PREMIUM
‘Ik kreeg het idee dat Tatiana en Katalina zich steeds meer thuis voelden, maar plotseling waren ze vertrokken’
Nadat de oorlog in Oekraïne uitbrak en mensen noodgedwongen het land ontvluchtten, boden veel Nederlanders hen onderdak aan. Ook Jet van Lieshout (65) stelde haar huis open. Samen met haar man Jan ving ze de Oekraïense Tatiana en haar dochter Katalina op en ze vertelde daarover in Margriet 21.
“In zo’n verschrikkelijke situatie, als de oorlog in Oekraïne ben je blij als je iets voor iemand kunt betekenen. De keuze om onderdak te bieden, was voor ons daarom snel gemaakt. Door pleegzorg hadden we al de nodige ervaring en wisten we wat ons ongeveer te wachten stond. Dat we hier goed aan deden, werd vanaf het eerste moment bevestigd. Tatiana (47) en Katalina (16) waren ons ontzettend dankbaar. Half maart trokken ze bij ons in. Er was direct een klik en ik voelde dat het wel goed zat. Thuis in Helmond kregen ze allebei hun eigen slaapkamer, de andere ruimtes deelden we. Omdat we duidelijke afspraken maakten, zoals wie wanneer de badkamer kon gebruiken, ging dat eigenlijk allemaal heel soepel. Voor Katalina, die net als Tatiana een enorme passie heeft voor koken, regelden we een koksopleiding in Eindhoven. Tatiana kreeg een baan bij een restaurant in de buurt. We hebben elkaars keukens geproefd – zij kookte de ene dag en ik de andere – en kennisgemaakt met elkaars culturen.”
Totaal verbijsterd
“De eerste maanden verliepen vlekkeloos. We merkten alleen wel dat Tatiana en Katalina veel op zichzelf waren. Ze zochten weinig contact met andere mensen uit Oekraïne en als wij ’s avonds beneden zaten om tv te kijken of als we bezoek hadden, kwamen ze er zelden bij zitten. Ze leefden hun eigen leven bij ons in huis. Die ruimte gaven we hen ook, dat respecteerden we. Bovendien waren er genoeg momenten dat we het samen gezellig hadden. Bijvoorbeeld als ik ’s middags thuis kwam uit mijn werk. Dan knuffelden en kletsten we met elkaar en lieten ze weten blij te zijn dat ik er weer was. Ook is Tatiana in die periode jarig geweest. We organiseerden een feestje voor haar, wat ze geweldig vond. Onze band werd naar mijn gevoel sterker. Ik kreeg het idee dat ze zich steeds meer thuis voelden en ik had er vertrouwen in dat dat alleen maar beter zou worden.”
“Tot eind juni, toen alles heel plots veranderde. Mijn man en ik waren een aantal dagen naar de camping geweest, wat we die periode wel vaker deden. Tatiana en Katalina mochten mee, maar bleven liever thuis, ze vonden het wel fijn om het huis even voor zichzelf te hebben. Die zondag dat we teruggingen, kreeg ik bericht van Tatiana. Ze hadden ervoor gekozen om naar het vluchtelingencentrum in Eindhoven te gaan en waren vertrokken. De spullen kwamen ze later wel ophalen. Ik was verbijsterd en kon het bijna niet geloven. We hadden ze de donderdag voor vertrek naar de camping nog gezien. Toen wensten ze ons veel plezier, knuffelden we elkaar en vertelden ze dat ze ons zouden missen. Ik had dit nooit zien aankomen. Dezelfde dag heb ik Tatiana een bericht teruggestuurd. Ik moest het doen met haar uitleg ‘we wilden dichter bij school wonen’ en ‘in de stad is het makkelijker om een andere baan te vinden’. Boven lagen de kasten nog vol met hun spullen, de was hing zelfs nog aan de lijn. Een aantal dagen later kwamen ze alles ophalen.”
In de steek gelaten
“Ik heb geprobeerd de reden van het plotselinge vertrek te begrijpen en heb haar ook mijn kant van het verhaal verteld; dat ik het moeilijk vind dat ik ze in ons huis en hart heb gelaten en het contact dan zo abrupt wordt verbroken. Na te hebben herhaald wat ze al eerder in het bericht zei, vertrokken ze. De warme band die we hadden, was totaal verdwenen. Sindsdien heb ik niets meer van hen gehoord. Een kennis vertelde mij dat ze in Luyksgestel zijn gaan wonen, in een hotel. Juist een stuk verder van Eindhoven af. Wat daar de reden van is, weet ik niet. En ik zal er ook nooit achter komen. Als ik nu terugkijk op die periode vind ik het allemaal lastig te begrijpen. Het heeft mij erg geraakt en dat doet het nog steeds. Je voelt je toch in de steek gelaten. Ik hoopte dat we er een vriendschap aan over zouden houden als ze ooit bij ons weg zouden gaan. Dat we nu helemaal geen contact meer hebben, vind ik enorm verdrietig. Ondanks alles koester ik geen wrok. Ik hoop natuurlijk dat het goed met ze gaat en dat ze hier in Nederland een manier vinden om samen een nieuw leven op te bouwen. Dat wij ze destijds de eerste opvang hebben kunnen bieden, een gevoel van veiligheid hebben kunnen geven en ze kennis hebben laten maken met de Nederlandse cultuur is alleen maar mooi geweest. Daar heb ik zeker geen spijt van.”