Een veilig museumbezoek met je kleinkind: zo pak je dat aan
Waar jij naar een museum gaat om kunst te bewonderen, kan het voor kleinkinderen aanvoelen als een speeltuin. Brede gangpaden om doorheen te rennen en tal van objecten om je achter te verstoppen. Hoe zorg je ervoor dat een bezoek aan een museum met de kleinkinderen veilig blijft en nog belangrijker: hoe voorkom je dat spullen kapot gaan?
In Miami werd onlangs op een kunstbeurs per ongeluk een porseleinen beeld van kunstenaar Jeff Koons omgestoten. Het beeld viel om en brak. Dit gebeurde op een beurs, maar ook in musea bestaat het risico dat spullen kapotgaan.
Spullen gaan kapot
In het Spoorwegmuseum houden ze hier rekening mee, vertelt Hoofd Collecties Peter-Paul de Winter. “Je staat er versteld van wat er allemaal kapot kan gaan en ook daadwerkelijk gaat,” vertelt hij. “Kinderen trekken en duwen aan allerlei spullen. Dat, in combinatie met metaalmoeheid, kan ervoor zorgen dat spullen kapotgaan.” Toch is het Spoorwegmuseum volgens De Winter heel toegankelijk en laagdrempelig: “Er hangen geen bordjes of lintjes en er is heel veel ruimte. Daardoor krijg je soms het gevoel: alles kan of mag. Maar er zijn wel grenzen.”
Wat zou je thuis doen?
Als je in een museum bent, is het volgens De Winter goed om te bedenken wat je thuis zou doen. “Zou je thuis ook willen dat de kinderen aan de deur staan te trekken en deze keer op keer dichtslaan? Waarschijnlijk niet. Waarom zou je het in een museum dan wel toelaten? Mijn advies is dan ook om het museum net zo te benaderen als thuis. Afval gooi je niet op de grond, maar in de prullenbak en posters of behang trek je niet van de muur.”
Daarbij benadrukt De Winter dat een ongeluk in een klein hoekje zit en kan gebeuren. “Kinderen mogen in ons museum rennen en heel veel dingen betreden. Een ongeluk kan dan gebeuren. Wel wil ik bezoekers op het hart drukken om het te melden als er iets kapot gaat. We zullen nooit zeggen: ‘Hier heeft u de rekening’. Als je meldt wat er gebeurd is, kunnen wij zorgen dat het gerepareerd wordt.”
Onder begeleiding
In het Spoorwegmuseum is gedacht aan het feit dat er kinderen rondrennen. “Op de plekken waar bezoekers bij kunnen, houden we er rekening mee dat dingen kapot kunnen gaan. Als we dat willen voorkomen, mag je er niet of alleen onder begeleiding bij. Een voorbeeld hiervan is het besturen van de seinen. We willen voorkomen dat daar ongelukken gebeuren en dus zorgen we altijd voor begeleiding.”
Ook in het Van Gogh Museum wordt rekening gehouden met de bezoekers. Zo vertelt een woordvoerder van het museum: “Het Van Gogh Museum wil een toegankelijk museum zijn voor jong en oud en vindt het belangrijk dat iedereen zich welkom voelt. Daarom treffen we maatregelen om de veiligheid van de kunst en de bezoeker te waarborgen. Door middel van afstandhouders worden bezoekers op veilige afstand van de kunst gehouden en beschermt ons personeel de collectie. Als het juist de bedoeling is dat een bezoeker een voorwerp aanraakt, dan staat dat duidelijk aangegeven. Zo kun je bijvoorbeeld in een speciaal interactief gedeelte van onze tijdelijke tentoonstelling Kiezen voor Vincent als bezoeker zelf de lijst en de belichting voor een schilderij kiezen.”