‘Nee, dan weemoed, daar ben ik groots in! Toon mij een leeg mereleitje onder de heg in het voorjaar en ik schiet vol’
Journaliste Marjan van den Berg is getrouwd en heeft drie dochters en twee kleinkinderen.
“De nagellak?”
Jan zit tegenover me aan tafel en knikt terug, als ik stom ja knik. Na zoveel jaar samen zeg je redelijk veel door stom te knikken. En als het ‘zover’ is, kan ik niet veel meer doen dan een beetje met mijn hoofd knikken met ogen vol tranen.
Hormonale aanvallen van weemoed. Zo noem ik ze. Omdat ik nooit eerder een aanval had dan na de overgang én omdat het nooit echt ergens over gaat. Bij echt verdriet ben ik een rots. Ik regel wat geregeld moet worden, steun waar ik kan en daarna ga ik door met mijn leven. Groot verdriet, daar kan ik niks van. Ja, rots zijn. Maar rots ben je misschien wel uit angst. Of uit onmacht.
Nee, dan weemoed, daar ben ik groots in! Toon mij een leeg mereleitje onder de heg in het voorjaar en ik schiet vol. Want dan denk ik: ach, alweer zo’n akelig kwetsbaar en hulpeloos mereltje dat straks wordt belaagd door een zwerm eksters. Datzelfde gevoel heb ik als ik een baby zie, pasgeboren, in een wagen, met zo’n klein mutsje om dat hoofdje vol fontanellen. Dan denk ik: jij weet nog niet van presidenten in Amerika en Noord-Korea, jij hebt geen idee van klimaatverandering en eksters die merelkindjes opeten. Het idee dat zo’n pril hummeltje al die ellende nog moet gaan verwerken kan me op slag zo raken, dat ik de tranen over mijn wangen voel rollen. En dan krijgt dat kind op school straks ook nog gym. Of hij moet op hockey.
Ik kan zo’n aanval op het moment zelf natuurlijk niet uitleggen. Ik maak er gelukkig geen geluid bij en ik kan het dus redelijk verbergen. Maar ik doe het wel degelijk. Ik snik. Geluidloos.
Aan tafel heb ik het, omdat ik ineens de vier flesjes nagellak zie staan, waarmee ik Sofietjes nageltjes eerder die middag heb gelakt in alle kleuren die de kleine Tijn ook zo mooi vond. Lak door Tijn. Kleurrijke nageltjes van een kerngezonde kleindochter. Daar gaan we weer. Ogen vol tranen.
Jan snapt het wel. Al deelt hij het niet. Hij laat me gewoon en wacht tot het over is. En hij grijnst als ik hem vertel dat het me ook overkwam op de ukeleleworkshop. Daar speelden en zongen we Let it be. Ineens voelde ik mijn keel dik worden. De ultieme kampvuurweemoed, zo voelde het. Dochter Kirsten voelde het ook, dus het is erfelijk.
Nu heb ik een ukelele. Ik oefen elke dag een uur, op zoek naar het moment dat de weemoed weer toeslaat. Het laat erg op zich wachten. Het klinkt bepaald niet fraai.
En elke dag mompelt Jan een uur lang: “Ja, daar kan ik ook wel om janken.”
Benieuwd hoe het er bij Marjan thuis aan toegaat? Kijk op margriet.nl/marjan.
Foto | Ester Gebuis
Deze column is afkomstig uit Margriet 2017-45. Je kunt deze editie nabestellen via Magazine.nl.
Op de koffie bij Marjan
Lees ook
- Tips voor een goed wachtwoord
- Wereld Televisiedag: de 11 leukste series van vroeger
- Last van striae? Zó verminder je die groeistrepen
Artikelen van Margriet.nl ontvangen in je mailbox? Schrijf je in op margriet.nl/nieuwsbrief.