PREMIUM
‘Hij wit, ik bruin. We realiseren ons dat we ergens een band hebben’
Noraly dook in haar verleden en kwam meer aan de weet over haar voorouders. Dat brengt haar bij de 92-jarige Jan.
In Gouda zit ik tegenover Jan de la Hayze, 92 jaar oud. Op tafel liggen twee kleine aardewerken schenkkannetjes, gemaakt door Surinaamse Inheemsen, vroeger Indianen genoemd. Ik herken de roodbruine kleur van het aardewerk omdat ik in de jaren 60 toen ik in Suriname ging wonen een bescheiden verzamelaar ben geworden. Ik hecht aan de emotionele waarde van de vazen, kommen, kannen en kleine dierfiguren, uitgestald in mijn huis. Ze herinneren aan de schoonheid van het Surinaamse binnenland en de handen van Inheemse vrouwen.
Kleinzoon
De schenkkannetjes moeten zijn gemaakt voor 1863, het jaar van de afschaffing van de slavernij. Maar ook het jaar dat Helena Jacobina van Emden in Suriname werd geboren. Zij vertrok naar Nederland toen ze tien jaar was. In haar koffer de schenkkannetjes, een patchwork kleedje, een fotoalbum, een boek met tekeningen van tropische vruchten en bloemen, en een oude bijbel in het Sranan. Voorwerpen die pas vorig jaar, 63 jaar na haar dood, tevoorschijn zijn gekomen. Jan de la Hayze is de kleinzoon van Helena. Hij heeft zijn oma goed gekend maar heeft geen idee wat voor herinneringen zij had aan haar jeugd in Suriname. Ze sprak er nooit over.
De voedster
In 2017 zag hij de documentaire Sporen van Suiker van Ida Does waarin ik op zoek ging naar mijn verleden. Ik kwam uit bij mijn voormoeders Jeannette, Sophietje, Princess en Adriana die allen bezit waren van Egbert van Emden, de grootvader van Helena en de betovergrootvader van Jan. Uit onderzoek weten we dat Sophietje de min ofwel de voedster was van de zoon van Egbert.
Sophietje
Aan weerskanten van de tafel gezeten kijken wij elkaar aan, Jan en ik. Hij wit, ik bruin. We realiseren ons dat we ergens een band hebben. We bekijken het fotoalbum. De afdrukken uit midden jaren 1800 zijn goed bewaard en geven een prachtig beeld van Paramaribo.
Ik kijk vooral naar de foto van een huis aan de Wagenwegstraat 53, het woonhuis van de Van Emdens, gefotografeerd in 1868. Het gebouw staat er nog. Als ik in Paramaribo ben, loop ik er vaak langs en denk aan Sophietje die daar gewoond heeft tot haar dood in 1882. Ik weet helaas niets van haar.
Onze voorouders
Ik raak ook niet uitgekeken op een andere foto uit 1862 of 1863 die tevoorschijn kwam tijdens het maken van de documentaire. Egbert van Emden zit onderuitgezakt aan een tafeltje tegenover zijn zoon Abraham. Ze zijn aan het kaarten. Op de achtergrond staat een zwarte vrouw, kaarsrecht met een mooie jurk aan. Je kunt haar gezicht net niet zien. Ik verbeeld me dat daar Sophietje of haar dochter Princess staat. Gedienstig afwachtend op een wenk van haar meester. De voorouders van Jan en mij samen op één foto.
Bij het afscheid maak ik een selfie met Jan. ”Mijn voormoeder heeft jouw voorvader gezoogd,” zeg ik terwijl we allebei wat verlegen lachen naar de camera.
Over Noraly Beyer
Noraly Beyer is geboren in Willemstad, Curaçao en woonde in de jaren zeventig en tachtig in Suriname. Ze werkte als nieuwslezeres bij NOS, schrijft columns, werkt in het theater en zit in verschillende jury’s en commissies. Ze leest graag en houdt van de tuin. Noraly heeft een latrelatie met Joost Prinsen, ze heeft een volwassen zoon en dochter. Ze is oma van twee kleinkinderen en een heel stel bonus kleinkinderen. Wil je Noraly volgen? Tweewekelijks lees je haar nieuwste column op margriet.nl/noraly of volg haar op Twitter: @norabey