Marjan van den Berg: ‘Ik weet meestal niet hoe ze heten, maar we delen ons dorp’
Journaliste Marjan van den Berg is getrouwd en heeft drie dochters en twee kleinkinderen.
“Ken jij al die mensen?” Vriendin uit de stad vraagt het me, stomverwonderd over alle bestuurders die langsrijden en hun hand opsteken. We lopen over de dijk met Bente, op weg naar de kade langs de uitwatering. Daar kan ze zwemmen en even een modderslootje oversteken voor een illegaal uitstapje op een weiland. Om daarna pikzwart en dolgelukkig kwispelend terug te keren via het hek. En zich dan flink uit te schudden naast blote benen. Het effect van modderspetters op kuiten is altijd anders en steeds weer boeiend. Het leven van een labrador is mooi.
Ik zwaai naar de auto’s en straks, langs de kadeweg, zwaai ik naar de bestuurders van alle trekkers die langskomen. Dan zit Bente netjes aan de kant. Een langsrijdende trekker is altijd goed voor een hondensnoepje, dus ze weet haar plaats in het gras.
Ik heb allang geknikt natuurlijk. Het vermoeden van vriendin is juist. Ik ken ze, de zwaaiers. Ik herken ze meestal niet zo snel, want zo’n auto is zo voorbij en het enige wat je goed ziet, is de wuivende hand. Ik weet meestal ook niet hoe ze heten. Maar dat maakt niets uit. We delen ons dorp, dus we steken een hand op. Want we kennen elkaar.
Maar wie de bewoner is die failliet is, omdat zijn hennepkwekerij voor de derde achtereenvolgende keer is opgerold? Geen idee. En welke dorpsgenoot betrokken was bij het uitbaten van een schuur vol illegale Poolse prostituees? Wie er midden in de nacht dealt naast het hobbelige voetbalveldje, waar Bente altijd speelt met haar vrienden en vriendinnen? En wie de lege wietzakjes dan uit de auto gooit, zodat ik ze vaak oppak en weggooi in de afvalbak een paar meter verderop? Samen met de lege flessen wodka? Wie al die lege chipszakken en blikjes altijd achterlaat bij het bruggetje, zodat mijn buurman van tijd tot tijd gewapend met vuilniszak en prikstok afreist om zijn burgerplicht te doen? Dat weet ik niet. Ook geen idee wie onlangs zijn keuken heeft gesloopt en die voor het gemak onder het viaduct heeft gedumpt. Ik weet niet van wie de condooms zijn die altijd onder het bankje liggen bij het stoomgemaal. En ik heb ook geen idee wie ze vervolgens opruimt. Dat moet iemand doen, anders lag er inmiddels een hele berg. En ik doe het niet.
“Wat heerlijk dat je iedereen kent. Dat geeft echt een geborgen en veilig gevoel,” zegt vriendin, die in haar appartement op zevenhoog amper weet hoe haar buren eruitzien. Ik knik tevreden. “Ja, hè?”
Daarna zwaaien we samen.
Foto | Ester Gebuis
Deze column is afkomstig uit Margriet 2017-33. Je kunt deze editie nabestellen via Magazine.nl.
ook leuk om te lezen
- Marjan van den Berg: ‘Je zou die inbrekers er bijna dankbaar voor zijn’
- Marjan van den Berg: ‘De zaadjes zoeken een mooi plekje om te ontkiemen, om hun soort eens flink te vermeerderen’
- Marjan van den Berg: ‘Dankzij al die vleeseters kun jij maar mooi van die huppelende beesten genieten!’
Kijk ook
Zo kom je van kalkaanslag in je douche af.
Artikelen van Margriet.nl ontvangen in je mailbox? Schrijf je in op Margriet.nl/nieuwsbrief