PREMIUM
Marion Koopmans: ‘Ik denk eigenlijk nooit aan mijn pensioen’
Hoogleraar Marion Koopmans (66) schreef samen met haar zoon Mischa Viroloog in een veranderende wereld. Een boek dat niet gaat over corona, maar over hoe complex wetenschap soms kan zijn.
Marion Koopmans is hoogleraar virologie aan het Erasmus MC in Rotterdam en onderzoeker op het gebied van virus-verspreiding. Ze is lid van het Nederlandse Outbreak Management Team en adviseert de World Health Organization over nieuwe infectieziekten. In 2021 ontving ze de Irispenning voor excellente wetenschapscommunicatie. In 2022 kwam haar boek Viroloog in een veranderende wereld uit, dat ze samen met haar zoon Mischa Huijsmans schreef.
De afgelopen drie jaar in een paar woorden vangen, is bijna niet te doen, zegt ze. Maar “Wow, wat een crisis,” komt misschien wel het dichtstbij. “We kijken dit voorjaar naar de achterkant van de coronapandemie. Maar met de effecten daarvan zullen we nog lang bezig zijn. Het ontwrichten van de samenleving, de inhaalzorg, mentale zorg, long covid, de boosheid; daar moet allemaal aandacht aan worden besteed. Ik hoop ook dat er ruimte komt voor het gesprek over hoe we nu verdergaan en hoe we ons beter kunnen voorbereiden.” Tijdens de crisis werd ze benaderd door een uitgeverij om een boek te schrijven. Ze zei ‘nee’, want wanneer moest ze dat doen? Dagen waarop ze zestien uur werkte waren eerder standaard dan uitzondering. Maar er kwamen meer verzoeken en het idee begon te rijpen, want hoe mooi zou het zijn als ze kon uitleggen hoe de wetenschap werkt? Hoe bijzonder, maar ook hoe ingewikkeld die wetenschap soms is. Haar zoon Mischa stelde voor om het te schrijven, en ja, toen werd het ineens een interessante optie. Mischa stelde wel een ‘eis’: hij wilde ook háár verhaal vertellen. Dus de vrouw achter de wetenschapper laten zien. “Ik praat nu voor hem, maar hij vond het belangrijk om te laten zien dat ik meer ben dan de vrouw die mensen op televisie zien.”
Hoe ging dat samen schrijven? Zorgde het voor veel discussies?
“Dat viel eigenlijk wel mee. Hij wilde alles heel precies weten, vroeg ook door en heeft veel factchecking gedaan. We hebben eigenlijk alleen een discussie gehad over de bedreigingen die ik heb gehad. Ik wilde die bedreigingen wel benoemen, heb het er eerder ook al publiekelijk over gehad, maar ik wilde ze niet te belangrijk maken. Mischa vond dat we daar best wel iets uitgebreider over konden zijn. Hij wist ook niet alles, want ik heb mijn kinderen daarvan weg proberen te houden.”
Heb je je onveilig gevoeld?
“Heel incidenteel. Het vervelende aan bedreigingen is dat je het gewoon niet weet. Heb ik met iemand te maken die zich verveelt en op Twitter zomaar wat roept of met iemand die echt met nare plannen rondloopt? En dat is ongemakkelijk, met name als ik met mijn gezin ben. Samen een dagje weg in Nederland doen we niet meer. Dat is jammer, want we hebben er ook behoefte aan om samen een beetje rond te slenteren en een kroegje in te duiken. Laatst zijn we een paar dagen naar Portugal geweest en dat was heel fijn.”
Als je samen een boek schrijft, verandert de onderlinge band dan?
“Ik denk dat onze band een stuk volwassener is geworden. We hadden een prima band, maar doordat we met elkaar werkten, stapten we uit die moeder-kindrol. Ik ben ook wel onder de indruk van hoe hij die interviews heeft gedaan. Het waren heel mooie gesprekken die we hadden. En voor mij was het leuk om te horen hoe hij over bepaalde dingen dacht en hoe hij het had ervaren. Het plan was dat mijn dochter ook mee zou schrijven. Maar zij had best wel last van de pandemie en kwam uiteindelijk weer bij ons thuis te zitten. Het is vreselijk om te zien dat veel jongeren last hebben gehad van de pandemie. Een studietijd moet een leuke tijd zijn met studiegenoten en nu zaten ze thuis bij hun ouders. En dat is echt stilstand, zo niet achteruitgang. Mischa woonde in Londen waar hij personal trainer was en muzikant. Hij heeft de laatste boot terug naar Nederland genomen, net voor de lockdown. Ik vond het gezellig om mijn kinderen weer thuis te hebben, maar voor hen was dat natuurlijk heel anders.”
Kun je jezelf omschrijven als moeder?
“Ik denk dat zij mij wel veeleisend vinden. En uitgesproken. Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen hun hart volgen. Ik zeg niet wat ze moeten doen, maar ik leg ze wel steeds dingen voor: is dit niet leuk voor jou of dat? Dat ze hun passie moeten volgen, is wel iets wat ik ze wil meegeven. Dat doe ik zelf ook.”
Je hebt een drukke baan en moest vaak naar het buitenland. Heb je het gevoel dat je veel hebt gemist?
“Mijn kinderen hebben vroeger weleens geklaagd dat ik veel naar het buitenland moest en toen ben ik ze, daar waar het kon, gewoon gaan meenemen. Dat mocht ook van school. Ik ben met mijn dochter bijvoorbeeld naar San Diego en Parijs geweest en met mijn zoon naar Lapland. Als ik moest vergaderen, vermaakten zij zich prima en soms kon ik eerder weg. Ik plakte er ook vaak een paar dagen aan vast. Dat waren heel leuke reisjes en toen vonden ze mijn werk ineens heel erg leuk. Aan de andere kant heb ik ook veel dingen gedaan voor mijn kinderen. Ik had een drukke agenda, maar als je goed plant, lukt het best. Elke week lezen op school was lastig, maar ik pakte eenmalige projecten op. Ik organiseerde de jaarlijkse kunstdag, een biologie-expeditie of vogelkijkcursus. En mijn man Ad, die muzikant is, organiseerde de band met sinterklaas en kerst.”
Je groeide op in Steyl, een klein dorp in Limburg. Hoe was dat voor jou?
“Ik heb een zorgeloze jeugd gehad. Ik zat op een katholieke school en kreeg les van de nonnen. Na school speelden alle kinderen buiten en renden we door de weilanden tussen de boerderijen. Toen ik wat ouder werd, voelde ik me een beetje een buitenbeentje. Ik las veel, had veel vragen, en daar was niet zo erg veel ruimte voor, zeg maar. De groep kinderen waar ik mee omging, was een gezellige groep, maar niet een waarin veel werd gediscussieerd. En ik ben gewoon niet goed in smalltalk, dat is niet mijn ding. Het dorp werd in die zin te klein voor mij, hoewel ik me er ook heel geborgen voelde. Toen ik naar Utrecht ging om te studeren, vond ik meer gelijkgestemden.”
Je moeder ging op school het gesprek aan, omdat ze jou een vakkenpakket met talen wilden laten kiezen, terwijl je een bètameisje was.
“Dat heeft ze goed gedaan, want daardoor kon ik uiteindelijk Dierengeneeskunde studeren, iets wat ik heel graag wilde. Mijn moeder was heel geëmancipeerd en kon je aansporen om het beste uit jezelf te halen.”
Vind je jezelf een feminist?
“Ik heb, hopelijk, laten zien dat je als vrouw kunt bereiken wat je wilt en dat prima kunt combineren met een gezin. Dat neemt niet weg dat ik me als vrouw veel heb moeten verantwoorden voor het feit dat ik moeder ben. Als mijn man moest reizen voor zijn werk, werd daar anders op gereageerd dan als dat ik dat moest doen. Ad en ik zaten op een lijn, dus we konden dat relativeren en voor ons is het nooit een probleem geweest. We zorgden beiden evenveel voor de kinderen toen ze jong waren. Maar voor de buitenwereld was het anders. Ik heb ook echt gekke dingen meegemaakt. Toen ik bij het RIVM werkte was er gedoe omdat ik op tijd weg wilde om mijn kinderen op te halen. Ik heb het aangekaart, maar daar werd niet op gereageerd. Toen leerde ik al snel: pick your battles. Ik zei gewoon dat ik een andere afspraak had als ik mijn kinderen moest ophalen. Een andere keer zat ik in een promotiecommissie. De voorzitter gaf iedereen een hand en vroeg aan mij: ‘En u bent de vrouw van?’ Nou, dan gaat het vuur in mij wel aan. Mijn dochter had op de middelbare school gedoe met een vak omdat de docent als hij de les had uitgelegd, zei: ‘Zo, nu doe ik het voor de meisjes nog een keer.’ Zij was daar zó boos om geworden en dat vond ik volkomen terecht. En ik vond ook dat ze daar wat van mocht zeggen. Maar er gaan ook dingen goed. Ik zie in mijn omgeving ook vrouwen die op een academisch pad zitten en gelijkwaardig zijn aan hun mannelijke collega’s.”
Hoe heb je ervoor gezorgd dat je de afgelopen drie jaar niet gek bent geworden?
“Door te relativeren. Ik ben ook maar een radertje in het geheel. En ik vind het onderwerp superbelangrijk. Dat drijft mij enorm.”
Fluit Ad je af en toe terug?
“Nee.”
Omdat hij weet dat hij dat niet moet doen?
“Nee, omdat hij het wel snapt. Hij is gepassioneerd door muziek en fietsen, dus gedreven worden door iets, herkent hij. Het is een heftige tijd geweest en we hebben het er veel over gehad. Ook omdat er periodes waren dat ik dacht: nou vind ik het even niet meer leuk. En dan had ik ook echt steun aan hem.”
Spelen jullie nog weleens samen saxofoon?
(lachend) “Nee, dat niet meer. Nadat de kinderen waren geboren, heb ik eigenlijk niet meer gespeeld en je moet het wel echt bijhouden wil het een beetje klinken. Toen ik studeerde, wilde ik beter saxofoon leren spelen. Mijn opa speelde saxofoon en ik vond dat intrigerend, dus kocht ik een sax. Ik zocht een leraar en toen ik Ad belde – ik vond zijn nummer in de muziek-winkel waar een lijst met muziekdocenten hing – hadden we een leuk gesprek. Het duurde even voordat we een stel waren, ik had eerst nog een relatie, maar na maanden samen spelen kwam het er toch van. Ik viel voor zijn humor en hang naar avontuur.”
Wat doen jullie om het nu al veertig jaar leuk te houden?
“We wandelen en zijn veel buiten, we houden van kunst en gaan soms naar een concert. En we kijken samen series. We zijn nu voor de tweede keer aan The Crown begonnen.”
Denk je weleens: straks moet ik met pensioen en dan?
“Ik denk eigenlijk nooit aan mijn pensioen, maar het wordt wel vaak aan me gevraagd. Ik hoop dat ik nog een tijd mijn werk kan blijven doen. Ik heb net grote subsidie gekregen voor het pandemic center, zodat jonge mensen ermee bezig kunnen blijven zijn. Niks doen is niks voor mij. Mijn werk vind ik ook te leuk. Maar als er straks meer vrije tijd is, zou ik wel in Tibet willen wandelen, met een kameel. Of naar Patagonië gaan. Maar ik heb ook weleens gedacht: ik koop een stuk land en ga een onderzoekcentrum oprichten voor jonge mensen. Dan kan ik gewoon elke dag wandelen en werken.”
- Vak op school “Natuurkunde. De leraar gaf leuke brain teasers als opdrachten.”
- App “WhatsApp.”
- Land “Wat nog op mijn verlanglijstje staat is Oost-Europa, dat zou ik graag willen ontdekken.”
- Eten “Ik ben gek op spruitjes en chocola.”
Viroloog in een veranderende wereld
In haar boek kijkt Marion Koopmans terug op haar carrière als viroloog en haar ervaringen met covid-19 en andere grote virusuitbraken. Samen met haar zoon Mischa Huijsmans reflecteert ze op wetenschappelijke adviezen in crisistijd, op de zoektocht naar kennis en omgaan met onzekerheid en de soms gecompliceerde grens tussen politiek en wetenschap.
Meer informatie: debezigebij.nl