Terugkerende blaasontstekingen na de overgang: hierdoor komt dat
Na de overgang krijgen veel vrouwen last van terugkerende blaasontstekingen. Dat is natuurlijk erg vervelend. Hoe komt het dat je nu vaker last hebt van een blaasontsteking? En kun je er iets aan doen?
Na de overgang is de hoeveelheid oestrogeen in het lichaam gedaald. Volgens Isala heeft oestrogeen invloed op veel functies in het lichaam. Onder andere op hart- en bloedvaten, botten, borsten en ook de urinewegen. Door de vermindering van de oestrogeenproductie verandert er tijdens en na de overgang veel. Vaker last hebben van blaasontstekingen is een van de gevolgen.
Oestrogeen en slijmvliezen
Gynaecoloog Dr. Magda Armeanu legt op de website van het Andros Blaascentrum uit dat de daling van oestrogeen in het lichaam gevolgen heeft op het slijmvlies van de vagina, plasbuis en het blaasslijmvlies. Het blaasslijmvlies is de binnenste laag van de blaas.
Doordat het oestrogeengehalte verandert de zuurtegraad van de vagina. Hierdoor verandert ook de vaginale microflora (microbioom). In de vagina zitten lactobacillen die daar van nature voorkomen en een beschermende functie hebben. Het aantal lactobacillen daalt in de vagina en verwekkers van de urineweginfectie zoals E. Coli en Enterococcen nemen toe. Ook kunnen bacteriën gemakkelijker via de plasbuis naar binnen komen als de kwaliteit van het slijmvlies in de plasbuis verminderd is.
Hoe vaak komt het voor?
Veel vrouwen boven de 65 jaar hebben last van terugkerende blaasontstekingen. Zo heeft 20 procent van de vrouwen van 65 jaar en ouder er last van. En zelfs 50 procent van de vrouwen boven de 80 jaar heeft last van terugkerende blaasontstekingen. Je bent dus zeker niet alleen met deze klachten.
Verzakking van de blaas
De daling van oestrogeen zorgt ook voor een afname in het collageen en daardoor verzwakt de bekkenbodem. Hierdoor kunnen verzakkingen optreden of erger worden. Als er sprake is van een verzakking, dan zit de blaas, voorwand van de vagina, baarmoeder of darm niet meer op de juiste plek. In het geval van de blaas kan deze vaak niet meer goed worden leeggeplast, waardoor de kans op een blaasontsteking toeneemt.
Behandeling van terugkerende blaasontstekingen na de overgang
Om een juiste behandelvorm te kunnen kiezen is het belangrijk om contact op te nemen met de gynaecoloog. Deze kan een afweging maken welke behandeling het beste past. We nemen een aantal behandelvormen met je door.
Vaginale oestrogeentherapie
De meeste vrouwen met terugkerende blaasontstekingen na de overgang worden behandeld met lokale oestrogenen. Hierbij worden oestrogenen in de vagina ingebracht. Het zorgt ervoor dat de doorbloeding van de bekkenbodemspieren en de slijmvliezen, de zenuwen en de pijnprikkels van de vagina en de blaas verbeteren. Zo kan oestrogeen helpen om blaasontstekingen te voorkomen. Er zitten geen bijwerkingen aan deze manier van behandelen verbonden en je kunt het jarenlang zonder problemen gebruiken.
Niet-hormonale vagina bevochtigers
Soms worden ook niet-hormonale vagina bevochtigers op basis van hyaluronzuur of glijmiddelen geadviseerd. De gynaecoloog bespreekt samen met de patiënt welke behandeling het beste past bij de klachten.
Niet-hormonale medicijnen
In sommige gevallen schrijft de gynaecoloog niet-hormonale medicijnen voor zoals, bepaalde antidepressiva of gabapentine en pregabaline. Deze kunnen een gunstig effect hebben op de blaas en op overgangsklachten.
Gynaecoloog
Heb je vaak last van terugkerende blaasontstekingen? Dat kan het gevolg zijn van urologische en gynaecologische afwijkingen. In veel gevallen is er ook een probleem met de bekkenbodemspieren. Daarom is het belangrijk om jezelf te laten onderzoeken, zodat er een passend behandelplan kan worden gemaakt.