Marie: ‘Het valt me op dat al mijn vriendinnen tegenwoordig bij een clubje horen’
Wandelclubjes, fietsclubjes, ‘stenen beschilderen en door het land verspreiden’-clubjes… In deze tijd is de behoefte aan verbondenheid groter dan ooit. Maar hoe kóm je bij een club? En hoe ontdek je wat (absoluut niet) bij je past? Journalist Marie van Kooij ging op onderzoek uit naar welk clubje geschikt is voor haar.
Het valt me op dat al mijn vriendinnen tegenwoordig helemaal van de clubjes zijn. Als ik een afspraak probeer te maken, krijg ik van de een te horen dat ze met de fietsgroep op pad gaat, een ander heeft een spectaculaire kookclub en weer een ander beschildert tweewekelijks stenen die ze vervolgens met haar wandelclub (de clubjes overlappen deels, dat mag duidelijk zijn) door het hele land laat zwerven. Ik voel me toch wat buitengesloten met al die gezamenlijke gezelligheid. En ik vraag me steeds vaker af: moet ik niet ook bij een club?
Tópidee, die fietsclub…
Met die vraag begint mijn zoektocht naar een club. Ik wil ergens bij horen. Het lijkt me zo gezellig; op gezette tijden iets ondernemen met de ‘meisjes’. Eigenlijk maakt het me niet uit wat. Hoewel… koken is niet echt mijn ding. Het opeten dan weer wel, maar dat heet gewoon uit eten gaan. Ook gezellig, maar in deze tijden is dat lastig. Ik meld me bij mijn vriendin van de fietsgroep. Of ik een keer mee mag proeffietsen met haar clubje. Na online beraad in de bijbehorende fietsclub-appgroep komt het hoge woord eruit: ik mag mee. De afspraak is al snel gemaakt, zaterdag over een week word ik daar en daar verwacht. En neem iets lekkers mee voor onderweg.
Als ik die zaterdag aankom op de afgesproken plek, fiets ik een groep vrouwen gehuld in strak lycra, met stoere helmen en handschoenen, straal voorbij. Tot ik mijn vriendin herken te midden van die groep mountainbike-vrouwen. Ik voel de verbazing in de groep. Ik steek nogal eh… onsportief af in mijn spijkerbroek, witte sneakers en windjack. En over mijn elektrische fiets wordt al helemáál hardop gezwegen. De ‘gezellige’ fietstocht die ik in gedachten had, blijkt een bikkelharde mountainbiketrail dwars door het bos te zijn. Dat is niet te doen op mijn fiets en met mijn nieuwe witte sneakers. Een paar minuten later hoor ik de groep schaterlachend het bos in fietsen. Dit is niet mijn clubje. Zeker niet. De mountainbike-vrouwen denken er gelukkig net zo over. Later stuurt mijn vriendin een aardig berichtje: ‘Leuk dat je erbij was, maar misschien kun je beter zelf een fietsclubje beginnen?’
Lees ook:
Fietsen is goed voor je: alle gezondheidsvoordelen op een rijtje
Waarom willen we bij een club?
Waar komt die behoefte aan een clubje vandaan? Na een jaar lang letterlijk binnen zitten, merk ik dat ik graag weer naar buiten wil. Ik wil met andere mensen in contact komen. Mijn kleiner geworden horizon weer verbreden. En met een frisse blik de nieuwe wereld in kijken. Liesbeth Bargerbos herkent deze behoefte. Op haar website
liesbethbargerbos.nl staat het onderdeel ‘Vrouwenzaken’, waar ze maandelijks een vrouwencirkel aanbiedt. Iedereen mag erbij, mits vrouw uiteraard. Op haar site laat ze een filmpje zien met de titel Women need a tribe!: vrouwen hebben een stam nodig. Ze legt het me uit. “Vrouwen zoeken hun weg naar elkaar. Neem deel aan een vrouwencirkel en deel je diepste angst en je grootste vreugde. Zonder oordeel, zonder commentaar.”
De oertijd
Het stamt zelfs uit de oertijd, waarin de mannen uit jagen gingen en de vrouwen bij elkaar kropen in de grot. Tijdens allerhande klusjes – de grot opruimen, het eten bereiden en berenvellen verstellen – konden ze niet anders dan elkaar deelgenoot maken van wat er leefde en speelde. De zoektocht naar verbondenheid met elkaar zit gewoon in ons DNA. Ik denk dat clubjes tegenwoordig een hippe vervanger zijn van de ouderwetse koffieochtend bij de buurvrouw, als de kinderen naar school waren en de was gestreken in de kast lag. De generatie voor me deed dat: bij elkaar beppen over van alles en nog wat.
Alleen, zoals ik me dat van vroeger herinner, was dat mét een oordeel en mét commentaar. Maar hoe dan ook: voor die bijeenkomsten was in mijn generatie al veel minder tijd. Wij hadden én kinderen én een loopbaan. Misschien dat ik daardoor, nu ik mijn tijd wat vrijer kan indelen, juist zo geniet van die momenten met andere vrouwen. En dat mijn hart een sprongetje maakt bij het filmpje. Een tribe. Een stam. Dat wil ik!
'Wat in de sauna wordt besproken, blijft in de sauna'
Met twee vriendinnen ga ik eens in de zoveel tijd naar de sauna. We wonen een eind van elkaar af en die momenten in de sauna zijn voor mij heel dierbaar. Wat in de sauna wordt besproken, blijft in de sauna. Ik kan dat nauwelijks een clubje noemen, maar het raakt wel aan het voelen van die verbondenheid. Het samen komen, ervaringen delen en emoties en zorg en expertise. En ja, ook lekker zeuren. Gedeelde smart… Want dat willen we, wij vrouwen. Nou ja, ik wel in elk geval. Elkaar steun geven, dat is het toverwoord. Misschien is die behoefte de laatste tijd wel enorm gegroeid door lockdowns en avondklokken.
Leesclubje
Daarom zet ik mijn zoektocht naar een geschikte club voort en meld me bij de vriendin met de leesclub. Aan het begin van de lockdown had ik me voorgenomen om meer te gaan lezen, maar ik heb in anderhalf jaar tijd anderhalf boek gelezen. Ik had er simpelweg de energie niet voor. Terwijl lezen vroeger altijd een favoriete tijdsbesteding was. En nuttig ook.
Ik word meteen toegevoegd tot de appgroep en krijg de titel van het boek mee, dat een van de dames heeft geselecteerd: Een klein leven van Hanya Yanagihara, dat stond al jaren op mijn ‘nog te lezen’-lijst. Ik ben dus meteen enthousiast. Over twee weken komt de club bij elkaar om het boek te bespreken. Dat wordt weliswaar online, maar toch vind ik het fijn om erbij te zijn. Die avond is precies wat ik ervan had verwacht en meer. Nadat we het boek kort bespraken, volgt het delen van de verhalen van onze eigen kleine levens. Het is een avond met een lach en een traan. Als de Zoom-meeting na een paar uur afloopt, voel ik me gezien en gehoord. Zonder oordeel. Gewoon ervaringen delen met andere vrouwen. Dit is goed. Ik bestel meteen het volgende boek dat we gaan bespreken. Maar toch mis ik het fysieke contact.
Tijd voor een challenge
En dat komt – toevallig – vlak daarna op mijn pad. Een collega met wie ik mijn zoektocht naar een clubje besprak, oppert om een ‘30 dagen fitness challenge’ te gaan doen met een aantal collega’s. Toch ook een soort clubje! Voor ik het weet, lig ik al plankend en crunchend op mijn matje in de woonkamer. Tot grote hilariteit van man en kinderen. De eerste twee weken gaat dat nog best soepel. Maar ik ontkom niet aan het challenge-gedeelte; de oefeningen worden steeds zwaarder. Over gedeelde smart gesproken… De bemoedigende woorden van collega M., de grappige filmpjes van collega C. en de ‘drill sergeant’-achtige peptalk van collega A. zorgen ervoor dat ik na dertig dagen uiteindelijk anderhalve minuut kan planken, 30 squats kan doen, 42 push-ups en 40 crunches. Wat ben ik trots! Op mezelf en op mijn collega’s! Ik had dit nooit van mezelf verwacht!
Wel merk ik dat ik in een gat val als na dertig dagen de challenge is afgelopen. Ik voel me intussen best fit en meld me bij de vriendin met de wandelclub. Nee, stenen schilderen is niet echt mijn ding, maar ik wil wel mee op hun volgende wandeltocht. Spannend, want ik ken alleen maar mijn vriendin. Het valt me wel op dat ik tot nu toe overal met open armen in de verschillende clubjes wordt toegelaten. Nergens wordt lelijk gedaan, zoals je vroeger op het schoolplein meemaakte. Er is geen sprake van meidenkift. Sterker nog: iedereen is heel erg betrokken, enthousiast en open.
Samen aan de wandel
Er staan twintig kilometers op het programma voor vandaag. Ik heb nieuwe wandelschoenen gekocht (en deels ingelopen) en ben helemaal klaar voor de tocht. Mijn vriendin heeft me al een beetje ingeseind over de andere leden van het clubje. Stuk voor stuk moeders die ze nog kent van het schoolplein van de kids van vroeger. En terwijl de eerste kilometers asfalt onder onze voeten verdwijnen leer ik ze in no time ook kennen. Ze vertellen me hun verhalen, over nare echtscheidingen, over trots en teleurstelling in hun kinderen, ergernissen in een huwelijk en de angst voor de toekomst voor hun kleinkinderen.
Ik heb helemaal niet door dat we al halverwege de tocht zijn als we op een bankje onze meegebrachte lunch nuttigen. Met onze gezichten in de zon zitten we zwijgend onze boterhammen te eten. Er hoeft even niks te worden gezegd. We zijn gewoon met elkaar. Als we op de plaats van bestemming aankomen geef ik iedereen een knuffel; we zijn allemaal al ingeënt. En al snel wordt een volgende datum geprikt. En ja, ik wil ook voorafgaand aan de wandeltocht zwerfkeien gaan beschilderen.
Ook bij een club?
Heb je ook behoefte om je aan te sluiten bij een club, maar geen idee waar die te vinden?
- De app Klup is er speciaal voor actieve vijftigplussers die nieuwe mensen willen leren kennen om leukedingen mee te doen.
- De site nextdoor.nl (met bijbehorende app) is een digitale ontmoetingsplaats voor buurtgenoten. Hier worden geregeld oproepjes geplaatst – en kun je zelf ook oproepjes plaatsen – door mensen die activiteiten organiseren met en voor hun buren.
- Via actiefplezier.nl worden verschillende activiteiten georganiseerd. Ook is het een online vriendennetwerk. Je kunt je aanmelden voor iets leuks of contact leggen met mensen uit je buurt.
Dit artikel verscheen eerder in Margriet 30-31 - 2021. Dit nummer nabestellen kan via lossebladen.nl.
Beeld | Getty Images