Risotto is zo’n typisch gerecht waar je al snel te veel van maakt. Geen ramp natuurlijk, want dat betekent dat je er de volgende dag opnieuw van kunt genieten. Maar hoe zorg je er nu voor dat de risotto de volgende dag net zo lekker smeuïg blijft?
Wij delen een aantal handige tips.
Structuur risotto
Wat risotto zo lekker maakt, is dat het zo heerlijk smeuïg is. Het probleem is alleen dat als je het de volgende dag opnieuw gaat opwarmen, het vaak niet meer zo smeuïg is. Meestal zit je met een kleffe homp rijst die totaal niet meer op risotto lijkt. Eigenlijk is risotto ook niet een gerecht dat zich goed leent voor opwarmen: de rijst gaat namelijk enorm uitzetten als je het laat staan en blijft hierdoor vocht opnemen. Dit verandert de structuur van de rijst dan ook enorm.
Wat je echt nóóit met risotto moet doen, is het in de magnetron opwarmen. De beste manier om het op te warmen is door het gewoon opnieuw in een pan te doen en op laag vuur te zetten. Veel mensen maken de fout om meteen een beetje olie in de pan te doen of extra boter, maar ook dit kun je beter niet doen.
Doe de risotto in de pan en voeg wat bouillon toe. Ga voor dezelfde bouillon die je de dag ervoor ook al hebt gebruikt. De rijst zal de bouillon opnemen waardoor het weer lekker smeuïg wordt. Je hebt ongeveer 60 millimeter hete bouillon per 200 gram risotto nodig, dus probeer je hier aan te houden. Roer vervolgens de rijst goed door. Is ‘ie toch nog een beetje klef? Schenk dan nog wat extra bouillon toe en voeg als laatst ook nog een lekker klontje boter toe.
Wist je dat een goede risotto begint met de juiste rijst? In Margriet 49 (nu in de winkel) geven we je handige tips voor het maken van dé perfecte risotto.