Waarom het juist heel goed is om af en toe te falen
Erandi Godinez | 11 november 2019
Tuurlijk, je kunt niet óveral succesvol in zijn, maar het is en blijft een naar gevoel als je ergens in hebt ‘gefaald’. Toch kun je hier maar beter niet te lang in blijven hangen. Falen is namelijk hartstikke goed voor je, zo ontdekten wetenschappers aan de universiteit van Arizona.
Falen is gezond
De reden hiervoor is de zogeheten ‘85 procent-regel’. Deze regel stelt dat we het snelst en het best leren als we het maar 85 procent van de tijd goed doen. Oftewel: je steekt het snelst iets op wanneer je 15 procent van de tijd faalt.
Om tot dit getal te komen experimenteerden professor Robert Wilson, en zijn mede-onderzoekers, met de snelheid van een computer om eenvoudige taken te leren. Denk aan taken als; het categoriseren van patronen of het classificeren van handgeschreven even- en oneven nummers. Toen de onderzoekers met de moeilijkheidsgraad van de taken speelden, ontdekten ze dat de computers het snelst leerden wanneer deze was ingesteld op het tot 85 procent nauwkeurig uitvoeren van de taken.
Een beetje moeite doen
Af en toe ‘falen’ is dan ook helemaal niet erg, zo beweert professor Wilson: “Een student die altijd negens en tienen haalt en het makkelijk heeft op school, zal veel minder snel nieuwe dingen leren en onthouden, dan iemand die meer moeite moet doen om een acht te halen.” Laat je hoofd dus niet hangen als iets niet is gelukt, want je kunt hier alleen maar van leren.