PREMIUM
Jan de Hoop: ‘Ik ben van het een in het ander gerold’
Jan de Hoop (68) is de nieuwe columnist van Margriet. Vanaf deze week vertelt hij wekelijks over zijn leven, dat alleen maar drukker is geworden sinds hij is gestopt met RTL Ontbijtnieuws. “Wat er vooral is veranderd, is dat Coen en ik meer tijd samen hebben.”
Jan de Hoop is op 18 december 1954 geboren in Rotterdam. Hij begon zijn carrière bij de zeezender Radio mi Amigo. In 1987 startte hij met de presentatie van nieuwsprogramma’s bij Veronica Nieuwsradio. Twee jaar later stapte hij over naar RTL-Véronique, het latere RTL 4. Daar begon hij met het presenteren van het Ontbijtnieuws, wat hij 33 jaar lang zou blijven doen. In december 2021 kondigde Jan aan dat hij zou stoppen met nieuwslezen. Op 2 juni 2022 presenteerde hij voor de laatste keer het RTL Ontbijtnieuws. Na deze laatste uitzending werd De Hoop benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Jan is een fervent vlogger; op YouTube deelt hij regelmatig video’s van zijn belevenissen. Vanaf deze week is hij Margriets nieuwe columnist.
Het is een grijze middag; zo’n winterse dag met regen in plaats van sneeuw, waarop het al om drie uur lijkt te gaan schemeren. Het laatste deel van de weg naar het huis van voormalig Ontbijtnieuws-presentator Jan de Hoop is prachtig: glooiende vlaktes begroeid met heide, afgewisseld door statige bospaden. Dit is het hart van de Veluwe én het terrein van de wolf, waar Jan geregeld over berichtte in zijn nieuwsbulletin. Later op de dag zal hij vertellen hoe hij om drie uur ’s ochtends, onderweg naar Hilversum, een wolf parmantig voor zijn auto de weg over zag steken. Ook vertelt hij dan dat hij en zijn man Coen tegenwoordig elke ochtend vol verwachting de beelden van de camera bij hun toegangshek bekijken. Dan zien ze herten, reeën en heel veel zwijnen. Net Animal Planet, aldus Jan. Sinds hij afgelopen zomer stopte bij het nieuws, is het grote genieten begonnen. Of nou ja, dat genieten deden ze eigenlijk altijd al. Maar nu is er tijd. En kan hij uitslapen tot soms wel halfacht. In zijn prachtige huis, letterlijk midden in een natuurgebied, schenkt Jan thee in. En terwijl de schemer valt, vertelt hij over zijn levensloop; over het afrekenen met onzekerheid, het geluk van de liefde en tot rust komen in de natuur.
Je bent ruim een halfjaar geleden gestopt bij het Ontbijtnieuws. Is het grote genieten nu begonnen?
“Eerlijk gezegd waren we daar altijd al behoorlijk goed in. Coen en ik gaan graag en vaak uit eten. Ook maakten we, ook toen ik het nieuws nog deed, al geregeld mooie trips met een huurcamper en onze hond Bob de boxer, die er helaas niet meer is. We zijn levensgenieters, maar ik moet toegeven dat Coen mij daarin wel heeft opgevoed. Voordat ik hem ontmoette, inmiddels 42 jaar geleden, lustte ik niks. Ik deed overal appelmoes overheen en had zelfs nog nooit Chinees gegeten. Ook dronk ik bij de maaltijd een glas melk. Coen heeft mij op culinair gebied wegwijs gemaakt en daar pluk ik nog elke dag de vruchten van. Van de week hebben we in een restaurant gegeten waar groenten de hoofdrol spelen en at ik een toffee van pompoen: verrukkelijk. Wat er vooral is veranderd sinds ik met het Ontbijtnieuws ben gestopt, is dat we meer tijd hebben samen. En vrijheid om er wat langer tussenuit te gaan of leuke tripjes te maken.”
Maar van een pensioen is nog niet echt sprake toch, Jan?
(lachend) “Nee, zeker niet. Kijk, ik ben gestopt bij het Ontbijtnieuws omdat het vroege opstaan mij begon op te breken. Lichamelijk gezien is dat slopend, zeker als je ouder wordt. Maar ik wilde absoluut nog niet stoppen met werken, hoor, daarvoor vind ik de dingen die ik verder nog doe veel te leuk. Zo presenteer ik elke zaterdagochtend De Hoop op zaterdag bij Radio Gelderland, en voor Omroep Gelderland maak ik een tv-programma waarin ik bij mensen met bijzondere huizen binnenkijk. Ook schrijf ik vanaf deze week dus wekelijks een column voor Margriet. En dan geven Coen, die psycholoog is, en ik al 25 jaar samen media- en presentatietrainingen aan particulieren, bedrijven en gemeenten, waarmee we het ook hartstikke druk hebben.”
Op de website van jullie trainingsbedrijf staat dat jij vroeger zelf ‘vreselijk onzeker’ was. Hoe uitte die onzekerheid zich?
“Och ja, ik was vreselijk verlegen. Ik ben ooit begonnen bij de radio, heel veilig natuurlijk, niemand die je ziet en lekker in de anonimiteit. Toen ik op een gegeven moment werd gevraagd om mijn ‘kunstje’ op tv te komen doen, zat mijn verlegenheid echt nog in de weg. Ik weet nog dat ik een keer moest invallen bij De 5 uur show en dat Bert van der Veer zei: ‘O Jan, ik wou dat ik je los kon krijgen.’ Dan was ik hartstikke gespannen tijdens zo’n uitzending. Ik was bang dat ik het niet ‘goed genoeg’ zou doen. Ik vond ook die bekendheid die bij het werken voor tv hoorde heel ongemakkelijk. Als ik in het begin op straat werd herkend, wist ik me absoluut geen raad. Gelukkig is dat onzekere gevoel langzaamaan weggegaan. Coen heeft mij daarin echt gesteund, door mij vertrouwen te geven en positief te stimuleren. En het maar gewoon gaan doen; keer op keer in het diepe springen en dan ervaren dat het goed gaat, heeft ook enorm geholpen. Bij het presenteren van zo’n live nieuwsprogramma gaat hartstikke veel mis; ik moest vaak improviseren en dan merkte ik dat ik dat eigenlijk best goed kon. Dat gaf vertrouwen. En uiteindelijk is het mij gelukt om helemaal mezelf te zijn op televisie.”
Dat mensen dat waardeerden bleek wel uit de hoeveelheid reacties van kijkers die je kreeg toen je afscheid nam. Hoe heb je dat ervaren?
“Dat was heel ontroerend. En hoewel ik me van tevoren zo had voorgenomen om niet te gaan huilen, hield ik het niet droog. Ik heb nooit geweten dat de mensen thuis zo betrokken waren. Zo hoorde ik van een vrouw dat ik haar door de chemo heen had geholpen en iemand anders vertelde dat ik een steun was geweest in de moeilijke periode na het verlies van haar dochter. Dat je mensen zo kunt raken, besef je niet als je gewoon elke ochtend je werk doet. Maar over ongemakkelijk gesproken: onder applaus van tweehonderd mensen - collega’s, vrienden en Coen - de redactie op lopen na de laatste uitzending, dat was er wel eentje, hoor. En toen ik in mijn ooghoek ook nog eens de burgemeester van Apeldoorn zag staan, die mij kwam ridderen, had ik het niet meer. Het was een droom.”
Waar ben je, terugkijkend, het trotst op?
“Dat ik het zelfvertrouwen heb gekregen om het te gaan doen. Zonder Coen had ik nooit ja gezegd tegen het Ontbijtnieuws. Hij zei destijds: ‘Doe het maar, we redden ons wel.’ Hij had heel goed in de gaten dat ik een beetje een angsthaas was en heeft mij de juiste zetjes gegeven.”
Hoe kwam je eigenlijk op het idee om elke ochtend een mok op je desk te zetten, die matchte met je trui?
“Ook dat is, net zoals mijn televisiecarrière, gewoon zo gelopen. Toevallig had ik een keer een mok in dezelfde kleur als mijn trui op mijn bureau staan en toen kreeg ik daar na de uitzending allemaal opmerkingen over: ‘Wat leuk dat je dat zo doorstylet!’ Doorstylet? Ik was me nergens van bewust. Maar toen dacht ik wel: o, dit is een leuk dingetje! En vervolgens ben ik het bewust gaan doen. Het werd zelfs zo’n gimmick dat fabrikanten ons mokken gingen opsturen, in de meest bijzondere kleurstellingen.”
Wat was jouw droom toen je jong was? Waar liep de kleine Jan warm voor?
“Ik ben opgegroeid in Rotterdam-Zuid en kom uit een warm gezin met lieve ouders en mijn geweldige broer Rob, die twee jaar jonger is. Moeder vertelde toen we heel klein waren uit haar hoofd verhaaltjes, terwijl we bij haar in bed kropen. Vader was aan het werk in de haven. Soms twee diensten achter elkaar, want het mocht zijn gezin aan niets ontbreken. Bij ons op de hoek zat een slager, waar ik een bijbaantje had. Ik bezorgde gehaktballen in de cafés in de buurt en op zaterdagochtend hielp ik in de winkel; geweldig vond ik dat. Vandaar dat ik besloot slager te worden en naar de slagersschool ging. Maar eenmaal daar kwam ik er toch vrij snel achter dat het niks voor mij was. Ondertussen was er altijd mijn liefde voor de radio; ik was heel jong toen ik mijn eigen bandrecorder bij elkaar had gespaard. Toen ik een jaar of zeventien was ging ik als vrijwilliger bij de ziekenhuisomroep van Het Dijkzicht Ziekenhuis werken en daar is mijn radiocarrière eigenlijk begonnen. Vervolgens ben ik radio gaan maken op een zendschip, gelegen voor de kust van Engeland, omdat Nederland nog niet zo veel radiozenders had. Daarna kwam ik bij Radio Veronica terecht en toen een paar mensen van Veronica een televisiezender begonnen, vroegen ze of ik niet een uurtje tv wilde maken. Tegenwoordig moet je toch op zijn minst Journalistiek hebben gestudeerd om bij het nieuws te werken, maar naar mijn diploma heeft nog nooit iemand gevraagd; ik ben van het een in het ander gerold.”
Dan komt Jan nog even terug op een eerdere vraag. Er schiet hem iets te binnen. “Je vroeg me waar ik het trotst op ben en dat is eigenlijk op mijn relatie. Dat we nu 42 jaar samen zijn en het zo goed hebben met z’n tweeën. We hebben elkaar ontmoet toen Coen meehielp aan de bouw van een nieuwe studio. Hij was elektromonteur, de vonk sloeg meteen over. Pas later is hij afgestudeerd als psycholoog. In het begin was het allemaal niet zo rooskleurig en vloog er geregeld servies door de kamer, maar we hebben het gered en hoe! We zijn nog dagelijks verliefd en liggen na 42 jaar nog steeds elke avond heel knus lepeltje-lepeltje. Ik denk dat niet veel stellen ons dat nadoen. Communicatie is onze sleutel tot succes: elke zondagochtend evalueren we de week en nemen we de tijd om wat ons dwars zou kunnen zitten op tafel te leggen. Dat werkt als een trein. En daarnaast wonen we ook in een paradijsje. Acht jaar geleden zijn we uit Rotterdam vertrokken omdat we meer rust wilden. Per toeval kwam dit prachtige stukje grond op ons pad en daar ben ik nog elke dag dankbaar voor.”
Wat heeft het buiten wonen jullie opgeleverd?
“Als we in de zomer ’s avonds op de dikke kussens met een rosétje aan de vijver zitten, is het hier ronduit magisch. Op de punt van de tuin begint de hei; hoe mooi wil je het hebben? We waren altijd al wel buitenmensen, maar zijn dat nu nog meer geworden. We wandelen en fietsen veel en in onze prachtige tuin hebben ook onze moeders een plekje gekregen. We hebben hun as hier begraven, zo zijn toch een beetje bij ons. Wel allebei in een andere hoek van de tuin; want die twee hadden het niet zo op elkaar.”
Jullie zijn vorig jaar zelf ook nogal hard geconfronteerd met de eindigheid van het bestaan toen Coen plots in het ziekenhuis belandde.
“Dat was verschrikkelijk. Coen is hartstikke gezond, doet aan yoga en hardlopen en hij belandde van de ene op andere dag op de intensive care. We waren bezig hier aan het tuinhuis en moesten nieuwe buitenlampjes halen in de bouwmarkt. Omdat Coen wat last had van maagzuur, stopten we onderweg even bij de huisarts. En dat bezoekje heeft Coen zijn leven gered: een halfuur later zaten we in het ziekenhuis en werd hij met spoed geopereerd. Zijn hart bleek te weinig zuurstof te krijgen door verstopte aderen, een familieaandoening, en tijdens een zeven uur durende operatie kreeg hij vijf bypasses. Ik ben nog nooit zo bang geweest. Het is werkelijk doodeng als iemand van wie je zo houdt ineens in levensgevaar is. Na de operatie heb ik naast zijn bed gezeten, terwijl om hem heen allerlei lampjes knipperden en vloeistoffen druppelden. Ik durfde niet naar de wc te gaan, omdat ik wilde dat hij mij zou zien als hij wakker werd. Gelukkig is alles goed gekomen en is Coen weer zo fit als een hoentje. Maar deze gebeurtennis heeft ons nog bewuster gemaakt van hoe belangrijk het is om te genieten.”
Voor het eerst in decennia kunnen jullie nu dagelijks samen wakker worden. Hoe ziet je ochtend er tegenwoordig uit?
(lachend) “Ik slaap uit! Soms wel tot halfacht! Dat vroege ritme krijg je er toch niet helemaal uit, hoor, een langslaper zal ik nooit meer worden. Maar ik heb de tijd nu. Vaak begin ik de dag met een wandelingetje of ik neem een lekker badje. Alles vooral in een rustig tempo. Ja, het is een mooi leven.”