Belastingaangifte en voor het eerst AOW: dit is waarom de kans groot is dat je veel moet bijbetalen
De belastingaangifte is een klus die je waarschijnlijk al jaren doet. Maar als je met pensioen gaat en AOW ontvangt, veranderen een aantal zaken. Vaak schrikken gepensioneerden van die eerste aanslag, omdat je ineens belasting terug moet betalen. Hoe kan dat?
Geld bijbetalen bij de belastingaangifte is geen pretje, zeker als je vanuit eerdere jaren gewend bent niets te betalen of zelfs geld terug te krijgen. Toch is het bij de eerste belastingaangifte als gepensioneerde geen uitzondering om geld bij te moeten betalen. Maar onthoud: onderaan de streep kom je er niet ineens slechter vanaf. Het bijbetalen van belasting betekent dat het moment waarop je de belasting betaalt verandert. Eerder in het jaar is minder geld ingehouden op je inkomen, waardoor je dat nu alsnog moet betalen.
Een progressief belastingstelsel
Om te snappen waarom je achteraf ineens belasting bij moet betalen, is het goed om te weten hoe het Nederlandse belastingstelsel in elkaar zit. We kennen een progressief belastingstelsel, wat inhoudt dat het percentage dat je aan belasting betaalt hoger wordt naarmate je inkomen stijgt. Hierdoor betaal je over een deel van het inkomen een lager belastingtarief dan de top van je inkomen. Je betaalt hierdoor over je inkomen verschillende belastingtarieven.
Als je gepensioneerd bent, is de kans groot dat je verschillende inkomstenbronnen hebt. Je krijgt niet meer alleen een salaris van het bedrijf waar je in loondienst werkt, maar AOW en waarschijnlijk ook een aanvullend pensioen van één of meerdere pensioenfondsen of verzekeraars. Al die partijen gaan uit van een bepaald belastingtarief over het bedrag dat jij van ze krijgt. De eerste schijf loopt in 2023 tot ongeveer € 37.000. Als je van drie instanties € 15.000 aan pensioen krijgt, houden deze alle drie het lage tarief in. Ze zitten immers onder de grens van € 37.000. De Belastingdienst kijkt echter naar je volledige inkomen en ziet dat je € 8.000 euro boven de eerste schijf ontvangt en rekent hierover het hogere tarief. Hierdoor moet je de belasting die niet ingehouden is alsnog betalen.
Lees ook:
De beste tips voor je belastingaangifte
Heffingskortingen
Als je met pensioen gaat, veranderen de heffingskortingen die je krijgt. Dit zijn kortingen op de belasting die je moet betalen, waardoor je minder belasting betaalt. Zo is er de algemene heffingskorting. Deze ontvang je ook als je in loondienst werkt, maar tijdens je pensioen wordt deze lager. Wel is het goed om te beseffen dat de verschillende partijen die jouw pensioen uitkeren allemaal rekening houden met deze korting, terwijl je maar één keer per jaar recht hebt op deze korting. Als alle aanbieders deze korting inhouden, betaal je dus te weinig belasting en moet je later bijbetalen.
Als je gepensioneerd bent, zijn er ook andere heffingskortingen die veranderen. Zo heb je als je stopt met werken geen recht meer op de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Goed om te weten: als je de AOW-leeftijd bereikt, maar ervoor kiest om door te werken, worden deze kortingen lager. Als je de AOW-leeftijd bereikt heb je geen recht meer op de jonggehandicaptenkorting, maar je krijgt wel een andere korting: de ouderen korting. Je zou ook recht kunnen hebben op de alleenstaande-ouderenkorting. Deze krijg je als je een AOW-uitkering krijgt voor een alleenstaande.
Zorgkosten
Naarmate je ouder wordt, stijgen je zorgkosten wellicht ook. Als je bij de belastingaangifte specifieke zorgkosten mag aftrekken en recht hebt op de verhoging van bepaalde zorgkosten, is die verhoging hoger vanaf het jaar nadat je de AOW-leeftijd bereikt. De verhoging is dan 113 procent van de gemaakte kosten.
Bijbetalen voorkomen
Denk je nu: ik zit er niet op te wachten om bij te betalen? Dit jaar is het leed waarschijnlijk al geleden, je betaalt immers belasting over 2022. Maar voor de komende jaren kan het goed zijn om te kijken wat je kunt veranderen, zodat je niet weer veel bij hoeft te betalen.
- Voorkom dat alle pensioenuitvoerders de algemene heffingskorting toepassen. Je hebt er bij één partij recht op, dus neem contact op met de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en/of je andere pensioenfondsen of verzekeraars en kaart dit aan.
- Vraag of geen enkele pensioenuitvoerder rekening houdt met de algemene heffingskorting. Je krijg dan iets minder pensioen uitgekeerd, maar hoeft bij de belastingaangifte geen naheffing te verwachten. Tijdens de aangifte kun je alsnog gebruik maken van de heffingskorting. Je loopt dus niets mis.
- Vraag een voorlopige aanslag aan bij de Belastingdienst. Deze aanslag krijg je volgens de Consumentenbond voordat de Belastingdienst je aangifte definitief vaststelt. De bedragen die erin staan zijn dus geschat en gebaseerd op gegevens die je zelf doorgeeft of informatie die de Belastingdienst heeft. Deze aanslag kun je aan het begin of in de loop van het jaar doen, waarna je het bedrag maandelijks aan de Belastingdienst betaalt. Ook kun je het maandelijkse belastingvoordeel dan alvast terugkrijgen. Wel volgt na deze voorlopige aanslag altijd nog een definitieve.
Bron | Belastingdienst, Plus