PREMIUM
Reddingswerker Jop Heinen over de aardbeving in Turkije en Syrië: ‘Het is de vraag of er ooit genoeg hulp kan worden geboden’
Er wordt nog volop gezocht naar overlevenden van de aardbeving in Turkije en Syrië door het Urban Search and Rescue team (USAR). Jop Heinen (35) maakt deel uit van dit team, dat sinds maandag 6 februari tien dagen lang reddingswerkzaamheden in het aardbevingsgebied uitvoert. “We hebben op dit moment elf mensen levend onder het puin kunnen bevrijden.”
Wat is de situatie op dit moment?
“We zijn op dit moment met vier reddingsgroepen in Hatay, de zwaar getroffen regio in het zuiden van Turkije die grenst aan Syrië. We zoeken daar op verschillende locaties. Inmiddels zijn we al een aantal dagen onderweg en de kans dat we nog overlevenden vinden, is helaas heel klein. Daar zijn we heel realistisch in. Er zijn wel een aantal signalen dat er mogelijk nog mensen in leven zouden zijn. Al is het maar één iemand die we misschien nog kunnen redden; dat is alle energie waard.”
Hoe belangrijk is de lokale bevolking bij het zoeken naar overlevenden?
“De lokale bevolking is erg belangrijk voor ons. Dat zijn vaak mensen die met het bericht komen dat er contact is geweest, dat ze klopgeluiden hebben gehoord of dat iemand reageert op geroep. Hierdoor kunnen we op deze specifieke gebieden speurhonden inzetten om te kijken of zij een teken van leven ruiken. Daarna kunnen we overgaan tot een reddingsactie.”
Hoeveel slachtoffers hebben jullie op dit moment gered?
“Op dit moment hebben we elf mensen levend onder het puin kunnen bevrijden en een hond. De eerste redding die is gedaan, was van een oudere man. Die zat precies tussen een plafond en een vloer ingeklemd. Door samen met de lokale brandweer flink wat breekwerk te hebben verricht, konden we de man bevrijden.” Hieronder zie je beelden van de bevrijding van het eerste slachtoffer.
Het eerste slachtoffer dat we konden bevrijden was een oudere man op dinsdagavond, kort na onze aankomst in Hatay. Je ziet hier mensen van onze reddingsgroep Alpha met lokale brandweermensen. pic.twitter.com/rNIWOaFE7t
— USAR.NL (@USARNL) 10 februari 2023
Staan jullie voor lastige keuzes?
“De gesprekken met de lokale bevolking zijn ontzettend moeilijk. Elke reddingsgroep heeft ook een tolk bij zich. Je wilt dit soort gesprekken met mensen in hun moedertaal kunnen voeren. Die gesprekken gaan alle kanten op. Het kan gaan over dat de honden niks aangeven en er geen enkel teken van leven is. Dan moeten we ze gaan vertellen dat deze persoon waarschijnlijk niet meer leeft. Dat zijn hele heftige gesprekken. Of we moeten vertellen dat we constateren dat er mogelijk iemand in leven is, maar dat het misschien wel vijftien uur duurt voordat we bij die persoon kunnen komen. Dat was vooral in het begin van deze week. Dan moeten we de keuze maken om toch naar een andere locatie te gaan, waar je in die tijd meer slachtoffers kunt redden.”
Hoe is het voor jou om zo acuut te worden opgeroepen naar zo‘n rampgebied?
“USAR-leden werken bij de politie, brandweer, ambulance of defensie. Hierdoor weten ze op ons werk ook dat het kan gebeuren dat we ineens weg moeten. Maar nog steeds blijft het een ingrijpende situatie. Je laat alles in een keer vallen en je gaat naar zo‘n gebied toe. Voor ieder teamlid is dat heel heftig. Je komt in een hele andere situatie terecht dan dat je normaal op je werk tegenkomt. Iedereen laat ook een thuis achter. Familieleden moeten het ineens alleen rooien terwijl ze ook in spanning zitten.”
Heb je veel contact met het thuisfront?
“Normaal gesproken proberen we binnen tien dagen terug te zijn en dat is best een lange tijd. USAR ondersteunt ons vanuit Nederland. De mensen van de organisatie zorgen ervoor dat er twee keer per dag een nieuwsbericht naar alle families wordt verstuurd. Hier staan dan een aantal foto’s met verhalen over hoe het hier gaat. Nu worden de verbindingen ook beter, maar de afgelopen dagen was niemand in staat om goed te kunnen bellen.”
Wat kunnen we in Nederland doen om te helpen?
“Langzamerhand krijgen we een beetje mee wat er in de buitenwereld gebeurt en hoe iedereen meeleeft. Wij zijn hier voor de acute fase, dus voor het redden van slachtoffers. Daarna gaan we terug naar Nederland. Dat is ook een raar idee, omdat er nog heel veel moet gebeuren. Het staat vast dat de mensen hier heel veel hulp nodig hebben, maar wat en hoeveel is ook aan anderen mensen om in te schatten. Het is maar de vraag of er ooit genoeg hulp geboden kan worden, want het is onvoorstelbaar wat hier is gebeurd en hoe mensen hier getroffen zijn.”
Lees hier wat je kunt doen voor de slachtoffers in Turkije en Syrië.