Dubbelinterview met Sjoukje Hooymaayer en Esmée Dekker
Sjoukje Hooymaayer (76) en Esmée Dekker (23) spelen na de zomer in de musical My fair lady. Twee actrices in gesprek over het leven, verlies, acteren en… die vreselijke sportschool.
“Je moet dit echt even zien,” zegt Sjoukje tegen Esmée, nadat ze heeft verteld wat voor rust in haar hoofd zorgt. Ze loopt naar een zijkamer, de plek waar haar keramieken beelden staan. Beelden van vrouwen in bad, zittend op een muurtje, een uil op een boomstam, een versierd doosje; dat wat in haar opkomt maakt ze. En nee, ze is niet van binnen de lijntjes kleuren; niet in haar leven en dus ook niet als ze met klei bezig is. “Ik combineer vaak klei en dat gaat soms goed, maar even zo vaak mis. Want de ene klei moet bijvoorbeeld lang in de oven en de andere kort. Nou ja, gedoe is dat dan.” Daarna loopt ze voor de derde keer naar de keuken om koffie te halen, de schaal met koekjes aan te vullen en haar twee hondjes tot stilte te manen. “Ze zijn waaks, hoor. Zodra ze maar iets horen, gaan ze blaffen.” Daarna zakt ze weer in de comfortabele diepe bank. Esmée, die naast haar zit: “Toen ik tegen mijn ouders zei dat ik met Sjoukje ging spelen, begonnen ze meteen de tune van Zeg ’ns aaa te zingen. Ik had geen idee, maar heb ondertussen de serie gekeken.” Ze spelen beiden in de nieuwe voorstelling My fair lady. Het arbeidersmeisje Eliza Doolittle, gespeeld door Esmée, is de inzet van een weddenschap tussen de upper-classmannen Higgings en Pickering. Higgings denkt dat hij Eliza in korte tijd behoorlijk Engels kan leren praten en alle gangbare etiquette in de hogere kringen eigen kan maken. Sjoukje speelt zijn moeder.
Sjoukje: “Je moet ons niet zien in de zin van: oudere actrice ontfermt zich over jong talent. Esmée kan goed zingen en acteren, die heeft dat helemaal niet nodig. Op het toneel zijn we gelijk aan elkaar, we willen beiden zo goed mogelijk de voorstelling spelen.’
Esmée: “De uitdaging voor mij is dat het een heel gelaagde rol is. Eliza gaat door allerlei fases, dat is mooi. Het is eigenlijk best een geëmancipeerd stuk. Higgins wil haar afhankelijk van hem maken, maar zij luistert naar niemand en trekt haar eigen plan.”
Sjoukje: “Over geëmancipeerd gesproken: ik had een fantastische vader. Ik was nog jong, ik heb het nu over een jaar of tien na de oorlog, toen hij voor me ging staan en zei: ‘Denk erom, laat niemand je wijs maken dat je minder bent dan een jongen omdat je een meisje bent. Ik wil dat je een vak leert. Het kan me niet schelen wát, maar ik wil dat je van geen enkele vent afhankelijk bent.’”
Esmée: “Applaus voor je vader! Dat heeft hij goed gedaan.”
Sjoukje: “Dat maakte ook dat ik me door niemand liet vertellen wat ik wel of niet moest doen. Dus toen mijn eerste huwelijk duidelijk niet lukte, heb ik de knoop doorgehakt: zo, dat is klaar. Ik was in dat opzicht spijkerhard. Ik liet me niet meer vertellen wat ik wel en niet moest doen. Toen mijn jongste zoon zes weken oud was, heb ik opnieuw toelatingsexamen voor de Toneelschool gedaan. Mijn vader heeft in die tijd heel veel voor de drie oudste jongens gezorgd, die paste op als ik naar school ging of moest spelen. Hij was als een vader voor hen.”
‘Je moet ons niet zien in de zin van: oudere actrice ontfermt zich over jong talent’
Esmée: “Dat betekent dat je een goede band had met je ouders. Dat heb ik ook. Ik ben enig kind. Hoeveel kinderen heb jij?”
Sjoukje: “Vier. Drie zonen uit mijn eerste huwelijk, en een dochter met René, mijn tweede man.”
Esmée: “Een groot gezin, dat vind ik leuk. Ik heb alleen een tante en een neefje, en mijn beide opa’s en oma’s leven nog. Heel klein dus. Verjaardagen, kerst, we vieren alles samen.”
Sjoukje: “Twee van mijn kinderen wonen in Amsterdam, een woont in Schiedam en een helemaal tegen de Duitse grens aan. Mijn kleinzoon woont daar ook. Het is een takke-eind weg, dus hem zie ik minder vaak dan ik zou willen. Mijn dochter is regelmatig hier. Ze is stewardess, maar wil uitvaartbegeleidster worden. Dus komt ze hier om te werken, omdat het lekker rustig is. Het is ook een vorm van verzorging; ze kan haar verhaal even kwijt. Ze werkt natuurlijk met mensen die verdriet hebben en dat is soms heftig. Ik heb met mijn kinderen een goede band, al zijn er onderling wel verschillen. Zoals dat gaat in een groot gezin: de een vindt de ander leuker. Maar als het moet, zijn ze ook echt samen. Toen René ziek was, hij had kanker, en bij zijn overlijden, nu twee jaar geleden, hebben ze zich voorbeeldig gedragen. Onderling gedoe speelde totaal geen rol. Ze hadden zoiets van: dit gaan we met z’n allen doen. Dat was voor mij een heel grote steun. Je grote liefde verliezen is vreselijk, het was een ontzettend verdrietige tijd. De heelheid van alles was verbroken.”
Dit is een gedeelte uit het interview uit Margriet 2017-32. Dit nummer nabestellen? Dat kan via magazine.nl. Je kunt het hele interview ook online lezen via Blendle.
Productie en styling | Inge Holkenborg
Tekst | Saskia Smith
Fotografie | Marloes Bosch
Haar en make-up | Astrid Timmer
Lees ook:
- Susan Smit in gesprek met Waldemar Torenstra: “Ik vind het af en toe lastig een volwassen meneer te moeten zijn”
- Wist jij dit al over My Fair Lady?
- Susan Smit in gesprek met Roel van Velzen: ‘Ik maak altijd overal een liedje van’
Wil je zelf scrub maken: zo doe je het!
Artikelen van Margriet.nl ontvangen in je mailbox? Schrijf je in op Margriet.nl/nieuwsbrief