Michiel van Erp: ‘Mijn moeder is altijd avontuurlijk geweest’
Dólverliefd, werd de moeder van Michiel van Erp op de muziekleraar. Michiel: "Of althans, dat denk ik. Wie weet was ze ook wel op zoek naar een manier om het dorp uit te komen. Want met mijn vader trok ze naar de grote stad. In haar ogen moet dat exotisch geweest zijn."
“Toos van Erp-van Nistelrode, zo heet mijn moeder. Ze is geboren op 24 mei 1936 in het dorpje Acht bij Eindhoven. Opa had een kruidenierszaak in dat dorp en oma was in die tijd wat ziekig waardoor mijn moeder, als oudste dochter van tien kinderen, de verantwoordelijkheid kreeg om te zorgen voor haar broers en zusjes. Daar was ze zeker niet altijd even blij mee. Thuis, in dat grote gezin, was mijn moeder druk en dominant. Daarop besloten haar ouders haar naar kostschool te doen. Vanaf haar negende woonde mijn moeder, overigens met veel plezier, bij de nonnen van Huize Nazaret in Best. Op haar veertiende moest ze terug naar huis. Oma was zo ziek dat mijn moeder hele dagen in de winkel moest bijspringen. Ze heeft vanaf dat moment altijd moeten werken en is nooit meer naar school gegaan. Dat kon blijkbaar in die tijd."
Geen vetpot
"Eens per week, op de woensdagmiddag, verscheen er een muziekleraar in het dorp die alle kinderen lesgaf in het bespelen van gitaar, mandoline en accordeon. Die muziekleraar was mijn vader. Een bon vivant met wapperend haar. Mijn moeder werd dolverliefd, dénk ik, maar wie weet was ze ook wel op zoek naar een manier om het dorp uit te komen. Want met mijn vader trok ze naar Eindhoven, de grote stad. In haar ogen moet dat exotisch zijn geweest. Mijn moeder is iemand die altijd avontuurlijk is geweest."
"Echt niet dus dat zij bleef hangen in een boerendorp. Ze wilde de wereld zien en ging veel reizen, bijvoorbeeld naar Moskou, Leningrad en Wenen. In Eindhoven hadden mijn ouders een muziekwinkel en bij ons thuis werd ook muziekles gegeven. Ze kregen vier zonen. Pa was dag en nacht aan het werk, mijn moeder bestierde het huishouden en ook de winkel. Ik herinner het me als een druk bestaan van hard werken en veel plezier maken. Echt een vetpot was het niet."
'Ineens zag ik haar zitten op de eerste rij'
"Zaterdags vroeg ik mijn vader tijdens het eten hoeveel muziekinstrumenten hij die dag had verkocht. Zaterdag was namelijk de beste dag voor instrumentverkoop. Viel het tegen dan dacht ik, daar gaat mijn winterjas. Mijn broers en ik gingen al jong aan de slag om zelf een centje bij te verdienen. Denkend aan die tijd beschouw ik mijn moeder als moedig en monter. Ze was niet hysterisch aan het opvoeden. Ik groeide op in een joviale, makkelijke sfeer en voelde me op geen enkele manier geremd in mijn keuzes. Ook niet toen ik op mijn zestiende heel graag acteur wilde worden en tien zaterdagen naar oriëntatiecursus van de toneelschool in Amsterdam ging. Bij thuiskomst was het: ‘Hoe was het? Leuk?’ En dat was dat. Er werd geen druk op ons gelegd hoe we ons leven zouden moeten inrichten."
"Natuurlijk is ze trots op wat ik nu doe, maar niet trotser dan op mijn broers met totaal andere beroepen, van productdesign tot functies in het technische bedrijfsleven. Eén keer heeft ze zichzelf tot mijn stomme verbazing binnengepraat bij de uitreiking van de Nipkow-schijf voor de televisieserie Ramses. Ineens zag ik haar zitten op de eerste rij. Ik was compleet verrast omdat mijn moeder nou niet bepaald te koop loopt met haar trots. Dat plezier maken, wat ook belangrijk werd gevonden binnen ons gezin, zat ‘m in eerste instantie niet in dure vakanties. Tot mijn twintigste had ik bijvoorbeeld nog nooit gevlogen. Maar we trokken wel, elke zondag, met z’n zessen het land in. We gingen op museumbezoek, wandelden door een plaatsje en als het heet was, gingen we met campingstoelen op de hei zitten en aten we brood met afgekoeld ei."
Lees ook:
Gerard Joling: ‘Als ik de telefoon van m’n moeder opneem, denken mensen dat ik haar ben’
Mooie herinneringen
"Ik heb ook leuke herinneringen aan de uitjes met mijn moeder: als we met z’n twee de trein pakten naar Amsterdam. Dan gingen we in de Jordaan naar het café van Tante Leen. Ook bezochten we samen musicals of een zwaar toneelstuk – ze wilde het allemaal meemaken. Binnen dat jongensgezin waar op zondag voetbal werd gekeken met zelfgebakken friet op tafel, trok ik er met mijn moeder op uit. Togen we naar de plaatselijke Chinees waar we gniffelend een rijsttafel aten."
"Iedereen kende ons daar en dat voelde spannend en leuk. Toen mijn vader met pensioen ging hoopte mijn moeder dat ze samen de rest van de wereld zouden gaan verkennen. Maar vader was doodmoe en later is hij dement geworden. Hij kon het allemaal niet meer. Mijn moeder ging nog wel in haar eentje op reis. Een paar keer alleen met de trein naar Wielingen. Eén keer zelfs zes weken, op bezoek bij een naar Nieuw-Zeeland geëmigreerde vriendin. Ik maakte me zorgen, stel dat het niet zo gezellig zou zijn als ze hoopte."
Verhuizing
"Ik besloot haar na die zes weken te ontmoetten op Singapore Airport met het idee voor tien dagen naar Bali te gaan. Dan bezorgde ik haar in elk geval een fijne afsluiter. Breed lachend liep ze me op het vliegveld tegemoet en het was meteen duidelijk dat ik me voor niets zorgen had gemaakt over deze zelfstandige, ondernemende vrouw. Mijn vader is een paar jaar geleden overleden. Mijn moeder kwakkelt wat met haar gezondheid, maar dat weerhoudt haar er niet van leuke dingen te doen. Ze houdt van winkelen, boodschappen doen en ze volgde een computercursus waardoor we ook kunnen e-mailen naar elkaar."
"Vorig jaar, toen zowat de hele wereld plat lag door corona, besloot ze te willen verhuizen. Ik twijfelde of het moment juist was, maar mijn moeder, mondig als altijd, zette haar zin door. Nu woont ze in een aanleunwoning. Nog zelfstandig, al kan ze gemakkelijk gebruikmaken van het restaurant van het verzorgingstehuis ernaast. Van de week was ik bij haar om foto’s van vroeger op te halen – ze heeft natuurlijk de hele familie al verteld dat ze in Margriet komt - en toen kwamen de anekdotes over vroeger los. Het mooist vind ik dat in al die verhalen doorsijpelt dat mijn moeder niks of niemand raar vond en totaal niet bang was voor de wereld. Nog steeds trouwens, ze kiest niet voor de enkel veilige route, ze gaat nog altijd kleine, nieuwe avonturen aan.”
Tekst | Nicole Gabriëls
Beeld | Privébeeld en Friso Keuris