PREMIUM
Stefan de Walle: ‘Jong moeder worden, drie kinderen opvoeden, een verhuizing... mijn moeder heeft het echt ontzettend goed gedaan’
De moeder van Stefan de Walle is kunstenares en staat energiek in het leven. “Op haar 81ste is ze oersterk. Bijna dagelijks scheurt ze in haar autootje.”
“Mijn moeder, Wilma de Walle-van Driel, is geboren in Den Haag. Ze droomde er al vroeg van iets in de kunsten te gaan doen, maar thuis werd veel van haar gevraagd. Haar vader was direct na de oorlog naar Nederlands-Indië vertrokken en oma bleef alleen achter met haar drie kinderen. Van mijn moeder en haar twee broers werd de nodige zelfredzaamheid gevraagd.
Ze was twintig toen ze een project over mode maakte. Het begon klein, maar groeide uit tot een modeshow in het Kurhaus, Scheveningen. Een vriend van mijn moeder had mijn vader, student aan de kunstacademie, meegenomen. Toen mijn moeder over de catwalk liep zei mijn vader: ‘Met dat meisje trouw ik!’ Hij heeft haar verleid met een glaasje water – geld had hij niet bij zich.”
- “Tijdens het trouwjubileum van mijn ouders.”
- “Met het gezin lunchen in de natuur, Twello.”
- “1968, mijn moeder en ik.”
Bouwval
“Vrij snel kregen ze kinderen. Mijn vader liet de opvoeding van mijn broer, zus en mij over aan mijn moeder, maar zijn opvattingen over huisvesting waren helder: de stad met haar viezigheid en luchtverontreiniging was slecht voor de gezondheid. Daarop verruilden we Den Haag voor Twello. We verhuisden naar een huisje, een bouwval eigenlijk, in het laantje bij een pottenbakker. De huur van het huisje bedroeg zeventig gulden per maand en de hele boel was zo aan renovatie toe dat we bij binnenkomst letterlijk door de vloer zakten. Bouwvakker Henk die aan de overkant woonde heeft jarenlang de verbouwing bijgestaan, het grootste deel van mijn jeugd bracht ik door in stofwolken.
Mijn vader was veel in zijn atelier in het bos en mijn moeder vormde de spil van het gezin. Ze wist van aanpakken, had aan De Brink in Deventer een winkeltje met antiek en doopjurken en ze bestierde een kraam op de markt. De handel wisselde van popsterrenbuttons tot nachthemden. Ze zorgde niet alleen voor ons, maar ook voor het grootste deel van het inkomen. Deze drie pagina’s in Margriet heeft ze dik verdiend, hoor. Ze heeft het namelijk ontzettend goed gedaan. Zo jong moeder worden, een verhuizing met drie kinderen geleid. Die eerste jaren, toen mijn vader beginnend kunstenaar was, was het hard werken.”
- “Mijn ouders, Wilma en Pieter.”
- “Zomervakantie in Welsum.”
- “1965, mijn eerste levensjaar.”
Middelste kind
“Ik ben het schoolvoorbeeld van een middelste kind. Zo’n kind dat bemiddelt en sust, dat altijd in het midden van de partijen staat. Ik zocht nooit de confrontatie op en kreeg ik eens op mijn kop, dan loste ik het op met een gebbetje. Terwijl de verhuizing ook voor mij niet makkelijk was. Van de stad naar een huisje in het bos. Van de vrije school in Den Haag naar een ‘klompenschooltje’ in Twello. We kwamen terecht in een andere wereld, eentje waarin wij de exoten waren. Dat voelde leuk en avontuurlijk, maar een grote toestand was het ook.
Op school moest ik mijn plek veroveren. Ik was verlegen maar ook gewiekst. Met mijn grappen en grollen kon ik iedereen op mijn hand krijgen. Het was spelenderwijs acteren, in wezen heb ik mijzelf opgeleid. Ik heb lang pianoles gehad en speelde niet onverdienstelijk. Ik weet nog dat mijn vader hoopte dat ik naar het conservatorium zou gaan, maar daar zou ik niet excelleren. Ik was erg met toneel bezig en toen ik op mijn zeventiende werd aangenomen op de Toneelschool Arnhem, klonk er thuis geen enkele wanklank.”
Mooiste rol
“Nog steeds vinden ze mijn acteervak fantastisch. Vraag mijn moeder wat mijn mooiste rol is en ik vermoed dat ze antwoordt; Glenn Gould, de excentrieke Canadese pianist in de gelijknamige voorstelling. In die rol kwamen het acteren en pianospelen samen. Al speelde ik op een geprepareerde vleugel, hè, zo eentje die de moeilijkste stukken automatisch speelt. De mensen in de zaal geloofden het.
Mijn rol als ‘adviseur van Sinterklaas’ zoals we dat moeten noemen vindt ze ook fantastisch. Het zorgt de hele sinterklaastijd voor leuke opmerkingen in het dorp. Ik weet zeker dat Gif haar ook zal bekoren. Daarin speel ik een echtpaar met Carine Crutzen. Een echtpaar dat het rouwproces om hun zoontje compleet anders heeft aangepakt en elkaar na tien jaar scheiding weer ontmoet in de aula van de begraafplaats.”
- “Wilma achter een kunstinstallatie met teksten en foto’s van vrijgevochten dames.”
- “Op vakantie in Welsum, vader in de kruiwagen. Mijn lachende broer Marcel ernaast, ik houd de handvatten vast.”
- “Een mooie rit door de velden brengt ons bij dit terras aan de IJssel.”
Oersterke vrouw
“Mijn moeder woont nog altijd in het huis waarin ik opgroeide. Mijn vader heeft parkinson en toen zijn verzorging te zwaar werd, verhuisden we mijn vader naar een verzorgingshuis in het dorp. Daar haalt mijn moeder hem zo vaak mogelijk op. Op haar 81ste is ze oersterk en bijna dagelijks scheurt ze met haar autootje heen en weer.
Toen wij kinderen ouder waren ging mijn moeder verder met haar kunstdroom. Tot op de dag van vandaag is ze actief met objecten. Lang maakte ze 3D-kijkkasten die ze inrichtte met kleine meubeltjes en waarbij ze speelde met lichtinval. Kijkend naar zo’n kast roept het een verhaal bij je op, bijna alsof je naar een filmscène kijkt. Later is ze objecten gaan maken, ook tekeningen, waarin ze haar herinneringen aan de oorlog verwerkte. Grappig, als zoon van twee beeldend kunstenaars zou je denken dat ik ook raad weet met kwast en penseel. Maar tekenen, ik kan er werkelijk niks van en laat je mij knutselen dan loopt het zelfs uit op een regelrecht drama.”
Stefan de Walle (56) is acteur. Hij deed de Toneelschool in Arnhem en was verbonden aan het Nationale Theater in Den Haag. hij is Bekend van o.a. zijn hoofdrol in De Marathon, waarvoor hij een gouden kalf-nominatie kreeg en een Rembrandt Award Beste Acteur. Dit voorjaar speelt hij in Gif van Lot Vekemans. Voor de zomer staat een groot theaterproject op de planning. Stefan heeft twee zonen.