PREMIUM
‘Ik ben geneigd iedereen met jij aan te spreken. Zelfs allerlei artsen die ook elk jaar jonger worden’
Marjan vraagt zich af sinds wanneer ze geen moeite meer heeft met tutoyeren.
“Zeg alsjeblieft ‘jij’!” Hoe vaak vraag ik dat tegenwoordig? Vaak. Steeds vaker, nu ik de zestig ruim ben gepasseerd.
Mensen die ouder zijn dan ik, vragen meestal: “Is het oké als ik ‘jij’ zeg?” Dan val ik ze in gedachten om hun nek en zeg, schor van emotie: “Nou! Graag!” En ik vraag me af of ik daar al niet mee was begonnen. Met dat jij-jouwen.
Er zijn maar weinig mensen die ik zonder enig voorbehoud met U aanspreek. Er springt er eentje in mijn hoofd: de vader van buurvrouw Riet. Die is inmiddels 96 jaar oud en fietst nog geregeld bij zijn dochter langs voor een bakkie. Hij is U. Met een hoofdletter. Bij hem voel ik me een snotneus en dat voelt heel prettig. Verder ben ik geneigd iedereen met jij aan te spreken. Zelfs dus allerlei artsen die ook elk jaar jonger worden en van wie je je afvraagt of hun ouders wel weten dat ze ineens in een ziekenhuis hersenchirurgje zijn gaan spelen.
Niet gediend van amicaliteit
Als je ouder wordt, wordt alles om je heen steeds jonger.
Twintig jaar geleden dacht ik heel anders over tutoyeren. Ik had een zakelijk abonnement voor een mobiele telefoon. Die telefoonmaatschappij besloot de hele klantbenadering op de schop te gooien door er een lollig sausje over te gooien. Ik kreeg ineens post met als aanhef: ‘Hi!’ en ‘Hallo jij!’ Het schoot me totaal verkeerd. Ik schreef dat ik niet gediend was van al die amicaliteit. Dat ik de relatie tot mijn telefoonmaatschappij strikt zakelijk wilde houden en dat ik er prijs op stelde om formeel te worden benaderd. Ik denk dat Maarten van Rossem destijds meteen zijn handtekening onder mijn brief had gezet.
‘Jij’ tegen de directeur
Maarten houdt nog steeds niet van zo’n ‘ouwe jongens krentenbrood’-benadering. Zijn manier van omgaan met mensen is consequent. Hij houdt graag afstand. Ik nam ergens in mijn leven een afslag. Waar was dat?
Ik denk op het moment dat ik definitief stopte met onderwijs. Leerlingen hebben altijd u tegen me gezegd. Sommige zeiden mevrouw. De meeste juf. Ik heb het altijd prettig gevonden om in een onderwijssituatie wat afstand in te bouwen. Maar met collega’s wilde ik geen leeftijdsverschil voelen. Vanaf mijn dertigste zei ik zonder erbij na te denken ook ‘jij’ tegen directeuren en chefs.
Bedrijven hoeven al jaren geen u tegen me te zeggen. Sjonge, wat fleurde ik op van de leverancier van onze nieuwe koffiemachine. ‘Hallo Marjan!’ mailde die. ‘We wijzen je graag op onze wachttherapie!’ Daarbij kon je een slinger met ‘Hoera, een pakketje!’ uitprinten om voor je raam te hangen. ‘Dan kan onze bezorger je huis makkelijker vinden!’ schreven ze. Daar kikker je toch van op? Nou ja, u misschien niet. Jij wel. Ik ook.
Over columnist Marjan van den Berg
Marjan van den Berg studeerde MO-Nederlands aan de VU te Amsterdam, stond jarenlang voor vmbo-klassen als juf Nederlands, schrijft columns en verhalen en runt haar eigen bedrijf Iskander Uitgevers. Ze is dol op haar dochters Merel, Amber en Kirsten, haar vier kleinkinderen, haar labrador en haar Jan! Lees hier alle columns van Marjan. Wil je Marjan volgen? Dat kan niet alleen op margriet.nl/marjan, maar ook via haar eigen website marjanvandenberg.nl en op Facebook.