PREMIUM
Erik van Muiswinkel: ‘Ik verheug me nergens op en ben ook nergens bang voor’
Cabaretier Erik van Muiswinkel (62) balanceert tussen nieuwsgierigheid en angst. Maar veel tijd voor zorgen heeft hij niet. “Je moet het doen met de kaarten die je krijgt.” En die kaarten bieden genoeg stof voor nieuwe shows en boeken.
De fotoshoot in een studio in Wormerveer zit er net op. Erik van Muiswinkel is voldaan en geeft toe dat hij er vooraf wat tegen opzag. “Ik doe dit toch minder vaak dan vroeger. En ik zit nu met die volle baard, maar die gaat er straks af, hoor!” De baard heeft hij voor zijn rol als kapitein in Moby Dick. Een voorstelling waarin hij samen met zijn dochter speelt. Tegelijkertijd zijn de try-outs voor zijn solovoorstelling Moojen ligjes in de lugt in volle gang. Deze titel komt van diezelfde dochter toen ze zes was.
Je zit in een drukke periode met twee voorstellingen tegelijk. Hoe is dat?
“Het is heel intensief. Met mijn eigen voorstelling ben ik al maanden bezig en ik blijf eraan schaven. Ik heb nooit gebrek aan onderwerpen, het worden er eerder te veel. Een belangrijke rode draad is mijn liefde voor taal. Met de voordracht van een prachtig Russisch gedicht laat ik bijvoorbeeld zien dat taal zelf onschuldig is. In dezelfde taal gebeuren vreselijke dingen als een oorlog en er komen schitterende gedichten uit voort. Ik heb de neiging vooraf altijd te veel uit te leggen. Terwijl het publiek juist veel beter oplet als je plotseling op iets anders overgaat.”
De schoolmeester in jezelf moet je onderdrukken?
“Als ik geen cabaretier was geworden, was ik ongetwijfeld docent geworden! Dus dat gevecht tegen het docentschap voer ik altijd. Een groot deel van mijn show is retoriek, een gedeelte is onzin en een belangrijk deel meen ik echt. Daar speel ik mee. Zoals over het klimaat; ik beweer dat ik daar mijn schouders voor ophaal. Soms wordt het publiek daar kwaad over. Omdat ze me te cynisch vinden. En dan wordt het qua cabaret spannend. Het klimaatprobleem is nu zó groot en abstract, dat het niet behapbaar is om actie te voeren. Het is eigenlijk lachwekkend om te denken dat wij daar nu nog iets aan kunnen veranderen. Als je ons in het heel grote geheel ziet, zijn wij in feite pas twee seconden op aarde.”
Is het niet ook een generatieverschil dat hier een rol speelt?
“Ja, dat generatieverschil is er zeker. In al mijn verhalen komt dat wel langs. Daarom betrek ik mijn pianist, Guus van Marwijk, er actief bij als een soort vriendelijke boksbal. Hij is een typische millennial. Dat hij zo veel jonger is, maakt het interessanter. Ik vertel bijvoorbeeld dat we in mijn tijd tegen het leger aantrapten. En dan zit daar nu die lieve jongen die hier nooit iets mee te maken heeft gehad. Hij heeft geen dienstplicht gekend. Hij is het toonbeeld van zachtaardigheid en dat we geen vechtjassen meer zijn. Je ziet in één klap: daar gaan we de oorlog niet mee winnen. En tegelijk ga je toch niet schieten op zo’n jochie. Het is een absurd beeld, maar het werkt goed. Je ziet direct hoeveel er in één generatie is veranderd.”
Het verstrijken van de tijd is ook een belangrijk thema. Heeft het feit dat je net opa bent geworden invloed op je show?
“Dat is zeker een groot iets. Het kereltje is pas een halfjaar, het is nog heel vers bij mij. Je eigen kinderen ontsnappen je natuurlijk. De tijd gaat snel. Als ouder zie je dat pas echt. Herman van Veen heeft dat zo mooi verwoord in zijn lied Anne. Zijn dochter is dan net geboren en voor je het weet, rijdt ze alweer weg op haar brommer. Met de komst van kleinkinderen begint dat besef opnieuw. Je weet dat je kleinkind straks terugkijkt op wat wij hebben gedaan. Als ze wat ouder zijn, komen ze met vragen. Ik heb ook zulke gesprekken gevoerd met mijn opa, een stevig gereformeerde man uit een ander tijdperk, die heel stellig was. Razendinteressant was dat, ik ben blij dat ik hem nog heb gekend.”
Je verheugt je nu al de gesprekken die je later met je kleinzoon gaat voeren?
“Zeker, maar het is nu ook al heel leuk! Het is heel bijzonder om je eigen kinderen in een nieuwe rol te zien. Mijn dochter die razendsnel verandert in moeder, dat is een wonderbaarlijk gegeven. Ik ben nu meer bezig met wat ik achterlaat. Het is fijn om iets tastbaars te hebben voor de volgende generaties. Dat doe ik met mijn voorstellingen, maar ook met een boekje dat ik heb geschreven over het succes achter De kleine prins. En daar geef ik af en toe weer lezingen over op scholen.”
Komt toch die docent in jezelf weer boven.
“Ja, het is ontzettend leuk om met vijftien-, zestienjarigen te praten. Vroeger gaf ik veel kindervoorstellingen met VOF de Kunst en door mijn pietenrol had ik een link met jonge generaties. Maar op een gegeven moment was dat allemaal verdampt. Nu loop ik rond op scholen. Hoe kinderen leren interesseert me enorm. Wat mij betreft besteden onze overbelaste docenten wat minder tijd aan eindeloze spellingdetails, zodat iedereen weer lol in taal heeft. Ook opvoeden kan heel anders. Ik las een boek (Jagen, verzamelen, opvoeden van Michaeleen Doucleff) over hoe dat in andere samenlevingen gaat. Het komt er grof gezegd op neer dat als je kinderen meer verantwoordelijkheid geeft en ze laat meewerken, ze dat prima aankunnen en alles in meer harmonie gaat.”
Zou je de opvoeding van je kinderen anders hebben aangepakt als je nu terugkijkt?
“Ik zou me minder verlaten op autoriteit. Ik had de neiging om te zeggen: ‘En nu is het klaar! Je doet het maar omdat ik het zeg.’ Terwijl het beter is om ze zelf te laten ontdekken waarom iets niet werkt. Als je je kinderen van jongs af aan serieus neemt, gaan ze ook meer uit zichzelf doen. Ik heb veel crickettraining gegeven. Dat was aan kleine groepjes. En dan kunnen ze heel veel dingen ook zelf regelen. Alleen bij grote groepen kan dat niet, dat is een probleem van die grote klassen op scholen.”
Hoe is het om nu samen met je dochter in een voorstelling te spelen?
“Dat is geweldig! Het is fascinerend om haar professioneel aan het werk te zien, daar krijg je normaal gesproken de kans niet voor. Haar theatergroep werkt zo gedisciplineerd, daar moest ik wel aan wennen. Ik kan niet variëren op de tekst, zoals bij cabaret. Ik moest echt zinnetjes leren. Daar deed ik twee weken langer over dan de rest. Het is heel bijzonder om samen twee minuten voor aanvang achter het doek te staan. Je hoort het geroezemoes van de zaal, voelt de spanning van bijna opgaan. Dat we dat nu samen doen is een heel intiem moment. Het is een groot feest, deze voorstelling.”
Zie je het als een uitstap? Wat zijn je wensen voor in de toekomst?
“Dit was een gastrol, hopelijk komen er meer van zulke gelegenheidsdingen langs. Ik zou wel vaker iets met anderen willen doen. Maar eerst maar eens kijken hoe mijn eigen programma loopt. Ik heb nog genoeg onderwerpen voor volgende shows en het touren blijf ik leuk vinden. Ik stap gewoon in mijn auto en zorg dat ik rond 16.00 uur op de plaats van bestemming ben. Dan kan ik nog even het stadje in en de krant lezen. ’s Avonds rijd ik strak van de adrenaline heel gemakkelijk weer naar huis. Waar je ook speelt in Nederland, je ligt altijd weer om 1.00 uur in je nest. Daarnaast zou ik nog wel meer boeken willen schrijven, dat is me goed bevallen. Zoals over hoe wij leren. Dat pakken we helemaal verkeerd aan. Een tweede taal leer je niet van papier met twee uurtjes in de week. Je moet je helemaal onderdompelen in een andere taal.”
Bij welke taal zou je dit willen?
“Italiaans! Dit probeer ik al, maar ik heb niet de discipline om het vol te houden. Ik zou er ook niet een tijd willen wonen, dat zou natuurlijk het best zijn, maar dan mis ik Nederland en mijn familie te veel. Zeker nu met onze kleinzoon. En als het goed is, komen er nog een paar kleinkinderen bij. Echt verre reizen maken we ook niet meer. We willen niet meer vliegen. Nou is dat geen probleem, hoor; er is dichtbij zo veel te zien. Zo waren we laatst weer eens in Parijs, daar kijk ik mijn ogen uit. Ik kan daar maanden rondlopen zonder me te vervelen.”
Wat vind je van ouder worden?
“Door onze ouders worden we wel met de neus op de feiten gedrukt. Wat mij vooral opvalt is het loterijkarakter van het leven. Mijn schoonvader overleed plotseling op zijn zestigste en mijn vader na een kort ziekbed op zijn 64ste. Dat kan het lot zijn. Aan de andere kant leeft mijn moeder nog, ze is 81 en nog hartstikke scherp. Mijn vrouw Paulien en ik zijn zeker meer bezig met de uitdagingen rondom ouderdom en hoe je zo lang mogelijk gezond blijft. Maar je moet toch reageren op wat er op je afkomt. En je weet niet welke kaarten je hebt gekregen. Gelukkig kennen Paulien en ik elkaar al vanaf ons zestiende en zijn we inmiddels 35 jaar getrouwd. Dat is een heel stevige basis. Ik verheug me nergens op en ben ook nergens bang voor. Dat heeft toch geen enkele zin. Ik laveer overal een beetje tussendoor. Weet je wat het is met ouderdom? Je denkt: dat is iets voor anderen. Ik weet nog dat ik dat als tienjarige al dacht toen ik over de puberteit las. Ik werd heel opstandig van al die vreemde veranderingen aan je lichaam en bedacht: dat gaat mij niet gebeuren! Maar het is onvermijdelijk, net als ouder worden. Het is wel confronterend. Vroeger was ik de jonge gast in een gezelschap, nu ben ik de oude man tussen de dertigers.”
Heeft het ook voordelen?
“Jazeker. Er wordt minder van je verwacht. En je hoeft niet meer de hele wereld te veroveren, je zoekt de leuke dingen uit om te doen. Ik denk na over wat ik doorgeef en nalaat voor de volgende generatie. Zoals mijn enorme verzameling boeken, daar zit niemand meer op te wachten. Dat zoek ik nu al uit, hoeven mijn kinderen dat later niet te doen. Aardig hè?”
Cabaretier Erik van Muiswinkel wordt op 4 augustus 1961 geboren in Eemnes. Hij wordt bekend dankzij tv-programma’s als Studio Spaan en Kopspijkers. En als hoofdpiet in het Sinterklaasjournaal. Hij is getrouwd met Paulien, samen hebben ze twee volwassen dochters, een zoon en een kleinzoon. Vorig jaar verscheen zijn eerste boek Uit de lucht gevallen, over het verhaal achter De kleine prins. Erik tourt nog tot en met eind mei door het hele land met zijn solovoorstelling Moojen ligjes in de lugt. Een programma van en voor liefhebbers van (de Nederlandse) taal.
Dit artikel komt uit het Digitale Magazine van Margriet. Benieuwd wat er nog meer in staat? Klik hier.