Minder snoepen? 4 slimme tips!
Af en toe een koekje of een snoepje, dat mag best. Maar ongemerkt graai je soms vaker in de koekjestrommel of droppot dan je lief is. Geen snoep in huis halen is een oplossing, maar ook op je werk kom je die eeuwige droppot weer tegen. Met deze tips ga je minder snoepen
Plan je snack
Je ziet iets lekkers en ‘moet’ het opeten, maar later heb je spijt… Herken je dit? Oog in oog met zoetigheid is het vaak toch lastig te weerstaan. Spreek daarom van tevoren met jezelf af wanneer je iets te eten pakt en wat. Als je minder wilt snoepen eet je bijvoorbeeld een dropje na de lunch, een stukje chocolade bij de koffie om 15.00 uur of ’s avonds een koekje bij de thee. Maak die afspraak met jezelf zo specifiek mogelijk, zodat je niet stiekem toch wat meer eet dan je van plan was.
Zulke plannetjes kun je ook maken voor je naar een feest of restaurant gaat. Spreek dan met jezelf af dat je maximaal twee wijntjes drinkt, koffie pakt in plaats van een dessert en minder snoept.
Varieer met smaak
Je hoeft niet af te zien om minder te snoepen. Verleid jezelf met gezonde snacks. Zet een mooie schaal op een prominente plaats in je huis en vul hem met lekker fruit, snackgroente, ongepelde walnoten of gedroogde abrikozen. Op je werk wil je werkgever misschien wel meedoen met werkfruit, zodat jullie makkelijker aan jullie twee stuks fruit op een dag komen.
Maak snoepen lastig?
Een droppot naast de computer of de koekjestrommel op de bank? Slecht idee. Als je leest, werkt of televisiekijkt is je aandacht niet bij je eten en kun je ongemerkt veel meer eten dan je van plan was. Zorg daarom dat je moeite moet doen om te snoepen. Ruim ook op je werk je lades uit en zet de snoeppot in de kast en hou hem daar. Zo snoep je een stuk minder.
Maak je gedrag zichtbaar
Als je kunt zien hoeveel je snoept, is het een stuk lastiger om ongemerkt te veel te eten. Koop bijvoorbeeld snoepjes die los verpakt zijn. Je kunt dan aan de lege wikkels zien hoeveel je er al op hebt en op tijd de rem er op zetten zodat je minder snoept.
Bron: Voedingscentrum.nl