PREMIUM
Actrice Loes Schnepper: ‘Pas vijf jaar geleden is bij mij ADD geconstateerd en toen viel alles voor mij op zijn plek’
Loes Schnepper (60) is een laatbloeier. Maar toen ze eenmaal met acteren begon, volgde de erkenning snel, bijvoorbeeld in de vorm van een Gouden Kalf in 2014. Vanaf volgende week is Loes te zien in de serie Rampvlucht op NPO1.
Jeugd 7 maart 1962 geboren in Rheden, Gelderland.
Opleiding Kunstacademie in Enschede, theaterschool De Trap in Amsterdam.
Werk van 1980 t/m 1998 als beeldend kunstenaar, terwijl ze tussen 1984 en 1994 als zangeres in diverse bandjes zong. Na 2002 werkte ze als trainingsacteur. Haar acteerdebuut maakte Loes in 2004 met een gastrol in de tv-serie Bitches. Voor haar rol in de korte tv-film Voor Emilia uit 2014 won Loes een Gouden Kalf. In 2017 speelde ze de hoofdrol in de shortfilm Gratis die dat jaar het Gouden Kalf won voor Beste Korte Film. Vorig jaar speelde ze in De Edelfigurant en werd ze genomineerd voor een Gouden Kalf Beste Acteur TV Drama.
Bekend van de komische YouTube-filmpjes Met Loes die ze maakt met regisseur Allard Westenbrink.
Nu te zien in de tv-serie Rampvlucht over de Bijlmerramp, vanaf 29 september dagelijks om 20.30 uur op NPO1 bij KRO-NCRV. De dramaserie is een groots opgezette complotthriller over de ramp zelf én de vele vragen en mysterieuze gebeurtenissen die Nederland daarna in hun greep hielden.
De fotoshoot vindt plaats in een lichte studio in Wormerveer. De sfeer zit er goed in bij de hele crew. Loes is zeer enthousiast over het helblauwe pak dat ze mag dragen en besluit het te kopen. Ze vond het een feestje om te worden gefotografeerd, terwijl ze er vooraf een beetje tegen opzag. Als actrice sta je toch wel vaker in de spotlights, zou je denken, maar Loes legt uit: “Hier sta ik als mezelf. Als ik een personage speel, durf ik meer. Het vak acteren vind ik zó leuk, ik houd ontzettend van het samenwerken. Op het einde denk ik weleens: o ja, het wordt ook nog uitgezonden. Daar ben ik minder mee bezig. Hoewel het natuurlijk heel leuk is als je erkenning voor je werk krijgt.”
En je dacht juist een achterstand te hebben omdat je zo laat begon met acteren?
“Ja, dat was bizar, ik kreeg al vrij snel de prijs der prijzen (Het Gouden Kalf). Toen ik de toneelopleiding had gedaan, was ik al ouder, maar ik had het cv van een achttienjarige. Ik heb eerst gewerkt als trainingsacteur, daarvan heb ik zo veel geleerd. Ik reisde het hele land door en kwam bij allerlei beroepsgroepen. Langzamerhand kreeg ik meer werk als actrice en stopte ik met het trainingsacteren. Ik krijg als reactie op mijn Met Loes-filmpjes vaak te horen dat ik zo naturel speel, dat heb ik daar geleerd. Je kijkt naar een vrouw die telefoneert, je hoort alleen haar stem. In een minuut tijd wordt een heel verhaal verteld.”
Deze Met Loes-filmpjes zijn een grote hit op YouTube. Hoe kom je telkens aan inspiratie?
“Regisseur Allard en ik delen een fascinatie voor slechte communicatie. Soms klopt de lichaamstaal niet bij wat iemand zegt; mensen die met een somber gezicht zeggen hoe gelukkig ze zijn. Daar heb ik een oog voor ontwikkeld bij het trainingsacteren. Ik doe bijvoorbeeld inspiratie op in de trein, als ik naar gesprekken luister. Of het is iets wat ik zelf heb meegemaakt. Dat gebruik ik allemaal voor de filmpjes. Mijn voelsprieten staan altijd aan, dat is een zegen en een vloek. Ik heb ADD, dus ik kan het niet uitzetten.”
Is het een nadeel dat je ADD hebt en alles binnenkomt?
“Ja, het is bij mij pas vijf jaar geleden geconstateerd en toen viel alles voor mij op zijn plek. Ik kreeg een soort verlate rouw toen ik terugkeek op mijn leven. De psychiater zei tegen mij, en ik huil er nu weer om: ‘Je zult wel heel moe zijn.’ Dat raakte me enorm. Inmiddels was ik achter in de vijftig, maar ik werd gezien. Als kind op school was ik altijd leerstof vergeten, ik had last van te harde muziek of te veel licht. Ook voor mijn werk is het lastig; op een set is het heel hectisch. Doordat ik in de overgang zat, was de ADD alleen maar erger geworden, het versterkt elkaar. Ik slik nu medicijnen en met die pillen heb ik geen ‘error’ meer in mijn hoofd. De medicatie heeft mijn leven echt verrijkt. Ik kan nu aangeven wat ik wel of juist niet doe. Het drama is weg. Het glas was bij mij halfleeg en nu is het weer halfvol. Mijn man kan dat beamen. Hij kent me al zo lang en goed, hij ziet het verschil met vroeger.”
Hoe lang ben je al samen met je man?
“Ik was dertig toen we elkaar ontmoetten. Ik had al andere relaties gehad en samengewoond. Dus je gaat er wat volwassener in. Hij is de liefde van mijn leven, heerlijk. We zijn 24 jaar getrouwd en al 29 jaar samen, met veel plezier. We houden beiden van lekker eten en kunst, gaan geregeld naar musea, schouwburgen en concerten. Of we gaan juist de natuur in en kamperen. Bij zo’n lange relatie is het goed om af en toe te reflecteren en naar jezelf te durven kijken. Laatst zei hij: ‘Je bent mijn moeder niet’ toen hij naar buiten ging en ik opmerkte of hij zijn jas wel aandeed. Heel goed dat hij me scherp houdt, zo’n opmerking is typisch iets voor vrouwen. Hij kan prima voor zichzelf zorgen.”
Durf je zelf nu je ouder wordt ook meer te zeggen wat je wel of niet leuk vindt?
“Dat heb ik vooral geleerd in de cognitieve gedragstherapie die ik ben gaan volgen na mijn ADD-diagnose. Daar heb ik geleerd grenzen aan te geven. In mijn relatie weet ik nu dat ‘nee’ zeggen ook een optie is. Ik liet vroeger alles maar binnenkomen en kon het niet van me afzetten; dan lag ik ’s nachts te malen. Ik heb een soort rust gevonden. Als de medicatie is uitgewerkt, heb ik meteen weer een korter lontje. Intussen probeerde ik dan lief en aardig te doen om dat te verbloemen. Wij vrouwen laten toch sociaal wenselijk gedrag zien vanuit onze opvoeding. Tegenwoordig durf ik in een gesprek te zeggen dat ik me door mijn ADD niet meer kan concentreren.”
Uit wat voor gezin kom je?
“Een heel leuk gezin, maar niet cultureel. Mijn ouders hadden geen kunstboeken in huis. Toen ik op mijn achttiende toelating ging doen voor de Kunstacademie, vroegen ze welke kunstenaars me inspireerden. Ik had een black-out en kon me maar één boek voor de geest halen en zei: ‘Wat ik heel goed vind, is Rien Poortvliet.’ Die van de boeken over kabouters, haha. Ik ben aangenomen, maar het was een lastige tijd. Ik was lang bezig met goedkeuring krijgen van mijn ouders. Pas toen ik dat losliet en me bezighield met waar ik in geloofde, nam mijn carrière een vlucht. En ze waren heel trots op me. Ze leven beiden niet meer, maar ik denk met veel plezier aan ze terug. Ik had nog wel veel vragen willen stellen aan mijn ouders, nu ik daar de rust voor heb.”
Wat had je willen vragen?
“Door de coronapandemie moest ik ineens aan mijn vader denken. De lockdown was ook zwaar voor jongeren. Mijn vader is als achttienjarige op transport naar Duitsland gezet om daar te werken in de oorlogsindustrie. Hij is gevlucht en heeft de rest van de oorlog ondergedoken gezeten. Hij was 23 jaar toen het klaar was. Wat doet dat met je? Ik heb wel een dagboek van hem over die periode, maar daar durf ik niet in te kijken. Ik heb een stukje gelezen en dat vond ik al te heftig, het voelde niet goed om dat te lezen.”
En je relatie met je moeder, hoe was die?
“Mijn moeder heb ik samen met mijn zus tot op het laatst verzorgd, ze had dementie. Ik heb fijne herinneringen aan de laatste jaren, dan kwam ik koken en bleef logeren. Ik zorgde dat we ook altijd iets leuks gingen doen. Mijn moeder had ontzettend veel humor. Ik kon keiharde opmerkingen maken, altijd met een knipoog en dan lagen we dubbel. Dat was zo fijn! We hielden het luchtig en ik was altijd heel eerlijk en open. Ik deed niets achter haar rug om.”
Zelf heb je geen kinderen. Denk je weleens na over wat er gebeurt als je ouder wordt?
“Ja, ik denk weleens: hoe moet het dan? Wie gaat er voor mij zorgen? Beland ik dan in een verzorgingshuis? Dat wil ik niet, maar eigen kinderen zijn ook geen garantie. Ik denk niet dat familie heilig is. Als je maar fijne mensen om je heen hebt. Soms is dat familie en soms zijn dat vrienden. Ik probeer er maar niet te veel mee bezig te zijn en erg in het hier en nu te leven. Ik geloof erin dat het bij jezelf begint: als je trauma’s hebt, pak ze aan. Los dingen op, heb het leuk. Ik kan niet de wereldproblemen oplossen, maar ik kan wel op microniveau aardig zijn voor de mensen om me heen. Voor andere mensen is het misschien weggelegd om het grootster aan te pakken, dat bewonder ik erg.”
Met het ouder worden heb je geen problemen?
“Nou, ik heb meer last van mijn gewrichten, maar dat loop ik er wel uit. In coronatijd was ik heel somber. Al mijn werk viel weg, ik was bang om ziek te worden. Alles waar ik blij van word, zoals mijn werk, naar het museum, de film of een terras, kon niet meer. Mijn grootste winst uit deze tijd is dat ik blijheid vaak aan mijn werk ophing, maar nu is er intrinsiek iets veranderd. Ik heb nog steeds ambitie, maar ik heb geleerd me te vermaken, ook als ik geen werk heb. Ik word bijvoorbeeld heel blij van wandelen. En ik ga een cursus stand-upcomedy doen, weer een heel andere discipline. Ik ben een keer gaan kijken in een comedyclub en het liet me niet los. De eigenaar zei dat hij het mij ook wel zag doen. Als dit werkt en ik heb talent, kan ik meer mijn eigen werk bepalen en ben ik minder afhankelijk van anderen. Ik was zó klaar met alle ‘nee’s’ en dingen die niet doorgingen tijdens corona. Woedend was ik. Nu neem ik het heft in eigen handen. Ik vind het heel spannend, net als dit interview en deze fotoshoot, maar: laten we het maar doen!”
Kunst “In Rotterdam heb je het Depot waar je de opslag kunt zien van het museum Boijmans Van Beuningen. Het gebouw is al kunst, een fantastische plek, net als de Kunsthal. Ik ga ook geregeld naar het fotomuseum in Den Haag en in Rotterdam. En op vakanties gaan we graag naar galeries.”
Vakantie “Ik houd van mediterrane landen. Het is het fijnst als alles erin kan zitten: natuur, warm, lekker eten en kunst. Dat heb je in Italië, en daarnaast is Spanje favoriet. Daar heb ik in mijn studietijd nog een jaar gewoond, in Cuenca, dat voelt als thuiskomen. En de Spaanse moderne kunst is zó authentiek en met lef, daar word ik heel blij van.”
Schilderen “Toen ik begon met acteren ben ik met schilderen gestopt. Maar het kriebelt weer. Ik had al mijn materiaal weggedaan, maar heb nu weer een doosje gekocht. Ik hik ertegenaan, ik heb wel zin om weer iets te maken.”