PREMIUM
‘Ik stoor me enorm aan zijn smartphonegebruik. Maar ik mag er niets van zeggen’
Noortje (56) wordt er gek van dat haar man Mark (54), met wie ze een zoon (18) en dochter (20) heeft, altijd maar met zijn werk bezig is. Volgens hem doet hij dat júíst voor zijn gezin.
Noortje
“Het lastige met Mark is dat hij het niet verdraagt als ik kritiek op hem heb. Zelfs als ik hem vriendelijk vraag of hij iets wat anders kan aanpakken, schiet hij meteen in de verdediging. Meestal wordt hij dan ook kwaad. Dus houd ik negen van de tien keer mijn mond maar, voor de lieve vrede en omdat ik niet wil dat de kinderen die ruzies meemaken. Dat was bij mijn ouders vroeger zo en ik heb me voorgenomen dat ik het met onze kinderen anders zou doen.”
Alles accepteren
“Ik heb me jaren aangepast en ook jaren gezwegen. Nu de kinderen groter worden, merk ik dat mijn dochter het raar vindt dat ik alles accepteer. Ze zegt er geregeld wat van en daardoor ben ik me gaan realiseren dat ik haar dit niet als voorbeeld wil meegeven.”
“Een van de dingen waar ik me enorm aan stoor bij Mark, maar waar ik niks van mag zeggen, is zijn smartphonegebruik. Dat ding zit zo’n beetje aan hem vastgeplakt. Elk telefoontje en elk bericht dat binnenkomt ziet hij en daar reageert hij ook meteen op. Midden in een zin van mij kan hij dan zomaar zijn telefoon opnemen en aan een uitvoerig gesprek beginnen. Ik heb dan echt geen zin meer om daarna de draad weer op te pakken. En op zijn initiatief gebeurt dat al helemáál niet. Tijdens ons avondeten gaat het net zo.”
Niet belangrijk genoeg
“Ik weet dat Mark een veeleisende baan heeft. Zijn werk is altijd voor het gezin gegaan. Veel sportwedstrijden van de kinderen of gesprekken op school heb ik alleen gedaan, omdat hij niet kon vanwege zijn werk. Hij heeft zó veel gemist. Nu de kinderen ouder zijn en binnenkort uit huis zullen gaan, vind ik het belangrijk dat we samen eten en dat er gesprekken kunnen zijn aan tafel. Maar Mark kan midden in een gesprek zijn telefoon oppakken en van tafel verdwijnen. Of hij begint ineens te appen. Ik vind dat onbehoorlijk tegenover de mensen met wie je aan tafel zit. Hij weet dat zelf ook maar al te goed, want als we gasten hebben doet hij het niet. Of hij zegt dan verontschuldigend dat hij zijn telefoon niet uitzet, omdat hij een belangrijk telefoontje verwacht. Voor ons hoeft dat kennelijk niet. Wij zijn niet belangrijk genoeg.”
“Het lastige vind ik dat de kinderen inmiddels hetzelfde doen. Ik kan het hun moeilijk verbieden als hun vader zich net zo respectloos gedraagt. Ze zeggen dat ook gewoon als ik vraag of de telefoon even uit kan omdat ik graag een gesprek wil dat niet steeds wordt onderbroken en waar ze met hun aandacht bij zijn: ‘Papa doet het ook.’”
Mark
“Noortje begrijpt niet wat het in deze tijd betekent om een eigen bedrijf te hebben. Ik kan het me niet veroorloven om onbereikbaar te zijn. Dan kan ik zomaar een grote order mislopen. En er zijn naast mijn eigen gezin nog acht gezinnen van mij afhankelijk. Als ik omval, hebben zij ook geen werk meer. In je eigen bedrijf heb je geen werktijden van negen tot vijf. Sterker nog: ik heb de avonden nodig om rustig te kunnen overleggen. Mensen weten dat ze mij kunnen bereiken na werktijd, omdat dat overdag vaak niet lukt.”
Begrip
“Het zou fijn zijn als Noor hier wat waardering of begrip voor zou kunnen opbrengen. Door de recessie hebben we veel achterstand opgelopen in onze levering van producten, omdat we zelf ook onderdelen niet kregen geleverd. Dan kun je je klanten niet gewoon maar laten wachten, want dan ben je ze kwijt. Het is nodig dat ik ze uitleg hoe het komt dat we onze afspraken niet kunnen nakomen.”
“Noortje heeft echt geen idee. Zij is altijd in loondienst geweest, parttime, dus zij kent deze problemen niet. Als ik er thuis weleens iets over zeg, is haar reactie altijd: ‘Het komt wel goed. Het is toch altijd goed gekomen?’”
“Ja, het is tot nu toe inderdaad goed gekomen, maar ik moet daar wel keihard voor werken. Het klopt dat ik er daardoor niet altijd bij kon zijn als de kinderen iets hadden van school of met sporten. Maar dat had ook te maken met onze taakverdeling. Toen wij kinderen kregen en ik voor mezelf begon, hebben we afgesproken dat Noortje minder zou gaan werken om er voor de kinderen te zijn. Dat was haar eigen keuze. Ze heeft dat heel goed gedaan en is een fantastische moeder.”
Slecht voorbeeld
“Wat zij nu beweert, dat ik mijn gezin niet belangrijk vind, omdat ik ’s avonds nog bezig ben met mijn werk, is belachelijk. Voor wie denkt ze dat ik zo hard werk? Dat is voor mijn gezin, en zij profiteren daar volop van. Bovendien: als het nodig is, ben ik er. Als ze iets belangrijks met mij wil bespreken, leg ik mijn telefoon weg en zoek ik naar een oplossing. Haar argument dat ik een slecht voorbeeld ben voor de kinderen neem ik haar echt kwalijk. Mijn kinderen leven net als ik in en wereld die zich voor een belangrijk deel online afspeelt en waarin je altijd bereikbaar moet zijn. Het is een 24-uurseconomie. Noortje voelt zich niet thuis in die wereld. Ze noemt zichzelf digibeet en lijkt daar zelfs trots op. Maar ik ben blij dat de kinderen, wat dat betreft, geen voorbeeld aan haar nemen.”
Therapie
Sinds Noortje zich heeft gerealiseerd dat ze een groot deel van haar huwelijk bezig is geweest met het vermijden van ruzie, zijn er geregeld aanvaringen tussen Mark en haar. Die kunnen over alles gaan: een verjaardagsfeest waar Mark niet mee naartoe wil, een aankoop die zij wil doen en die hij niet nodig vindt, zijn altijd telefonisch bereikbaar willen zijn... Hun ruzies verlopen volgens een vast patroon: Noortje zegt wat haar dwarszit en daarna verwijt Mark haar dat ze altijd wat te klagen heeft en kapt hij het gesprek af. Vaak met de boodschap dat hij er geen tijd voor heeft.
De punten die Noortje aankaart worden dus nooit opgelost. Het zijn pogingen van haar om in contact te komen met Mark, maar het gevolg is dat ze na zo’n aanvaring nog verder van elkaar verwijderd zijn.
Mobiele telefoon
Omdat het onderwerp er eigenlijk niet toe doet, kies ik ervoor om de ruzie over de mobiele telefoon verder uit te zoeken en om te verhelderen waar die feitelijk over gaat. Ik wil hun leren om een meningsverschil zó te bespreken, dat er een oplossing of compromis uit volgt. Mensen verschillen nu eenmaal van karakter en behoeften, die verschillen moet je proberen te overbruggen.
Om te beginnen zoek ik met Mark en Noortje uit wat de gevoelens zijn die achter de ergernis en de ruzies zitten. Noortje geeft aan dat ze zich onbelangrijk voelt in de relatie met Mark. Ze is bang dat hij haar dom en saai vindt. Mark voelt zich niet gewaardeerd in zijn inspanningen om in financieel opzicht goed voor zijn gezin te zorgen. Als beiden écht begrijpen wat achter het geïrriteerde gedrag van de ander zit, vraag ik Noortje en Mark eerst om in plaats van verwijten te maken, hun wensen aan te geven naar elkaar. “Dat je de telefoon ’s avonds uitzet,” zegt Noortje onmiddellijk.
Tegemoetkoming
Mark wil al gaan uitleggen dat ze niks begrijpt van zijn leven, maar ik vraag hem om het voorstel niet af te wijzen, maar een ander voorstel te doen, waarin hij haar tegemoetkomt in haar behoefte aan verbinding met hem, maar ook zichzelf niet tekortdoet. Hij stelt voor om dan maar tijdens het eten zijn telefoon uit te zetten. Voor Noortje is dit te weinig. Via het om en om voorstellen doen, waarin ze kleine stapjes in elkaars richting zetten, komen ze tot een compromis: Mark zet een voicemail op zijn telefoon en zorgt dat hij na het eten anderhalf uur telefonisch bereikbaar is en zal terugbellen als klanten/collega’s hun nummer inspreken. Tijdens het eten en na dat anderhalf uur zet hij zijn telefoon uit en is hij beschikbaar om met Noortje te bespreken wat die dag belangrijk voor hem en voor haar was. Deels gaat het hierbij om het oplossen van het telefoonprobleem, maar belangrijker is dat Noortje en Mark leren hoe je via het verkennen van de gevoelens achter de ergernis, elkaars behoefte gaat begrijpen. En hoe je daarna kunt komen tot een uitwisseling van wensen, waarbij je steeds wat dichter bij elkaar komt zonder jezelf kwijt te raken.