PREMIUM
Niets dan lof: 6x recepten met witlof
Het is gezond, lekker en ook nog eens heel goed betaalbaar. En je kunt er heel veel kanten mee op. Kies voor lof op het menu.
Loflovers
Van de jongeren onder de dertig jaar koopt 40 procent weleens witlof. Onder de 65-plussers is dat maar liefst 90 procent. Voor ouderen is het de op drie na meest verkochte groente. Dat blijkt uit cijfers van de vereniging GroentenFruit Huis.
Bron: RTLnieuws.nl
Soorten lof:
Witlof, ook wel Brussels lof genoemd.
Radicchio, wordt ook wel roodlof genoemd en komt oorspronkelijk uit Italië.
Andijvie, is verwant aan witlof.
Frisée, wordt ook wel krulandijvie genoemd.
Eenvoudige radicchio-aardappeltaart met rozemarijnhoning
Voor 6-8 stukken
• 280 g vers bladerdeeg
• 250 g vastkokende aardappelen
• 2 teentjes knoflook
• 1 kleine radicchio
• 150 g verse geitenroomkaas
• 1 tl verse rozemarijnnaalden
• 11/2 el honing
Verwarm de oven voor op 220 ˚C (heteluchtoven 200 ˚C). Rol het bladerdeeg uit op een met bakpapier beklede bakplaat. Prik meerdere keren diep in met een vork. Borstel en spoel de aardappelen goed af. Snijd in plakken van ongeveer 3 millimeter dik. Pel en pers de knoflook. Maak de radicchio schoon en halveer. Snijd een helft nogmaals doormidden en snijd in reepjes van ongeveer 1 centimeter breed. Meng in een kom met de knoflook en 3 eetlepels olijfolie. Voeg de aardappelen toe en naar smaak zwarte peper en zout toe. Smeer het bladerdeeg in met geitenroomkaas, laat een rand van 1 centimeter vrij en verdeel het aardappelmengsel er gelijkmatig over. Bak ongeveer 25 minuten op het laagste rooster, tot het deeg en de aardappelen mooi bruin zijn. Hak ondertussen de rozemarijn heel fijn en meng met de honing. Snijd de tweede helft van de radicchio in zeer fijne reepjes. Haal de taart uit de oven, laat 5 minuten afkoelen op een afkoelrek. Verdeel de fijngesneden radicchioreepjes gelijkmatig over de bovenkant en besprenkel met 2 eetlepels olijfolie. Giet tot slot de rozemarijnhoning in dunne reepjes over de taart.
Bereidingstijd: 20 minuten + 25 minuten baktijd + 5 minuten afkoeltijd
Andijvie-bonen-groentesoep met gepocheerd ei
Voor 2 personen
• 200 gram kerstomaatjes
• 150 g zwartoogbonen (voorgekookt, alternatief: witte, zwarte of kidneybonen)
• 150 g andijvie
• 1 stengel tijm
• 1 teentje knoflook
• 1 sjalot
• 2 verse eieren
• 5 el wittewijnazijn
• 500 ml groentebouillon
Halveer de tomaatjes. Spoel de bonen af boven een vergiet en laat ze goed uitlekken. Maak de andijvie schoon. Pluk grote bladeren hapklaar of snijd ze in de lengte doormidden. Was de tijm en pluk de blaadjes van de stengel. Pel de knoflook en snijd in dunne plakjes. Pel en snipper de sjalot. Kook voor de eieren 1,5 liter water met azijn in een pan. Breek de eieren voorzichtig een voor een in kopjes. Trek de pan iets van het vuur zodat het water net stopt met koken. Roer met een houten lepel tot er een werveling ontstaat. Laat de eieren een voor een in het water glijden en trek elk eiwit rond de dooier met een lepel. Laat de eieren 4 tot 5 minuten in water trekken.Verhit tegelijkertijd een wijde pan. Voeg 2 eetlepels olijfolie, de knoflook en sjalotjes toe. Bak 1 minuut, voeg andijvie toe en bak nog een minuut op hoge temperatuur. Vis alleen de andijvie er weer uit en zet opzij. Voeg nu tijm, tomaten, bonen en bouillon toe aan het uienmengsel. Breng aan de kook en laat 5 minuten sudderen. Voeg peper en zout toe. Voeg de andijvie er weer aan toe en warm even door. Haal de eieren met een schuimspaan uit het water en laat ze goed uitlekken. Schik de soep in kommen en leg de eieren er voorzichtig op. Besprenkel met 1 eetlepel olijfolie.
Bereidingstijd: 20 minuten + 10 minuten kooktijd
Gemengde bittersalade met geroosterde bloemkool en peer
Voor 2 personen
• ½ rode ui
• 4 el rodewijnazijn
• 1 el honing
• 400 gram bloemkool
• 2 eetlepels zachte kokosolie (of olijfolie)
• 1 el garam masala (Indiaas kruidenmengsel)
• 2 tl zwarte sesamzaadjes (of lichte sesamzaadjes)
• 80 g gemengde bittersla (met radicchio, friséesla en bijvoorbeeld paardenbloem)
• 1 kleine peer
• 40 g Griekse yoghurt (10% vet)
Verwarm de oven voor op 200 ˚C (heteluchtoven 180 ˚C). Schil de ui en snijd ’m in fijne reepjes. Kook de azijn met de honing, 1 eetlepel water en een flinke snuf zout. Giet over de uienreepjes. Laat 30 minuten staan. Snijd ondertussen de roosjes van de bloemkool. Meng ze in een kom met de kokosolie, garam masala en sesamzaadjes. Breng op smaak met zout. Verdeel gelijkmatig over een bakplaat bekleed met bakpapier. Rooster 20-30 minuten, afhankelijk van de grootte van de bloemkoolroosjes. Draai halverwege de baktijd de bloemkool om. Maak ondertussen de sla schoon en pluk in hapklare stukjes. Ontpit de peer en snijd in dunne plakjes. Haal de bloemkool uit de oven. Laat 10 minuten afkoelen. Meng de yoghurt door de roosjes en de sla en strooi er peper en zout over. Schik op de borden met de plakjes peer ernaast en de goed uitgelekte uienreepjes erover.
Bereidingstijd: 10 minuten + 30 minuten baktijd + 10 minuten afkoeltijd
Witlof-rijstsalade met bloedsinaasappels en salie
Voor 2 personen
• 150 g rijstmix met wilde rijst
• 1 tl maanzaad (gemalen naar smaak)
• ongeveer 8 kleine salieblaadjes
• 2 bloedsinaasappels
• 2 el citroensap
• 2 kleine witlofstronkjes
Kook rijst in gezouten water volgens de aanwijzingen op de verpakking. Rooster ondertussen het maanzaad in een kleine pan zonder vet. Laat afkoelen op een bord. Voeg nu 3 eetlepels olijfolie toe aan de pan en bak hierin de salieblaadjes krokant. Verwijder en leg op een bord. Snijd met een scherp mes voorzichtig de schil van 1 bloedsinaasappel af, zodat het wit helemaal is verwijderd. Snijd het vruchtvlees in plakken van ongeveer 1 centimeter dik. Halveer de andere bloedsinaasappel en pers het sap eruit. Halveer de witlof in de lengte en snijd in fijne reepjes. Giet de rijst goed af en maak los met een vork. Meng het bloedsinaasappelsap en citroensap met 2 eetlepels olijfolie. Spatel de sinaasappelschijfjes en de helft van de witlofreepjes erdoor. Voeg zwarte peper en zout toe naar smaak. Schik de witlof samen met de rijst op de borden. Leg de salieblaadjes en de rest van de witlofreepjes erop. Strooi het maanzaad erover en besprenkel met 2 eetlepels olijfolie.
Bereidingstijd: 30 minuten
Radicchio-focacciamet taleggio en vijgen
Voor 2 personen
• 300 g speltbloem
• 20 g verse gist
• 100 ml olijfolie
• 1 teentje knoflook
• 3 eetlepels medium hete mosterd
• 2 el honing
• 2 verse vijgen
• 150 g taleggio
• 1 kleine radicchio
• 1 handvol kalamata-olijven
• 20 g friséesla (of rucola)
• 40 g pecannoten (of walnoten)
Doe de speltbloem in een kom, maak een kuiltje in het midden, verkruimel de gist erin en los op met 300 milliliter lauw water. Voeg 2 eetlepels olijfolie en een snufje zout en kneed tot een soepel deeg. Vorm tot een bal en laat afgedekt 2 uur rusten. Pel en pers ondertussen de knoflook, meng met de rest van de olie. Meng de mosterd met de honing. Snijd het steeltje van de vijgen en snijd ze in plakjes van ongeveer 1 centimeter dik. Verwijder de schil van de taleggio en snijd in blokjes van 2 centimeter. Maak de radicchio schoon, halveer en snijd in de lengte in partjes van 1 centimeter breed. Verwarm de oven voor op 220 ˚C (boven-/onderwarmte). Kneed het deeg opnieuw krachtig en verdeel het in tweeën. Rol de deegstukken op een met bloem bestoven werkvlak uit tot ovale pasteitjes van ongeveer 5 millimeter dik, leg ze naast elkaar op een met bakpapier beklede bakplaat, dek af en laat nog eens 15 minuten rijzen. Bestrijk voorzichtig met het mosterd-honingmengsel. Maak gaatjes met een vinger of het handvat van een houten lepel. Besprenkel met knoflookolie. Bak zo’n 20 minuten in de oven op het laagste rooster. Bedek na 10 minuten gelijkmatig met radicchio, taleggio, vijgen en olijven. Voeg naar smaak zwarte peper en zout toe. Bestrooi na het bakken met friséesla en pecannoten en serveer.
Bereidingstijd: 20 minuten + 2 uur en 15 minuten rijstijd + 20 minuten baktijd
Radicchiospaghetti met linzen en tomaten
Voor 2 personen
• 50 g groene linzen (alternatief: belugalinzen)
• 200 g spaghetti
• 2 tomaten (ca. 200 g)
• 1 teentje knoflook
• 1 sjalot
• ½ langwerpige radicchio
• 1 el honing
• 1 el citroensap
• 20 g geschaafde Parmezaanse kaas
• 10 erwtenscheuten
Kook de linzen gaar in ongezouten water volgens de aanwijzingen op de verpakking. Kook na ongeveer 15 minuten de spaghetti gaar in gezouten water volgens de aanwijzingen op de verpakking. Halveer ondertussen de tomaten en snijd ze in plakjes. Pel de knoflook en de sjalot. Pers de knoflook, snipper de sjalot fijn. Maak de radicchio schoon, snijd de bladeren in de lengte in reepjes van ongeveer 1 centimeter breed. Verhit een koekenpan. Voeg 2 eetlepels olijfolie, de sjalot, knoflook en radicchio toe. Bak gedurende 3-4 minuten. Breng op smaak met honing, citroensap, zwarte peper en zout. Giet de linzen en spaghetti af en laat goed uitlekken. Meng met de tomaten, 2 eetlepels olijfolie en de radicchio. Voeg nogmaals peper en zout toe. Schik op twee borden. Strooi er Parmezaanse kaas en erwtenscheuten over.
Bereidingstijd: 35 minuten