Kort of lang wandelen: dít is beter voor je
Een wandeling is een fijne manier om even tot rust te komen, je gedachten te verzetten en de nodige lichaamsbeweging te krijgen. Daarbij is een wandeling goed voor je gezondheid. Maar kun je dan beter één lange of meerdere korte wandelingen doen? Dat is afhankelijk van je doel.
Laten we beginnen met het feit dat wandelen vrijwel altijd goed voor je is. Het onbevredigende antwoord is dan ook dat er eigenlijk geen goed of fout antwoord is. Het belangrijkst is dat we bewegen, aldus Tamanna Singh van Cleveland Clinic. Volgens haar zorgt beweging voor tal van voordelen, of het nou gaat om een korte of een lange wandeling. Die voordelen zijn onder anderen het controleren van de bloeddruk en bloedsuiker, het verlagen van cholesterol en een vermindering van het risico op hart- en vaatziekten. Toch betekent dit niet dat er geen verschil is tussen een lange of een korte wandeling. Ze hebben allebei hun eigen voordelen. Welke voor jou het best is, is dan ook afhankelijk van het doel van je wandeling.
Wandelen om uithoudingsvermogen op te bouwen
Het opbouwen van meer uithoudingsvermogen heeft verschillende voordelen. Het is goed voor de gezondheid van je hart, longen en je algehele fitheid. Daarbij kan een goed uithoudingsvermogen ook het risico op chronische ziektes, waaronder hartziekten en diabetes, verkleinen. Als je graag meer uithoudingsvermogen wilt opbouwen, kun je beter kiezen voor een lagere intensiteit en een langere duur. Dit zorgt voor een goede opname van zuurstof, waardoor je langere tijd meer energie hebt.
Die goede opname van zuurstof kun je ook nog op een andere manier bereiken: door kort, maar met hoge intensiteit te bewegen. Zo zou een zogenoemde power walk van 17 minuten al kunnen helpen om de gezondheid van je hart en longen te verbeteren. Voor de korte, maar intense optie, kun je het best kiezen voor een intervaltraining. Wissel snel en langzamer lopen met elkaar af voor het beste resultaat.
Wandelen als nieuwe gewoonte
Het kan ook zijn dat je graag een nieuwe gewoonte wilt opstarten. Dan is het goed om na te gaan hoeveel je eigenlijk zou moeten bewegen. Volgens de richtlijnen zou dit wekelijks 150 minuten met gemiddelde intensiteit en 75 minuten met hoge intensiteit of een combinatie daarvan moeten zijn. Wat het best bij je past is sterk afhankelijk van de duur, de intensiteit en de hoeveelheid wandelingen. Zo kunnen drie korte wandelingen van elk 15 minuten eenzelfde resultaat geven als één wandeling van 45 minuten met dezelfde intensiteit. Hetzelfde geldt voor een hogere intensiteit gedurende 15 minuten met een vergelijkbaar voordeel als een langzamere 30 minuten.
Als je nog niet veel sport, maar wel meer in beweging wilt komen, kan wandelen een goede manier zijn om te beginnen. Het is relatief makkelijk en je hebt er, naast een goed paar schoenen, weinig voor nodig. Als je helemaal nieuw bent in de wereld van het wandelen, kun je het best kiezen voor meerdere korte wandelingen. Dit om er een gewoonte van te maken. Het is ook makkelijker om meerdere korte rondjes te lopen, omdat het minder van je tijd vraagt. Daarbij voelen je spieren waarschijnlijk minder stijf doordat je ze in beweging houdt.
Bron | Well and Good