Ilona op huizenjacht: ‘Ik begrijp meteen dat het geen goed nieuws is dat mijn aannemer ín de meterkast water op zijn hand krijgt’
In Ilona op huizenjacht neemt Margriets Ilona Oerlemans ons mee in, jawel, de zoektocht naar een nieuw huis. Een zoektocht die in de huidige tijd nogal wat voeten in aarde kan hebben. In haar maandelijkse column houdt ze ons op de hoogte van alle frustraties en teleurstellingen die haar zoektocht met zich meebrengt, wachtend op dat ene moment waarop ze het perfecte, zoals ze het zelf noemt, ‘grotemensenhuis’ heeft gevonden.
Vorige maand probeerde de koopster van Ilona’s appartement haar om de tuin te leiden. Maar dankzij een handigheidje wist Ilona haar klem te zetten.
Laf of lef?
Nadat ik K.’s mail vol verzinsels nog een keer heb herlezen – wat ik wel vaker doe bij goede fictie – weet ik niet zo goed wat ik ervan moet vinden. Het is natuurlijk uiterst laf als je probeert om iemand met dit soort leugens op te lichten. Maar ze heeft ook wel weer lef dat ze het probeert. Nu maar eens kijken hoeveel ‘lef’ ze nog heeft als ze beseft dat ik haar doorheb.
Twee troefkaarten
Troefkaart nummer één is een mailtje waarin mijn makelaar beleefd vraagt naar bewijsmateriaal voor het feit dat de radiator kapot is. Dat bewijsmateriaal bestaat natuurlijk niet. Dat weten wij en dat weet zij. Alleen weet zij dus niet dat wij dat weten. Diezelfde mail eindigt met het verzoek, inclusief deadline, om ons anders zelf een kijkje te laten nemen in het appartement.
Al snel volgt een behoorlijk brutaal antwoord. Wij hebben niet het recht om haar een deadline op te leggen, we hebben haar een appartement verkocht met mankementen en meer van dat soort geleuter. Hoog tijd voor troefkaart nummer twee: een mail met het werkrapport dat ík inmiddels wel in mijn bezit heb en waar duidelijk in te lezen is dat het kleine euvel al lang is verholpen. Mevrouw K. is overduidelijk geen fan van non-fictie, want na deze mail wordt het, niet voor het eerst, oorverdovend stil aan haar kant.
Water in de meterkast
Ondertussen worden in mijn grotemensenhuis de laatste puntjes op de i gezet. Plintjes plakken, lampen ophangen, enzovoort. Terwijl ik boven aan het werk ben, hoor ik de aannemer roepen vanuit de meterkast. Nou is elektriciteit niet mijn sterkste punt, maar ik begrijp wel meteen dat het geen goed nieuws is dat hij zojuist, ín die meterkast, wat druppels water op zijn hand heeft gekregen… Net nu ik op matchpoint sta tegen het eerste addertje duikt addertje nummer twee op. Het woord ‘lekkage’ valt, maar waar die lekkage vandaan komt is vooralsnog een raadsel. En zo leer ik, in deze toch al best leerzame periode, al snel een nieuw woord: ‘lekdetectiebedrijf’.
Diagnose van de lekdetectieman
Het is, heel symbolisch, een druilerige dinsdagochtend als iemand van zo’n lekdetectiebedrijf komt onderzoeken waarom het opeens regent in mijn meterkast. Inmiddels is in de woonkamer dan ook een deel van de houten vloer omhoog gekomen. Hoewel ik even overweeg om er een midgetgolfbaan van te maken – een totaal mislukte poging om het grappige van deze situatie in te zien – kan ik wel janken. Een gemoedstoestand die niet bepaald verbetert na de diagnose van de lekdetectieman. De hoofdwaterleiding blijkt te lekken en afgaande op de verschillende vochtmetingen doet-ie dat waarschijnlijk al behoorlijk lang. Dit wordt verzekeringswerk, en wel voor de verzekeraar van de vorige bewoners. Gelukkig heb ik nog steeds prima contact met hen. Wat ik niet kan zeggen van het contact met mijn ‘vriendin’ K. Zij heeft uiteindelijk eieren gekozen voor het geld dat ze achterover probeerde te drukken en laat me heel kortaf weten dat ze het restant van mijn 500 euro inmiddels naar me heeft overgemaakt. Case closed. Nu door met ‘project lekkage’.