Willeke van Ammelrooy: ‘Als ik mijn teksten niet meer kan onthouden, ga ik naar ons huis in Frankrijk’
De vraag wanneer ze gaat stoppen wil ze niet meer horen. Want daar denkt actrice Willeke van Ammelrooy (77) gewoon niet aan. Ze richt zich liever op dat wat ze het allerliefst doet: spelen. In The Mousetrap, een thriller van Agatha Christie, kruipt ze in de rol van de mysterieuze Mrs Boyle.
“Ik kan niet zo veel over de voorstelling zeggen, want het einde mag absoluut niet worden verklapt. Wie de werkelijke moordenaar is, is het best bewaarde geheim van de toneelwereld. Het stuk gaat over een groep gasten die in een hotel zijn gestrand vanwege een sneeuwstorm. Een van hen is een moordenaar. Ik speel mevrouw Boyle en als je meer wilt weten, moet je maar komen kijken.”
Een bijzonder interview
Een veelbetekenende stilte volgt en haar kenmerkende schaterlach. Ze heeft zin om straks het land in te gaan; als we elkaar spreken zit ze nog midden in de repetitieperiode. Ze speelt niet vaak in een theatervoorstelling, haar hart ligt meer ligt bij film en televisie, maar voor een stuk van Agatha Christie maakt ze graag een uitzondering.
“Zal ik je wat leuks vertellen? Toen wij in 1996 met de cast van Antonia in Amerika waren voor de Oscars, werd ik midden in de nacht gebeld door een journalist voor een interview. We hadden gefeest, ik was hartstikke teut en euforisch. Die man bleef op een gegeven moment maar doorzagen over dat ik het binnen vijf jaar moest maken, omdat ik anders te oud zou zijn. Ik vond dat belachelijk. Ik was toen nog jong en zo’n man die dan zegt: over vijf jaar kun je met pensioen. Uiteindelijk zei ik tegen hem: ‘Maar meneer, weet u dan niet dat ik later Margaret Rutherford word? Zij speelde tot op hoge leeftijd, onder meer in de voorstellingen van Agatha Christie die ook The Mousetrap heeft geschreven. En nu, 25 jaar later, zijn mijn woorden gewoon uitgekomen. Ik bén Margaret! Op mijn 77ste speel ik nog én sta ik in een stuk van Christie.”
Je sterft uiteindelijk in het harnas
“Nee hoor. Ik ga heus wel een keer stoppen. Als ik mijn teksten niet meer kan onthouden of als ik het fysiek niet meer aankan, ga ik lekker naar ons huis in Frankrijk. Dan kan ik daar een beetje mijmeren en in de tuin werken, hoewel ik helemaal geen groene vingers heb.”
Zorgt zo’n coronajaar en daardoor lege agenda nog voor stress als je niet meer alle tijd van de wereld hebt?
“Ik schiet niet zo snel in de stress. Ik vond het vooral lang duren. En de uitzichtloosheid was ook wel een dingetje. Niet weten wanneer het weer min of meer normaal zou worden is vreselijk. De dag van de lockdown verhuisden wij naar Margraten, een dorpje bij Maastricht. Marco en ik hebben die eerste weken alleen maar dozen uitgepakt. Die rust was even fijn, maar terugkijkend is natuurlijk niks leuk aan zo’n jaar. We hebben ons meteen laten inenten toen het kon, maar zijn daar beiden heel ziek van geweest. We leken wel honderd, we liepen als twee oude mensjes door het huis. Elke dag lopen we even naar de boom aan de overkant van de straat, omdat het uitzicht daar zo mooi is, maar zelfs dat lukte niet meer. En op onze leeftijd duurt het gewoon lang voordat je dan weer op je oude energielevel zit.”
Lees ook:
Irene Moors: ‘Aan mijn lijf geen polonaise, daar ben ik te schijterig voor’
Jullie hebben een heel nieuwe start gemaakt in Margraten, voelt dat ook zo?
“Marco en ik hebben overal en nergens gewoond, dus dat zijn we wel gewend. Vóór Margraten woonden we in Beverwijk, daar hebben we het ook leuk gehad. Maar het was ook klaar daar. We wilden niet meer kopen en zijn gaan kijken naar leuke huurhuizen. Zo zijn we hier terechtgekomen. Het scheelt dat we hier heel leuke buren hebben, dat is al een goed begin voor een nieuwe start. En we tennissen en golfen, zo leer je ook mensen uit de buurt kennen. Ik merk nu wel dat Limburg als ver wordt gezien. Veel mensen hadden zoiets van: waarom helemaal daar? Maar afstand is betrekkelijk, hè. Ik vind autorijden heerlijk, ik zet een luisterboek op als ik heen en weer naar Amsterdam rijd om naar mijn zus of dochter te gaan. Ik heb al stapels boeken geluisterd. En het is vanaf hier ook twee uur minder rijden naar ons huis in Frankrijk.”
Je hebt in het verleden ook lesgegeven, is dat iets wat je hier, er is een Toneelschool in Maastricht, ook wilt gaan doen?
“Ik zou het heel graag willen, maar weet niet of ik het voor elkaar krijg hier in het zuiden. Ik heb een lesprogramma gemaakt over intimiteit op de set, want als er íéts is waar behoefte aan is, dan is dat het. Het is voor acteurs belangrijk dat ze zich realiseren dat intieme scènes werk zijn en het niet als iets persoonlijks zien. Het is en blijft techniek, maar dat is soms lastig als je halfnaakt tegen elkaar ligt. Vooral jonge acteurs moeten weten waar hun grenzen liggen.”
Dat is na #metoo belangrijk, maar zijn dingen ook echt veranderd?
“Het is niet zo dat na #metoo ineens álles anders is geworden. Nog steeds zijn er misstanden en gebeuren er dingen die grensoverschrijdend zijn. Als acteur moet je mondig zijn en goed weten wat je wel wilt en niet. Dat is lastig, hoor, want acteurs willen werken en niet degenen zijn die zeggen: ‘Dit en dat wil ik niet doen.’”
Hoe is dat voor jou?
“Een voordeel van zo lang in het vak zitten, is dat ik heel goed weet wat ik kan en dat ook al heb laten zien. Maar toen ik jong was, zijn er ook genoeg dingen gebeurd waarvan ik nu denk: dat was niet oké. Al ben ik altijd dicht bij mezelf gebleven. Tijdens een diner in Amerika zei een keer iemand dat ik een rol in een film zou krijgen als ik naar bed zou gaan met de man die tegenover mij zat. Ik kende die hele man niet, maar hij was rijk en had macht. Nou ja, daar ben ik natuurlijk niet op ingegaan.”
Hoe komt het dat je je goed hebt kunnen wapenen tegen dit soort praktijken?
“Omdat ik ben begonnen in Nederland. Ik was al beroemd, ik speelde al in films, ik had best in Amerika willen werken, maar van dit soort praktijken was ik niet gediend. Misschien speelt mijn nuchterheid mee. Ik wilde spelen, niet beroemd zijn. Dus alles eromheen kon ik ook makkelijk loslaten. Ik ben zelfs een keer weg-gelopen bij een auditie omdat de regisseur zijn broek naar beneden deed en zei: ‘Maak ’m eens groot.’ Ik zou heel graag jonge mensen tools willen geven om mondig te zijn en zelf te kunnen bepalen of en waar het te ver gaat. Zelf had ik graag een toneelopleiding opgezet, dat was een droom van mij. Ik ben er vijftien jaar mee bezig geweest om dat van de grond te krijgen, maar dat is helaas niet gelukt. Op een gegeven moment dacht ik: nu ben ik te oud, nu heb ik er geen zin meer in.”
Weet je op deze leeftijd ook beter wat je wilt in je relatie?
“Ja, de grote strijd is wel gestreden. Door de jaren heen hebben we geleerd om elkaar vrij te laten. Het is belangrijk om jezelf te blijven in je relatie. Marco en ik hebben ieder een eigen carrière en ondersteunen elkaar daarin, maar we hebben dus ook een eigen leven. Soms zit een van ons weken in Frankrijk omdat de ander dan in Nederland van alles moet doen. Wat ik wel merk, nu we ouder worden, is dat het leuk is om je eigen gang te kunnen gaan, maar dat het ook leuk is om op een fijne manier samen oud te worden. We buigen steeds meer naar elkaar toe. Marco is bijvoorbeeld in Maastricht gaan golfen. Dat leek mij helemaal niks, maar ja, dan stond hij alleen op die baan en ik zat alleen thuis. Uiteindelijk ben ik keer met hem meegegaan en vond ik het gewoon leuk. Nu golfen we samen. En andersom is hij met mij meegegaan naar de tennisclub. Bleek hij dat ook leuk te vinden. Dus slaan we ook af en toe samen een balletje.”
Jullie worden alsnog zo’n klef stel
“Haha, nou, dat weet ik niet. En het is ook niet makkelijker omdat we ouder zijn. Je moet er wel wat voor doen. Je moet samen willen zijn. Dat is heel belangrijk. Ik denk dat we ook een heel sterke band hebben door alles wat we hebben meegemaakt. We hebben altijd onvoorwaardelijk achter elkaar gestaan. Hoe groot de storm ook was. Je ziet pas echt wat je aan elkaar hebt in tegenspoed. Mijn dochter is documentairemaker en heeft een documentaire over mij en een over Marco gemaakt. Daarin gaat het ook over de tijd na het ongeluk (in oktober 1997 was Marco betrokken bij een dodelijk ongeluk, red.) waar ik het verder niet over wil hebben, maar dat een scheidslijn in ons leven is geweest. Pas toen ik die documentaire over Marco zag, zag ik hoe moeilijk het voor ons is geweest, maar ook hoe sterk onze band is. Wij moesten er samen doorheen en dat hebben we gedaan.”
En jouw documentaire, heeft die voor inzicht gezorgd?
“De manier waarop Denise een documentaire maakt is heel indringend. Ze ontziet me niet, ze laat alle kanten zien, ook de minder fraaie. Ze vindt bijvoorbeeld dat ik thuis weinig emotie laat zien en zegt dat ook in die documentaire. Dat vond ik moeilijk om te horen, maar ik ga er dan wel over nadenken. Het heeft uiteindelijk voor meer begrip tussen ons gezorgd.”
Ben jij de moeder geworden die je wilde zijn?
“Dat weet ik niet. Ik doe mijn best om zo open en eerlijk mogelijk te zijn. Mijn ouders hebben mij geholpen met de zorg voor Denise. Als ik moest werken, in Nederland of in het buitenland, pasten zij op. Ik heb op mijn beurt op mijn kleinzoon gepast, zodat Denise kon werken. Dat was de les van mijn vader: zorg dat je je eigen geld verdient. Ik kom uit een warm nest. Theater lag niet voor de hand. Ik moest eerst een vak leren – ik heb een opleiding tot technisch tekenaar gevolgd en bij de Shell gewerkt – en daarna mocht ik naar de Toneelschool. Als het niet zou lukken, had ik in elk geval iets om op terug te vallen.”
“Mijn vader was een heel goede voetballer, hij was midvoor, maar door de oorlog heeft hij niet de kans gekregen om daar iets mee te doen. Hij is wel blijven voetballen, maar als semiprof, want hij moest voor zijn gezin zorgen. Daarom vond hij het belangrijk dat ik een vak leerde. Daarnaast vond hij het geweldig dat ik mijn droom achterna ging. Ik denk dat dat de les is die ik als moeder wil doorgeven: volg je hart.”
Tekst | Saskia Smith
Fotografie | Feriet Tunc