Nieuw onderzoek: gemeenschappelijk tuinieren mogelijk goed voor je fysieke en mentale gezondheid
Lekker buiten zijn, je eigen moestuin maken én een plek creëren waar je kunt genieten van het stralende weer: tuinieren heeft veel voordelen. Uit nieuw onderzoek blijkt dat bezig zijn in de tuin ook goed is voor je fysieke en mentale gezondheid.
Onderzoekers aan de University of Colorado Boulder onderzochten manieren om veelvoorkomende gezondheidsrisico‘s te verminderen, waardoor kanker en andere chronische ziekten kunnen worden voorkomen. Jill Litt, professor bij de afdeling milieustudies, was vooral geïnteresseerd in tuinieren. “Waar je ook gaat, mensen zeggen dat er gewoon iets is aan tuinieren waardoor ze zich beter voelen,” vertelt ze aan Best Life.
Er zijn al verschillende wetenschappelijke studies gedaan die hebben gekeken naar tuinieren, maar geen enkele studie heeft gemeenschappelijk tuinieren onder de loep genomen, stelt Litt. De nieuwe studie, gefinancierd door de American Cancer Society en gepubliceerd in Lancet Planetary Health, volgde 291 deelnemers die de afgelopen twee jaar niet hadden getuinierd. De helft van de groep werkte in gemeenschapstuinen in Denver en Aurora, terwijl de andere helft de opdracht kreeg een jaar te wachten met tuinieren. Beide groepen droegen activiteitsmonitors en deden mee aan gezondheidsenquêtes waarin werd gevraagd naar stress, angst, voeding en lichamelijke activiteit.
Resultaten
De deelnemers die werkten in de gemeenschapstuinen aten meer fruit en groenten. Daarnaast voelden ze minder stress en angst. Ze aten ook meer vezels en hadden meer beweging. “Deze bevindingen leveren concreet bewijs dat gemeenschapstuinieren een belangrijke rol zou kunnen spelen bij het voorkomen van kanker, chronische ziekten en psychische stoornissen,” legt Litt uit.
Risico op kanker en andere chronische ziektes
Gavin Dawson, oprichter en hoofdinstructeur van Global Emergency Medics, die niet betrokken was bij het onderzoek, benadrukt dat tuinieren een laagdrempelige manier is om positieve resultaten te bereiken. “Deze studie is een uitstekend voorbeeld van hoe een eenvoudige, goedkope interventie zoals tuinieren een positieve invloed kan hebben op zowel de fysieke als de mentale gezondheid,” vertelt hij aan Best Life. “Natuurlijk kunnen we niet zeggen dat tuinieren kanker geneest, maar het zou kunnen suggereren dat het leiden van bepaalde levensstijlen het risico op kanker op de lange termijn vermindert.”
De tuinierende groep at ongeveer 1,4 gram meer vezels dan de niet-tuinierende groep, waarbij de auteurs het positieve effect benadrukten van vezels op je algehele gezondheid. “Vezels zijn betrokken bij ontstekings- en immuunreacties en beïnvloeden onze stofwisseling en darmgezondheid. Het beïnvloedt ook rechtstreeks onze kansen om gediagnosticeerd te worden met diabetes en bepaalde vormen van kanker,” aldus Litt.
Eten uit je eigen tuin
Nancy Mitchell, een gediplomeerde verpleegster en bijdragend schrijver bij Assisted Living Center, die niet bij de studie was betrokken, wijst erop dat tuiniers ook vaker geneigd zijn om te eten wat er groeit in hun eigen tuin, wat het risico op chronische ziekten kan beïnvloeden. “Ze kunnen ervoor kiezen om biologisch voedsel uit hun achtertuin te consumeren in plaats van producten uit de winkel. Deze bewerkte voedingsmiddelen verhogen het risico op kanker als het gedurende langere tijd consequent en in overmaat wordt geconsumeerd,” legt ze uit aan Best Life. “Producten van eigen bodem worden eenvoudigweg niet bewerkt met de pesticiden en industriële chemicaliën of verbindingen die door de jaren heen zijn opgemerkt om grote schade aan te richten aan het lichaam.”
Lichaamsbeweging
Ook lichaamsbeweging is belangrijk voor de algehele gezondheid en ziektepreventie, aldus onderzoekers. De deelnemers die tuinierden, verhoogden hun activiteitsniveau met 42 minuten per week. Elke week wordt minstens 150 minuten lichaamsbeweging aanbevolen. Gemeenschapstuinders bereikten 28 procent van dit doel in slechts twee tot drie wekelijkse bezoeken. “We weten al generaties lang dat jezelf blootstellen aan de natuur goed is voor de geest en de geest. De moderne wetenschap begint aan te tonen dat het zelfs onze fysiologie en het risico op ziekte kan beïnvloeden,” aldus Litt.