Kerst met pubers: ‘Ze beweerden dat ál hun vrienden niet aan de kerstdis hoefden te zitten’
Jij denkt: leuke familietraditie, kerst, maar voor pubers staan de kerstdagen vooral voor dingen móéten waar ze helemaal niet op zitten te wachten. Saskia Smith onderzoekt hoe je het toch een beetje leuk houdt.
“Ik doe het zo,” zei mijn puber die op de bank lag te netflixen met zijn telefoon in zijn hand. Nu is ‘zo’ een ruim begrip bij pubers. Dat kan over een uur zijn, morgen, of nooit. Maar die ruimte had ik niet, want hoewel ik mezelf – adem in, adem uit – een zen-kerst had beloofd, waren de eerste rode stressvlekken al onder mijn blouse vandaan mijn nek in gekropen. Over een paar uur begon kerstavond en moest er voor tien man eten op tafel staan, het huis enigszins aan kant zijn en ik in een feestjurk worden gehesen.
Kerst met pubers
Dus dat ik mijn pubers om hulp vroeg, vond ik meer dan normaal. Zij zitten straks ook aan die tafel, het is ook hun kerst. En die van mij zijn heus niet te beroerd om te helpen, al gaat dat wel gepaard met luid gezucht en oogrollen en is hun tempo niet mijn tempo. Helemáál niet in die laatste uren voor kerst. De een zou boter halen – hoognodig voor een saus die ik nog moest maken – maar zag ik na een uur nog in haar pyjama rondlopen met een bord vol chocolade-croissanttosti’s. En de ander moest zijn troep opruimen die rijkelijk verdeeld door het huis lag, omdat hij zo’n persoon is die daar waar hij iets uittrekt het ook achterlaat. Maar goed, die lag nog zijn serie af te kijken op de bank, want hij had vakantie en dus de tijd om het hele seizoen in één dag af te tikken.
Alwéér eten?
De rest van de middag klonk ik als een langspeelplaat die blijft hangen: ‘kom van de bank af’, ‘ruim het tostiapparaat op’, ‘waarom ben je niet aangekleed?’, ‘de afwasmachine moet worden uitgeruimd’, ‘wie gaat er even naar de winkel?’, ‘halló, horen jullie mij wel?’ Mijn pubers trokken hun oordoppen uit hun oren. Ja, ze hoorden mij echt wel, ik tetterde zó hard, dat ik zelfs boven hun muziek uitkwam. En ja, ze zouden het zo allemaal echt gaan doen. Maar de een moest eerst nog haar haar wassen, wat in haar geval een behoorlijke lange exercitie is, en de ander had een online game-afspraak met vrienden. O, en ze moesten nog eten (alwéér?), een onnavolgbaar TikTok-dansje doen en kleren online bestellen voor kerst. Dat kon toch nog? Hoezo te laat?
Stampvoetend naar hun kamer
Het werd er niet gezelliger op die middag. Zij vonden dat ik belachelijke eisen stelde, zoals het hele huis aan kant hebben voor kerst en iets van drie gangen op tafel zien te krijgen. Ik vond dat zij zich verwend gedroegen. En toen vroegen ze op het hoogtepunt van alles stress doodleuk of ik ze even naar de stad kon brengen, want dan konden ze nog snel even nieuwe kleren kopen. Ze moesten er toch netjes uitzien vanavond? En moesten ze dat dan ook zelf betalen, peilden ze. Ik brieste iets over kerstgedachte en tot 2026 zonder hun telefoon als er niet werd geluisterd. Uiteindelijk vertrokken ze stampvoetend naar hun kamers. Met zo’n moeder als ik viel, en denk hier een dubbele oogrol bij, écht niet te leven.
Gespannen aan tafel
Die avond zat ik redelijk gespannen aan tafel. In de laatste vijf minuten was het me gelukt om én de tafel kerstig te dekken, mijn haar te föhnen en een saus te maken met keiharde boter. Mijn pubers hadden zoiets van: alles is toch goed gekomen, waar maak je je druk om? En net toen ik bedacht: laat het los, laat het gaan, dit gaat een gezellige avond worden, boog mijn jongste zich over de tafel naar mij toe en vroeg hoe lang dit ging duren. Want ze wilde afspreken met vrienden, over een uur. Dat kon toch wel? De oudste zag ik zijn telefoon uit zijn broekzak vissen.
Nog méér pubers uit tijdens kerst
Gelukkig, en dit is een tip voor iedereen met een puber in huis, zaten we die kerst aan tafel met vrienden en hun pubers. Die net zo onderuitgezakt hingen en naarstig op zoek waren naar een way out van dit kerstavonddiner. Gedeelde smart is halve smart, onthoud dat, want dat is voor puberouders gewoon heel fijn. Toegegeven: ik was een tikje beledigd. Want hoezo willen die kinderen niet bij hun ouders aan tafel zitten? Dat konden ze toch wel opbrengen? Dit deden we elk jaar, dat was toch leuk? Het is toch een traditie? Maar hoe langer het duurde, hoe meer die pubers gingen zuchten. En hoe geïrriteerder de puberouders aan tafel raakten.
De pubers beweerden dat ál hun vrienden, echt waar, állemaal, helemaal niet aan de kerstdis hoefden te zitten. Die mochten gewoon op hun kamer hangen met een zak chips. Want bij een ander mag altijd alles. En dat is natuurlijk niet zo, dat weet ik ook wel, maar is nou eenmaal een strategie die pubers graag gebruiken. Voordat we hun de verlossende woorden gaven – ‘je mag van tafel af’ – vroegen die pubers of we zelf nooit jong waren geweest. Hadden we vroeger zelf niet gebaald dat we een hele avond aan tafel moesten zitten terwijl we liever iets anders wilden doen?
Stomme traditie
Was ik zelf nooit jong geweest? Die vraag zette me aan het denken. Terug naar kerst ergens eind jaren tachtig. Ik zat met fluorroze lippenstift op aan tafel, brede schouders in mijn trui en mijn haar getoupeerd tot een indrukwekkende hoogte. Ik wilde die avond veel liever naar een feest in een disco waar íédereen naartoe ging. Echt ál mijn vrienden mochten, bezwoer ik, want die strategie is al zo oud als de weg naar Rome. Maar mijn ouders vonden: het is kerst en dan ben je gewoon thuis, want dat is traditie. Ik zat vervolgens met mijn hoofd gebogen en een blik die kon doden aan tafel. Stomme ouders, stomme kerst, stomme traditie.
Maar was ik nu zelf ook niet die traditie aan het najagen? En wat ís die traditie dan? Mezelf drie slagen in de rondte stressen om vervolgens doodmoe de kerstdagen door te brengen? En van wie was die traditie eigenlijk? Mijn ouders zaten met hun ouders aan het kerstdiner, ik zat met mijn ouders aan het kerstdiner en mijn pubers zaten nu dus met ons aan het kerstdiner.
Een nieuwe kersttraditie
Mijn pubers waren het helemaal met mij eens. Natuurlijk, die zagen, opportunistisch als ze zijn, hun kans schoon. Maar zo snel liet ik me niet vangen. Want tradities vind ik ook belangrijk, omdat ze mensen verbinden. Ze worden van generatie op generatie overgegeven en als ik dan met kerst aan tafel zit met vrienden en familie voel ik me verbonden met de generaties voor me. Een kerstboom kopen, glühwein drinken, elkaar de beste wensen wensen, met elkaar eten, kerstwensen versturen… Allemaal traditie.
Maar werd het niet eens tijd voor een nieuwe traditie? En daar schuurde het. Mijn kinderen waren enthousiast, maar ik – sterrenbeeld Maagd, niet per se de meest enthousiaste mens als het gaat om veranderingen – gedij bij uitstek goed bij tradities. Gewoon elk jaar hetzelfde. Makkelijk en vooral overzichtelijk. Dus ik werd er een beetje wankelmoedig van, van dat voorstel van mijn pubers om zelf tradities te maken. En dat zij daar dan over mee mochten beslissen. De echo van het gebonk op de trap en het geschreeuw van die middag trok me over de streep. En mijn man, die wél dat enthousiasme-gen heeft om de boel om te gooien en het een goed idee vond. Als onze kinderen het beter wisten, moesten ze dat vooral maar laten zien, vond hij.
Pannenkoekenkerst
De volgende dag mochten onze pubers kerst zelf gaan vormgeven. En dat deden ze. Die eerste kerstdag aten we pannenkoeken, want, zo beweerden ze, dat is leuk om te maken, je raakt er lekker snel vol van, niemand hoeft lang in de keuken te staan en íédereen lust pannenkoeken. O, en omdat het zo relaxed eten is, hoef je ook niet opgedirkt aan tafel te zitten, dus of we allemaal in joggingpak aan de keukentafel wilden verschijnen. Eerlijk is eerlijk, ik dacht: dit doen we gewoon een keer en dat gaan we volgend jaar weer op de oude voet verder. We bakten om beurten een rondje pannenkoeken en hielden een pannenkoekflipwedstrijd, maar bovenal leerde ik dat kerst geen hysterisch gebeuren hoeft te zijn. Met die pannenkoeken kwam er namelijk ook rust aan tafel.
Meel, melk en eieren
Die pannenkoekenkerst is inmiddels drie jaar geleden. Mijn voornemen om het bij een eenmalige gebeurtenis te laten sneuvelde al snel en dit jaar eten we voor de vierde keer pannenkoeken. Mét onze pubers die het nog steeds relaxed vinden om in joggingbroek aan de kersttafel te zitten en het heel fijn vinden dat ze niet zo veel moeten. En vooral dat laatste vind ik ook zo fijn. Als ik in de dagen voor kerst mensen hun boodschappenkar zie volstouwen, briefjes van twee kantjes afkruisen en de paniek op hun gezicht is af te lezen, leg ik heel zen alleen meel, melk en eieren in mijn karretje.
Dit artikel over kerst met pubers verscheen eerder in Margriet 54/55 – 2021. Dit nummer nabestellen kan via lossebladen.nl.
Tekst | Saskia Smith
Illustratie | Kristel Steenbergen