Zware, pijnlijke benen? Zo herken je de aandoening Chronische Veneuze Insufficiëntie (CVI)

CVI is een aandoening die ontstaat wanneer er te veel bloed in de aderen blijft hangen. Normaal gesproken wordt er zuurstofrijk bloed naar alle delen van ons lichaam gepompt en gaat via de bloedsomloop het zuurstofarme bloed weer terug naar het hart. De kleppen in onze aderen reguleren dit proces, maar bij patiënten met CVI zijn deze beschadigd. Het resultaat hiervan is dat bloed blijft hangen, waardoor het meer moeite heeft met terugkeren naar het hart. Het gevolg hiervan is dat de druk op de aderen in je benen toeneemt, waardoor vocht en eiwitten door de wand van het bloedvat naar het omliggende weefsel lekken.

Symptomen van CVI

CVI is een progressieve aandoening, waardoor de symptomen door de jaren heen kunnen wisselen. Meestal begint het met relatief milde symptomen, maar na verloop van tijd kunnen deze erger worden en een grotere invloed krijgen op je kwaliteit van leven. Er kunnen ook complicaties ontstaan als bloed zich blijft ophopen. Doordat het bloed in je benen naar het onderliggende weefsel lekt, kunnen er vochtophopingen in het weefsel ontstaan. Daardoor kunnen je voeten en onderbenen opzwellen. Vervolgens worden kleine adertjes die vlak onder de huid liggen zichtbaar, waarna grotere kronkelende spataderen ontstaan.

Als de aandoening onbehandeld blijft, kan er een zweer aan het onderbeen ontstaan. Deze plek zit meestal aan de binnenkant bij de enkel of het onderbeen en geneest langzaam. Andere klachten die gepaard gaan met CVI zijn:

• Jeuk
• Pijnlijke of vermoeide benen
• Krampen in je benen
• Een verkleurde roodbruine huid
• Oedeem in je onderbenen en enkels
• Schilferachtige of jeukende huid
• Zweren, meestal in het gebied bij je enkels
• Spataderen

Eén van de eerste kenmerken van CVI is zware, pijnlijke benen. Dit gevoel wordt vaak minder wanneer je beweegt. Wanneer je last hebt van deze klachten is het verstandig om zo snel mogelijk contact op te nemen met je huisarts. Hoe eerder de aandoening wordt opgespoord, hoe eerder maatregelen kunnen worden genomen om verergering te voorkomen.

Oorzaken van CVI

De belangrijkste oorzaak voor CVI is diepe veneuze trombose (DVT). Hierbij beschadigt een bloedstolsel een klep in je beenader. Maar er zijn ook andere risicofactoren voor CVI. Zo komt CVI vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en ook leeftijd speelt een rol: mensen ouder dan 50 lopen meer risico. CVI kan ook erfelijk zijn en ook mensen met overgewicht en rokers lopen meer risico op het krijgen van deze aandoening.

CVI voorkomen en behandelen

Je kunt CVI lang niet altijd voorkomen, maar je kunt het risico wel proberen te verkleinen. Stimuleer bijvoorbeeld je bloedsomloop door in beweging te blijven en zorg voor een gezond gewicht. Roken kun je het best vermijden, net als strakke of knellende kleding. Zorg er ook voor dat je niet te lang stil zit of staat, maar blijf zo veel mogelijk in beweging.

Als je CVI hebt, zijn er verschillende behandelmethodes. In eerste instantie wordt gekeken op welke manier bloedafvoer verbeterd kan worden. Als je door CVI spataderen hebt, kunnen deze bijvoorbeeld geopereerd of weggelaserd worden. Je kunt er ook voor kiezen om spataderen weg te laten spuiten. Al deze dingen kunnen helpen om de afvoer van bloed te verbeteren. Als het niet mogelijk is om te opereren of scleroseren (wegspuiten), kun je bloedafvoer ondersteunen met drukverbanden of therapeutisch elastische kousen.

Bron | Amphia, Cleveland Clinic, Trombosestichting Nederland, Dokter, NTVG