het begin van je leven zijn het vooral je ouders die voor jou het verschil maken; later komen daar vrienden, docenten en geliefden bij. Al die mensen vormen, stimuleren en sturen je op hun eigen manier; iedereen maakt dus op een bepaalde manier het verschil.
Op het gebied van zorg kan ik wel zeggen dat mijn kinderen voor mij een enorm verschil hebben gemaakt. Ik heb een dochter van acht en een zoon van zes, en voor hen zorgen is een enorme verrijking. Het is zeker niet altijd even makkelijk om voor kinderen te zorgen. Maar het is wel altijd interessant: zorgen is voor mij een bron van vragen en ideeën gebleken – en een geweldige motivatie om alle zorg beter te willen begrijpen.”
Wie maakt volgens jou het verschil?
Ben of ken jij ook een vrouw die de spotlights verdient, omdat ze zich inzet voor andere vrouwen en/of de maatschappij? Mail naar zijmaakthetverschil@margriet.nl.