PREMIUM
Margôt Ros kampte met overprikkeling door hersenletsel: ‘Als ik naar de bakker ging, leek m’n brein wel gefrituurd’
Het is donderdag 23 juni de Dag van de Overprikkeling: iets waar veel mensen met hersenletsel last van hebben. Van vermoeidheid, tot overgeven en overgevoeligheid voor licht en geluid. Je hersenen kunnen de vele prikkels niet meer goed verwerken. Ook actrice en auteur Margôt Ros kreeg te maken met overprikkeling na een ongeluk in het theater.
“In 2018 speelde ik een voorstelling in het DeLaMar theater in Amsterdam. Toen ik naar achter rende om me om te gaan kleden, ben ik hard tegen een decorstuk aangelopen dat daar in de lucht hing. Ik had meteen last van mijn hoofd, maar heb nog wel doorgespeeld. Dat ging ook wel, ik was alleen een beetje duizelig. Maar al snel werd de hoofdpijn erger en uiteindelijk bleek ook dat ik een hersenschudding had. Maar waar een hersenschudding normaal binnen drie tot zes weken overgaat, draaide ik binnen twee weken helemaal vast. Mijn brein kon informatie die binnenkwam niet meer goed verwerken. Ik was overprikkeld.”
Overprikkeling
Veel mensen die hersenletsel of een hersenaandoening hebben, hebben last van overprikkeling. Maar zij zijn niet de enigen. Ook mensen zonder hersenaandoening kunnen weleens overprikkeld zijn. Denk bijvoorbeeld aan mensen met ADD, ADHD, een autismespectrumstoornis of depressie. Iedereen is in een andere mate gevoelig voor prikkels en al onze zintuigen kunnen overprikkeld raken.
Noise cancelling koptelefoon, zonnebril en pet
Dat je zintuigen beïnvloed worden, merkte Margôt ook al snel. “Ik kon nergens meer tegen. Geluid en licht kon ik niet meer verdragen. Mijn noise cancelling koptelefoon, zonnebril en pet had ik standaard op. Langzaam maar zeker kon ik helemaal niets meer."
Bij Margôt begon het met ontzettende hoofdpijn. “Ik dacht nog, dat is na een week of twee wel weer over of in ieder geval minder. Zeker omdat een hersenschudding drie tot zes weken duurt. Maar het nam niet af, het werd alleen maar erger. Tussen die drie en zes weken kon ik steeds minder en uiteindelijk helemaal niets meer. Ik lag halve dagen op bed omdat ik extreem moe werd van al die prikkels die ik niet kon verwerken. Als ik naar de bakker ging, leek m’n brein wel gefrituurd.”
Het leven sluit zich van je af
“Langzamerhand sloot het hele leven zich voor me af. Ik kon het niet meer aan. Een gesprek met iemand als de radio aanstond, het geluid van de vogels buiten, een kind dat iets moeilijks vroeg en de deur open deed. Mijn brein werd constant overvraagd. En daar werd ik letterlijk misselijk en ziek van. Ik had steeds zulke heftige hoofdpijn, was extreem vermoeid, kon niet meer tegen licht en geluid, kon niet focussen en sliep slecht. Een tijdlang was ik ook somber. In alle jaren dat ik leef heb ik dat nog nooit meegemaakt, ook niet als ik moeilijke dingen doormaakte. Ik had nergens vat op.”
Revalideren
Na ongeveer drie maanden is Margôt het helemaal zat en begint ze aan haar revalidatietraject. “Ik wilde heel graag herstellen. Dat heeft uiteindelijk 3,5 jaar geduurd. Ik moest onder andere cognitieve oefeningen doen en m’n hersenen langzamerhand weer blootstellen aan prikkels. Ze moesten overal weer aan wennen. Die periode was best heftig, zeker omdat mensen aan de buitenkant niet kunnen zien dat je ziek bent. Mensen zien je buiten lopen en denken: ze is weer beter, want ze loopt daar en maakt een praatje met de buurvrouw. Maar wat ze niet weten, is dat ik na dat praatje minstens een half uur of zelfs een hele middag moest bijkomen.”
“Ik had het geluk dat ik niet samenwoonde met mijn partner. Ik woonde alleen en hoefde op de moeilijke momenten niet te vragen of hij op sokken door het huis wilde lopen en de tv uit wilde laten. Ik kon mezelf goed afsluiten en hij zag mij op de momenten dat ik er de energie voor had. Ik heb het grote geluk dat hij al die tijd naast mij is blijven staan. Daar ben ik hem ontzettend dankbaar voor. Hij zei: ‘je gaat hier doorheen komen. We gaan net zo lang trainen tot je hier doorheen bent.' 3,5 jaar later gingen we voor het eerst weer naar de bioscoop. Het moet voor hem ontzettend zwaar geweest zijn, omdat hij altijd rekening met mij moest houden. En ik kon hem daar maar heel weinig voor teruggeven.”
Positief blijven
“Op dit moment ben ik gelukkig tot op zekere hoogte hersteld. Het zal nooit zoals vroeger worden, maar ik ben weer aan het werk. Samen met mijn partner, Jeroen, heb ik de feel-good roman Zeg maar Agaath geschreven. Daar kreeg ik zoveel positieve energie van, omdat ik wist dat mensen die het zwaar hebben daar ook energie en positiviteit uithalen. Ik werk wel met een ontzettend strakke agenda. Spontane activiteiten of plannen vermijd ik liever, omdat dat nog steeds lastig is. En ik prop m’n dagen niet meer te vol. Als ik overdag werk, houd ik ‘s avonds vrij. Wil ik in de avond weg? Dan zorg ik dat ik overdag rust kan nemen en dus minder lang werk.”
Voor mensen die ook last hebben van overprikkeling heeft Margôt een aantal tips:
- Sluit je niet af en blijf praten met de mensen om je heen. Zij willen en kunnen je helpen en geven je ook energie.
- Denk in mogelijkheden. Soms lijkt het allemaal negatief en zie je het niet meer zitten, maar weet dat er altijd mogelijkheden zijn. Soms liggen de oplossingen alleen buiten het zicht, waardoor je ze niet meteen ziet.
- Ga op een prikkelarm uitje. Steeds meer theaters en musea bieden dit aan. Zo kun je weer positieve prikkels opzoeken die je energie geven.
- Onthoud dat je niet de enige bent. Het voelt soms wel zo, maar zo veel mensen hebben last van overprikkeling en ook zij gaan hierdoorheen. Dat idee kan het leed soms wat verzachten.
Wat gebeurt er bij overprikkeling in je brein?
“In je hersenen zijn normaal gesproken allemaal filters aan het werk”, legt Erik Scherder, Hoogleraar Neuropsychologie aan de VU, uit. “Die zorgen ervoor dat alles wat je ziet, ruikt, hoort, proeft en voelt, gefilterd en afgeremd wordt. Als dit niet gebeurt, wordt ons bewustzijn heel erg overvraagd en dat kun je niet goed aan. Onderweg maken die filters dus al de keuze wat wel en niet ons bewustzijn bereikt. Maar bij hersenletsel zijn die filters kwetsbaar geworden. De informatie kan dus minder goed gefilterd worden, waardoor er veel meer aankomt in je hersenschors. Je kunt niet meer focussen. En dat is niet iets wat je ervaart als prettig, maar als iets wat je overprikkelt.”
Mensen met hersenletsel hebben dus te maken met filters die niet meer goed werken, waardoor er veel te veel informatie binnenkomt. Volgens Erik is er wel een manier om die filters weer beter hun werk te laten doen. “Een normale reactie van mensen is om alle prikkels uit de weg te gaan. Ze trekken zich terug als er te veel geluid is en stellen zich niet meer bloot aan die prikkels. Maar de functie van die filters moet je eigenlijk langzamerhand weer gaan trainen, zodat ze weer beter hun werk gaan doen. Het is dus goed om wel de uitdaging aan te gaan en prikkels op te zoeken. Je kunt het vergelijken met trainen in de sportschool. Als je sterker wilt worden, zoek je je grenzen op en ga je de uitdaging aan. Dat moet je ook doen bij overprikkeling. Ga de uitdaging aan, want dat is waar je je hersenen weer traint. Maar bewaak ook je grenzen."