Margriet logo
null Beeld Caroline Cracco
Beeld Caroline Cracco

PREMIUM

Hé reddende engel, loop je jezelf niet voorbij?

Het is een groot goed als je oog hebt voor anderen en vaak de helpende hand biedt. Maar als je afhankelijk wordt van de waardering die je dat oplevert, is de balans zoek. Zo zorg je dat je je eigen behoeften even belangrijk maakt als die van de ander.

De collega die zonder mokken taken van anderen overneemt, ook al groeit het werk hem boven het hoofd. De vriendin die zich als reddende engel op de problemen van haar vriendinnen stort, maar zelf nooit om hulp vraagt. De vrouw die alles doet om haar partner tevreden te houden en haar eigen behoeftes negeert. We kennen ze allemaal, mensen die zich over anderen ontfermen maar zichzelf wegcijferen. Of misschien herken je jezelf erin. In de psychologie staat het bekend als codependentie, ook wel het Florence Nightingale-syndroom genoemd. Mensen die dit gedrag laten zien, richten hun focus naar buiten toe. Ze zijn continu bezig met de problemen, gevoelens en behoeftes van anderen, maar verliezen daarbij zichzelf.

Brandjes blussen

De term komt oorspronkelijk uit de verslavingszorg, schrijft de Amerikaanse therapeut en codependentie-specialist Pia Mellody in haar boek Grenzeloos liefhebben. Het viel behandelaren op dat verslaafden vaak een geliefde aan hun zijde hebben die zich gedraagt als zorgverlener. Iemand die de touwtjes in handen heeft, het huishouden runt en helpt met het betalen van de rekeningen. Mellody: ‘Deze mensen deden er alles aan om hun partner van zijn verslaving af te helpen, zo leek het. Maar als dat eenmaal was gelukt, waren de geliefden helemaal niet blij. Het was alsof ze de problemen van hun partner onbewust nodig hadden om hun eigen negatieve gevoelens te kunnen verklaren.’ Deze dynamiek van mede-afhankelijkheid zie je volgens Mellody ook in andersoortige relaties waarin partners afhankelijk zijn van het disfunctionele gedrag van de ander. Oftewel: relaties waarin de gever het nodig heeft dat de nemer neemt, en de nemer het nodig heeft dat de gever geeft.

“Het is vrij complex,” beaamt coach en codependentie-deskundige Fiona van Rees Vellinga van praktijk Soul Detectives. “Redders in de liefde kiezen vaak onbewust iemand uit aan wie iets schort: een partner die te veel geld uitgeeft, emotioneel onbereikbaar is of psychische problemen heeft. Er is vaak gedoe in de relatie en altijd wel een brandje om te blussen.” De redder speelt haar* rol met verve en doet er alles aan om haar geliefde uit het moeras te trekken. Maar als haar partner weer met beide benen op het droge staat, hunkert ze onbewust naar een nieuw probleem om zich op te kunnen storten – desnoods in een nieuwe relatie. Waarna ze zich afvraagt: Goh, waarom val ik toch altijd op partners met problemen?

*De redder kan natuurlijk ook een man zijn.

null Beeld

Verborgen agenda

Op het eerste gezicht lijkt het heel zorgzaam en onbaatzuchtig: wat is er mooier dan een geliefde helpen en steunen die het moeilijk heeft? Maar dit gedrag heeft een keerzijde. Van Rees Vellinga: “De gever heeft een verborgen agenda. De motivatie om te helpen is het krijgen van waardering, erkenning en liefde. Als die niet komen, kan er wrok ontstaan: ik doe zo mijn best, maar ik krijg er niks voor terug.” Deze dynamiek in een relatie is niet prettig. Volgens de Canadese psycholoog Anna-Maria Tosco, die mensen met codependentie helpt, is de helper net zo ongezond als degene die hulp nodig heeft. Ze schrijft erover in de krant The Suburban: ‘Sta er even bij stil. De gever biedt eindeloos veel hulp aan en offert zichzelf op om tegemoet te komen aan de behoeftes van anderen – ook al rent ze rond met een lege accu. Diep vanbinnen zit het gevoel niet goed genoeg te zijn, en geeft helpen haar het gevoel de moeite waard te zijn.’

Bovendien, merkt Tosco op, help je iemand niet door de kolen voor hem uit het vuur te halen. ‘De huur betalen als je kind geen baan kan houden is niet helpen, het is gedogen. Het continu afmaken van taken van collega’s is niet helpen, het is toestaan. Problemen voor je geliefde oplossen is niet helpen, het is het in stand houden van het probleem.’ In feite ondermijn je de veerkracht van de ander. ‘Hoe kan iemand zijn eigen kracht aanboren als jij meteen paraat staat om te redden? We moeten allemaal de kans krijgen om fouten te maken, om de bodem te raken en ervan te leren. Als je altijd klaarstaat om mensen op te vangen, worden ze afhankelijk van je en ontwikkelen ze niet de vaardigheden die ze nodig hebben.’

Geen ik zonder wij

Aan de andere kant: je helpt je kind toch als hij in de problemen zit? Het is toch normaal om je geliefde te steunen en fijn om een knuffel te krijgen als blijk van waardering? De Amerikaanse psycholoog John Amodeo vindt dan ook dat we niet te snel het label ‘codependent’ moeten plakken op onze vriendelijke, empathische impulsen. ‘Dan zijn geestelijke leiders als Jezus en Boeddha ook hopeloos codependent,’ schrijft hij in het tijdschrift Psychology Today. ‘Er is niets mis met hulpgedrag. Wij mensen hebben niet alleen een diepe behoefte om geliefd te zijn, maar ook om van anderen te houden.’

Ook afhankelijkheid in de liefde is heel normaal, schrijft filosoof Jan Drost in zijn boek Als de liefde voorbij is. Volgens hem zijn we geen solitaire, onafhankelijke individuen, maar sociale relationele wezens die elkaar nodig hebben. Niet alleen om in leven te blijven, maar ook om te weten wie we zijn. ‘Als ik me afvraag wie ik ben, kan ik vrijwel geen enkel aspect van mijn identiteit bedenken waarvoor ik geen ander mens nodig heb. Ik ben pas een vriend als er iemand is die mij als zodanig erkent. En pas als ik in een liefdesrelatie ben, heb ik de mogelijkheid om geliefd te zijn en daadwerkelijk lief te hebben. Zonder anderen ben ik niemand.’ Drost hoort mensen die op zoek zijn naar een relatie weleens zeggen: ‘Ik wil iemand die me wil, niet iemand die me nodig heeft.’ Maar zo werkt het niet. ‘We zullen hoe dan ook voor elkaar moeten zorgen. Als we onze afhankelijkheid blijven zien als een zwakte, en blijven proberen alle liefde, geluk en veiligheid uitsluitend in onszelf te vinden, verliezen we het vermogen tot liefhebben. En dat betekent dat we onszelf verliezen.’

De vraag is dus: Wanneer vliegen afhankelijkheid en hulpgedrag uit de bocht? “Als er voor jou geen ‘ik’ is zonder ‘wij’,” legt Fiona van Rees Vellinga uit. “Als alles in het teken van je relatie staat, en je je eigen behoeftes en verlangens verwaarloost om het de ander naar de zin te maken.”

null Beeld

Tegengesteld gedrag

Hoe ontstaat codependentie eigenlijk? Volgens coach Van Rees Vellinga ligt de oorsprong vaak in je jeugd. “Je hebt toen niet de liefde, waardering en erkenning gekregen die je nodig had. Soms is er sprake van een probleemjeugd met bijvoorbeeld mishandeling of een verslaafde ouder. Maar dat hoeft niet. Misschien leek alles wel in orde bij jou thuis, maar hadden je ouders weinig aandacht voor jouw gevoelens, grenzen en behoeftes – waardoor je ze wegstopt als onbelangrijk en er geen aandacht aan besteedt. Of misschien werden je ouders wel boos of verdrietig als je een grens aangaf, waardoor dat heel spannend voor jou is geworden. Telkens als je een grens stelt, komt die oude kind-pijn naar boven en dat ga je liever uit de weg. Maar als je geen grenzen aangeeft, nemen anderen die ruimte in. En als je alleen maar bezig bent met wat anderen graag willen omdat je hen tevreden wilt houden, laat je jezelf in de kou staan.”

Wil je het patroon doorbreken, dan is het zaak om de gebrekkige toolkit die je van huis uit hebt meegekregen aan te vullen met nieuwe vaardigheden. Van Rees Vellinga: “De eerste stap is je ervan bewust worden dat het niet gezond is om anderen altijd op de eerste plaats te zetten en je eigen behoeftes en grenzen te negeren. Vaak hebben mensen daar een crisis voor nodig. Ze krijgen een burn-out of komen in een destructieve relatie terecht. Op dat moment worden ze wakker geschud en beseffen ze dat het zo niet langer kan doorgaan.”

Vervolgens ga je tegengesteld gedrag inzetten. Van Rees Vellinga: “Ben je geneigd om je grenzen te negeren, oefen dan met het wél aangeven ervan. Doodeng in het begin, want je hebt het niet geleerd. Een goede houvast is om van tevoren te bedenken wat je tegen iemand gaat zeggen: ‘Ik neem die opdracht niet aan, want ik heb geen tijd’; ‘Ik vind het niet fijn als je dat tegen me zegt; het voelt niet respectvol’. Dat is eerst heel ongemakkelijk: je hart gaat bonzen, het zweet breekt je uit. Maar als je die rotgevoelens er gewoon laat zijn, ebben ze vanzelf weg. Probeer de oude kind-pijn die naar boven komt te omarmen. Reageer erop zoals je op pijn van je kind zou reageren: mild en met liefdevolle aandacht. Hoe vaker je dit oefent, hoe makkelijker het wordt.”

Genezen van codependentie betekent niet dat je anderen niet meer mag helpen. Het houdt in dat je je eigen behoeftes even belangrijk maakt als die van anderen. En dat je die ruimte ook inneemt, onbeschaamd. Of zoals de Australische auteur Andrew Matthews het verwoordt: ‘Het betekent dat je niet aan anderen hoeft te rechtvaardigen waarom je vakantie neemt, waarom je uitslaapt, waarom je nieuwe schoenen koopt en jezelf van tijd tot tijd verwent. Het voelt comfortabel om dingen te doen die jouw leven beter en mooier maken.’

null Beeld

Meer lezen

  • Grenzeloos liefhebbenEen boek over codependentie: wat het is, waar het vandaan komt en hoe het ons leven beïnvloedt, Pia Mellody (Tattwa).
  • Als de liefde voorbij is, Jan Drost (De Bezige Bij).
null Beeld
null Beeld

Coach Fiona van Rees Vellinga zet tien eigenschappen op een rij. “Meestal springen drie van onderstaande kenmerken eruit, maar herken je ook in andere punten wel iets.”

  1. Moeite met voelen. “Je bent je minder bewust van lichamelijke sensaties zoals een brok in je keel of spanning in je lichaam. En als je ze wél voelt, heb je geleerd er niet naar te luisteren. Je negeert de rode vlaggen die je lichaam aangeeft en gaat zo voorbij aan je eigen grenzen.”
  2. Slechte zelfzorg. “Je neemt geen verantwoordelijkheid voor je eigen behoeftes en wensen. De verantwoordelijkheid voor je geluk leg je bij de ander en je maakt je afhankelijk van zijn of haar erkenning.”
  3. Negatieve controle uitoefenen of toelaten. “Je wilt bepalen wat anderen over je denken en voelen. Maar in plaats van helder en open te zijn, communiceer je indirect: door te pleasen hoop je liefde en waardering te krijgen. Omgekeerd laat je je partner te veel invloed uitoefenen. Je wilt aan het ideaalbeeld van de ander voldoen om liefde en aandacht te krijgen en ‘vervormt’ jezelf om de ander te plezieren.”
  4. Niet transparant. “Je bent niet open over je behoeftes. In plaats van gewoon te zeggen: ‘Ik vind het fijn als je een arm om me heen slaat,’ word je boos of kwijn je weg.”
  5. Moeite met het aangeven van grenzen. “Vaak vind je het spannend om nee te zeggen omdat je de ander niet wilt teleurstellen. Zo ontstaat er steeds minder ruimte om te doen wat jíj wilt. Kortom: je bent bang de ander te verliezen, maar verliest uiteindelijk jezelf.”
  6. Perfectionisme. “Je wilt de perfecte partner, ouder, vriend(in) en werknemer zijn. Fouten maken mag niet, want daar krijgt je gevoel van eigenwaarde een knauw van.”
  7. Te weinig eigenwaarde. “Je voelt je minderwaardig en gaat pleasen om je geliefd en geaccepteerd te voelen.”
  8. Wrok en wraakgevoelens. “Als je partner je niet de waardering en erkenning geeft waar je behoefte aan hebt, word je boos. Je woede slaat naar binnen, en gaat broeien en woekeren. Totdat de bom barst.”
  9. Vermijding. “Je gaat de werkelijkheid uit de weg door te vluchten in werk of intense relaties.”
  10. Uit de weg gaan van intimiteit. “Je staat niet in verbinding met jezelf en kunt dus ook geen echte connectie maken met anderen.”
Otje van der LelijCaroline Cracco

Op alle verhalen van Margriet rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@margriet.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden