Mirjam: ‘In gedachten zag ik mijn dierbaren langs de kant van weg staan’
Ook, of misschien wel júíst, in coronatijd aandacht vragen voor kanker, dat wilden vriendinnen Mirjam en Maureen. Dus kochten ze een tandem en fietsten daarop van Friesland naar Frankrijk. Na dertien dagen bereikten ze de top van de Alpe d’Huez. Hoe was die emotionele reis? Mirjam vertelt over deze bijzondere reis, waarbij ze regelmatig dacht aan alle dierbaren die deze vreselijke ziekten hebben (gehad).
Mirjam Kuipers (57) is getrouwd met Gert. Samen hebben ze vier kinderen (Mirjam heeft twee zoons van 33 en 24, Gert een dochter van 25 en samen hebben ze een zoon van 21). Mirjam en Gert runnen een supermarkt en een slijterij in Franeker.
Een emotionele achtbaan
“Ik had niet gedacht dat het voltooien van onze tocht me zo zou raken. Maar het laatste stukje, van Grenoble naar Alpe d’Huez, voelde als een emotionele achtbaan. Ook bij Maureen trouwens. Op een gegeven moment zijn we langs de weg gestopt omdat we alleen nog maar konden huilen. We omhelsden elkaar en lachten door onze tranen heen. Alle gevoelens van de hele reis kwamen er in één keer uit: verdriet, blijdschap, gemis, trots. Het was zo bijzonder om dit met Maureen te kunnen delen, het is moeilijk om daar woorden voor te vinden."
'Kanker heb je nooit alleen'
"De klim naar de top is steil, met 21 bochten. Ondanks de vele kilometers in de benen voelde ik me loeisterk. In gedachten zag ik mijn dierbaren langs de weg staan, hoorde ik hun aanmoedigingen. Daardoor kreeg ik vleugels. Eenmaal boven heb ik me even afgezonderd. Uitkijkend over het dal besloot ik spontaan een filmpje voor mijn middelste zoon op te nemen. Zijn vader is in 2013 aan kanker is overleden. ‘Voor jou en hem heb ik deze tocht gemaakt,’ zei ik met een brok in mijn keel. En voor al mijn andere dierbaren die de afgelopen jaren door kanker zijn getroffen. Plus hun families. Want kanker heb je nooit alleen.”
Rotziekte
“Eigenlijk waren mijn sportmaatje Maureen en ik van plan om, met een aantal anderen, vorig jaar mee te doen aan Alpe d’HuZes, het jaarlijkse evenement om geld in te zamelen voor kankeronderzoek. Dat idee ontstond toen een goede vriend van mijn man en mij de diagnose prostaatkanker kreeg. De ziekte was uitgezaaid, hij zou niet meer beter worden. Met allerlei betrokkenen van Franeker verzet-je tegen kanker trainden we al volop, toen corona uitbrak en Alpe d’HuZes werd afgelast. Ineens waren alle ogen van de wereld op de pandemie gericht en verdween kanker naar de achtergrond. Maureen en ik besloten toch door te fietsen, en ondertussen zo veel mogelijk aandacht voor deze rotziekte te blijven vragen. Juist ook in coronatijd. Die sponsortocht moest en zou er komen."
Op de tandem
"We begonnen ieder op onze eigen racefiets. Elke vrijdag trainden we samen, en maakten we steeds langere tochten. Verder deden we onder andere krachttraining en zwommen we in open water. Dat alleen was trouwens al fantastisch. Het bewegen, het vele buiten zijn, het bewust om je heen kijken: het heeft mijn leven zo verrijkt. Eigenlijk heb je niet veel meer nodig om gelukkig te zijn, heb ik geleerd. In augustus 2020 deden we een rondje IJsselmeer. We voelden toen al aankomen dat de Alpe d’HuZes-editie van 2021 ook weer zou worden uitgesteld. ‘Waarom gaan we niet op eigen houtje?’ zei ik tegen Maureen. ‘En dan vanuit Friesland, op een tandem.’ Ik kon me geen mooiere manier voorstellen om samen aandacht te vragen voor de ziekte die ons beider leven zo heeft bepaald.”
“Een paar weken later kochten we op Marktplaats een racetandem en zijn we daarmee gaan trainen. Ik voorop, Maureen als navigator achter me. Dat was behoorlijk wennen! Je denkt misschien dat je met z’n tweeën makkelijker fietst, maar het tegendeel is waar. Een tandem is zwaarder, waardoor je gemiddeld genomen langzamer gaat - in ons geval zo’n 21 kilometer per uur. Bovendien moet je supergoed communiceren. Als je bijvoorbeeld niet precies tegelijk afstapt, val je om."
'Iedereen krijgt een keer met kanker te maken'
"Op onze fiets en kleding stonden teksten over onze inzamelingsactie. Daardoor raakten we onderweg al snel met mensen aan de praat. Onverwacht kwamen de mooiste verhalen los. Van mensen die zelf kanker hadden gehad of de ziekte van dichtbij hadden meegemaakt. Heel bijzonder was bijvoorbeeld een ontmoeting op de Afsluitdijk met twee oudere mannen. Toen we aan de praat raakten, bleken ze allebei uitgezaaide kanker te hebben. Eén van hen vlogde ook over zijn ziekteproces. ‘Ik ga mensen oproepen om jullie actie te steunen,’ zei hij spontaan. Vervolgens stak hij ons ook nog een donatie van twintig euro toe. Zo lief!
Door dat soort ontmoetingen realiseerde ik me telkens weer: iedereen krijgt een keer met kanker te maken. Is het niet bij jezelf, dan wel bij een naaste. En die ervaringen blijven voor altijd bij je. De vader van mijn zoon overleed acht jaar geleden, maar nog altijd is die gebeurtenis onderdeel van ons leven. Mijn zoon zal nooit meer een knuffel van zijn vader krijgen, nooit een biertje met hem kunnen drinken. Dat gemis verdwijnt nooit.”
Machteloos gevoel
“Ik weet het moment van het telefoontje in 2001 nog precies. ‘Ik moet even met je praten,’ zei mijn ex, met wie ik al een paar jaar niet meer samen was. Toen kwam het hoge woord eruit: hij leed aan lymfatische leukemie, de ziekte waar zijn moeder eerder aan was gestorven. Meteen schoot de vraag door mijn hoofd of het erfelijk was. En vervolgens: hoe vertellen we het ons kind? Mijn hart brak voor onze zoon, die op dat moment pas vier jaar oud was. Als je uit elkaar gaat, sta je er niet bij stil dat zoiets kan gebeuren. En hoe extra ingewikkeld gescheiden levens dan zijn."
Gelukkig sloegen de behandelingen goed aan; uiteindelijk heeft mijn ex nog jaren met zijn ziekte geleefd. Gaandeweg werd onze zoon zich natuurlijk wel steeds bewuster van de ernst van de situatie. Iedereen die kanker van nabij heeft meegemaakt, weet hoe machteloos je je als naaste voelt. Dat geldt net zo goed voor kinderen. Daarom bedacht ik in 2010 om, samen met mijn gezin, deel te nemen aan Alpe d’HuZes. Zodat mijn kind niet alleen langs de zijlijn hoefde te staan, maar ook iets kon dóén."
Eerdere fietstocht
"In 2010 en 2011 ben ik met mijn huidige man en twee van mijn zonen de berg op gefietst. Dat was heel bijzonder, des te meer omdat mijn ex er ook bij was. Hij reed op de motor mee en wachtte ons bij de finish op. Heel speciaal om dat met elkaar te kunnen delen. Voor ons kind was het bovendien een manier om zijn verhaal en zijn gevoelens te kunnen uiten bij zijn vriendjes, op school, op de sportclub. Overal zamelden leeftijdsgenootjes geld in om hem te sponsoren. Dat heeft hem veel goed gedaan. En mij ook. Op deze manier was de ziekte niet alleen iets van zijn vader, maar werd die ook onderdeel van ons huidige gezin.”
Niet langer wachten
“Mijn ex overleed in 2013. Mijn toen zestienjarige zoon was net te laat bij hem en heeft geen afscheid kunnen nemen. Traumatisch. Sindsdien is kanker helaas steeds opnieuw in onze omgeving opgedoken. Mijn schoonvader stierf eraan, net als de vriend voor wie we vorig jaar wilden gaan fietsen. Ook op dit moment heb ik meerdere vrienden met kanker. In coronatijd, met alle sociale restricties, hebben zij het nóg zwaarder dan anders. Vandaar ook dat Maureen en ik niet langer wilden wachten met onze tocht. Begin juni kregen we allebei onze tweede vaccinatie. Niet lang daarna gingen Duitsland, België en Frankrijk op geel. We hebben geen seconde getwijfeld en meteen onze kans gegrepen."
Ontroerend en hartverwarmend
"Op 24 juni vertrokken we om 9.00 uur ’s ochtends vanuit Franeker. Met een fietstas vol kaarsen en Tibetaanse vlaggetjes voor bij de finish. Op sociale media hadden we een oproep gedaan voor boodschappen aan dierbaren, die we daarop konden schrijven. De vele berichten van bekenden en onbekenden, vaak vergezeld van een donatie, waren ontroerend en hartverwarmend. Al die mensen hebben we dus achter op onze fiets meegenomen. Ze gaven ons de kracht om steeds weer door te gaan, ook op de moeilijke momenten. Want natuurlijk waren die er.
We hebben door storm, regen en onweer gefietst. En over modderige paden, waarop we amper vooruitkwamen. Soms was het echt loodzwaar; de eerste dagen had ik letterlijk blaren op mijn billen. En we hebben in de meest krakkemikkige bedden geslapen, op een zolder vol spinrag en direct langs het spoor. We hebben gescholden, gelachen en gehuild. Maar altijd hielden we de moed erin. Onze ontberingen waren immers niets in vergelijking met die van patiënten met kanker. Bovendien: we wilden al de mensen voor wie we fietsten niet in de steek laten.”
Noodweer in Luxemburg
“Overigens waren de moeilijkste momenten uiteindelijk vaak ook juist de mooiste. Bijvoorbeeld in Luxemburg, toen we in noodweer terechtkwamen en bij iemand aanbelden met de vraag of we mochten schuilen. De vrouw in kwestie zette haar deur meteen wagenwijd voor ons open. Uiteindelijk hebben we anderhalf uur bij haar gezeten en uitgebreid foto’s van haar kinderen bekeken. Met handen en voeten - zij sprak geen Engels, wij gebrekkig Frans -deelden we onze verhalen. Voor we vertrokken, drukte ze ons nog een donatie in de hand.
Ook elders werden we met open armen ontvangen door een stel van in de tachtig. Hoewel het al laat was, konden we nog eten krijgen en onze kleren drogen. Niets was te gek. Omdat we de volgende ochtend weer vroeg wilden vertrekken, hadden ze ’s avonds het ontbijt al voor ons klaargezet. In hun eigen woonkamer. Heel bijzonder dat ze ons zo vertrouwden.”
'Onze reis heeft veel losgemaakt'
“Ik leefde altijd al heel bewust, maar door onze fietstocht ben ik nog meer gaan relativeren. Hoe belangrijk is het bijvoorbeeld nu echt wat anderen van je vinden? Ik ga me daar in elk geval niet meer druk om maken. Loslaten van de dingen die er niet toe doen; dat is de belangrijkste les die ik aan onze fietstocht heb overgehouden. Ik ben zo dankbaar dat ik die in goede gezondheid heb kunnen volbrengen. Dat is het enige wat telt. En de mensen van wie je houdt.
Onze reis heeft veel losgemaakt. Bij mezelf, in mijn eigen omgeving, bij klanten van onze winkel, bij wildvreemden zelfs. Wat dat betreft heeft die onze stoutste verwachtingen overtroffen. De hele expeditie is zo goed bevallen, dat Maureen en ik het hier niet bij willen laten. We blijven dus elke vrijdag samen intensief sporten. En we denken alweer na over een bestemming voor een nieuwe sponsortocht. In Scandinavië misschien. Zolang kanker een dodelijke ziekte is, blijven wij er aandacht voor vragen.”
Benieuwd hoe de tandemrit naar de top van de Alpe d’Huez was voor Maureen? Haar verhaal lees je op 17 oktober op Margriet.nl.
Tekst | Marte van Santen
Fotografie | Mariel Kolmschot