Quirine (24) heeft belangst: ‘Bij ieder toiletbezoek denk ik: zul je zien dat ze precies nú gaan bellen’
"Zullen we anders even bellen? Dat praat wat makkelijker"; woorden die een regelrechte nachtmerrie zijn voor iedereen met belangst. Online redacteur Quirine (24) kan het weten, want ondanks dat ze inmiddels wel de tandarts durft te bellen, maak je haar echt niet blij met een spontaan telefoontje. Ze vertelt erover in een column.
Met een kloppend hart kijk ik naar de klok. Twee uur. Nog een uur. Om drie uur heb ik een belafspraak, en tot die tijd kan ik me niet meer ontspannen of concentreren. In mijn hoofd ga ik nog een keer na wat ik wil zeggen, zodat ik straks niet wéér stamelend aan de lijn hang. Het liefst zou ik een heel script voor mezelf uitschrijven, en soms doe ik dat ook. Ik weet niet of het mijn zenuwen beter of juist erger maakt. Ik kijk weer naar de klok. Kwart over twee.
Dat is hoe het voelt om belangst te hebben – tenminste, voor mij. Vroeger had ik dit al met simpele telefoontjes naar de dokter of tandarts, nu ben ik er gelukkig een stuk beter in en heb ik alleen een knoop in mijn maag bij écht belangrijke telefoontjes, zoals zakelijke telefoontjes of een interview. Maar zelfs simpele telefoongesprekken vermijd ik nog steeds liever als ik er ook een mailtje aan kan wijden. Doodeng, vind ik het. En waarom? Ik heb geen idee. Ik vind mensen zelf namelijk niet eng, in het echt klets ik zo een eind weg. Gezellig, juist. Maar de letterlijke én figuurlijke afstand dat een telefoontje met zich meebrengt, bezorgt mij klotsende oksels. Wat als ik over mijn woorden struikel, of als er een ongemakkelijke stilte valt? Wat als ik van de zenuwen maar door blijf ratelen?
Oefening baart kunst?
Nog erger dan een gepland telefoontje: een ongepland telefoontje. Als ik in mijn mailbox de woorden ‘ik bel je volgende week wel even!’ zie staan, gaan alle alarmbellen af. Bellen? Volgende week? Jeetje, eh, wat spontaan van je. Kunnen we misschien een dag afspreken? Of beter nog, een dag en een tijd? Op de seconde af graag? Dan hoef ik niet de hele week angstvallig met mijn telefoon op volume 100 rond te lopen, en bij ieder bezoekje aan de wc denken: ‘zal je zien dat ze precies nú gaan bellen’.
Tijdens mijn eerste stage, bij een uitgeverij, kwam mijn grootste nachtmerrie uit: alle stagiaires wisselden de receptiedienst af. Je moest beneden bij de receptie plaatsnemen bij de telefoon, en deze beantwoorden wanneer er iemand belde. Regelmatig hingen er auteurs uit binnen- en buitenland, marketingmensen of boekhandels aan de lijn – en dan zat er ook nog eens een collega naast je die met alles kon meeluisteren. Vre-se-lijk, maar wel een echte vuurdoop wat zakelijk bellen betreft. Sindsdien durf ik wel zelf naar de tandarts te bellen, dus het credo 'oefening baart kunst' gaat voor belangst in ieder geval wel op. Nouja, kunst. In plaats van de hele dag buikpijn heb ik nu misschien maar vijf minuten buikpijn bij het vooruitzicht van een telefoontje.
Lees ook:
Zó kun je ervoor zorgen dat je niet meer anoniem gebeld wordt
Oorzaak van belangst
Ik heb die belangst altijd maar zonder vragen geaccepteerd, en me er nooit in verdiept waar de angst nou eigenlijk vandaan komt. Een rondje Googelen brengt mij al snel op het volgende antwoord, van communicatietrainer Onno Hansen: “Mensen blokkeren omdat ze niet weten wat er van hen verwacht wordt. Ze vinden het eng omdat ze niet met die spontaniteit kunnen omgaan.” Dat klopt in mijn geval wel. Ik weet graag waar ik aan toe ben, en ik ben niet zo’n spontaan persoon wanneer het op sociale situaties aankomt. Maar face to face gesprekken zijn toch ook spontaan? Waarom maakt die telefoon het dan zoveel lastiger om als een normaal, functionerend persoon een gesprek te voeren?
Volgens psycholoog en gedragswetenschapper Corine van Dijk komt dat door het gebrek aan non-verbale signalen tijdens een telefoongesprek. “Je ziet elkaar niet, waardoor je minder signalen hebt over hoe de ander zich voelt of hoe hij of zij iets bedoelt. En dat allemaal terwijl je wel snel moet reageren,” zegt ze hierover tegen de Volkskrant. Dat klinkt logisch: even vriendelijk naar iemand lachen, even om je heen kijken terwijl je nadenkt om te signaleren dát je nadenkt: die dingen maken voor mij een gesprek een stuk minder ongemakkelijk.
'Mij niet bellen'
Helaas hoort bellen er bij de meeste banen nu eenmaal bij, en al helemaal tijdens de coronacrisis. Gelukkig zijn steeds meer mensen nu ook gewend aan even videobellen, waardoor ik naast het ongemakkelijk stamelen er óók een ongemakkelijk glimlachje bij kan gooien. Verder blijf ik gewoon veel oefenen, zodat ik hopelijk tegen de tijd dat ik een jaar of tachtig ben zonder enige gêne ruzie durf te maken aan de telefoon als er iets mis is gegaan met mijn bestelling of absoluut geen nieuw energiecontract wil. Tot die tijd blijft mijn motto, zoals Martien Meiland ook zou zeggen: ‘mij niet bellen’. Mag dat in mijn email-handtekening?
Bron | Harper's Bazaar, Volkskrant
Beeld | Getty Images
Heb je geen tijd om vanuit je luie stoel je favoriete tijdschrift te lezen, maar wil je wél op de hoogte blijven van het beste van Margriet? Dan hebben wij iets leuks voor je: je kunt vanaf nu praten met Margriet via je Google Home óf Google Assistent op je telefoon of tablet. Zo heb je heel makkelijk toegang tot allerlei extra leuks. Benieuwd? Klik hier om direct met Margriet te praten. Meer uitleg nodig? Klik dan hier.