Helpen gehoorapparaten niet voldoende? Dit alternatief kan een optie zijn

Een gehoorapparaat of hoortoestel kan helpen om weer beter te horen. Het apparaatje maakt de geluiden in je omgeving harder, waardoor je dingen die je voorheen niet meer hoorde, weer kunt waarnemen. Er zijn verschillende soorten gehoorapparaten met verschillende sterktes. Welk gehoorapparaat bij je past, is afhankelijk van hoe slecht je gehoor is. Volgens Thuisarts is een gehoorapparaat meestal nuttig als er sprake is van een gehoorverlies van 35 decibel (dB) of meer.

Ernst van gehoorverlies

Als je zoekt naar een oplossing die kan helpen bij gehoorverlies, moet je eerst weten hoe ernstig dit is. Er zijn verschillende gradaties als we kijken naar de ernst van gehoorverlies:

• Een verlies van minder dan 30 tot 35 dB: lichte slechthorendheid
• Een verlies van 35 tot 60 dB: matige slechthorendheid
• Een verlies van 60 tot 90 dB: ernstige slechthorendheid
• Een verlies van 90 dB of meer: doofheid

Deze getallen zijn wat abstract, en daarom geeft het Amphia Ziekenhuis verschillende voorbeelden die laten zien hoe erg het gehoorverlies is. Het ziekenhuis geeft aan dat de luidheid van fluisteren ongeveer 30 dB is, normaal praten 60 dB en van schreeuwen 80 dB. Het geluid van een vrachtwagen is 90 dB en dat van een boormachine 110 dB. Het gehoorverlies is ook afhankelijk van de tonen die je al dan niet hoort. De een hoort alleen hoge tonen niet meer goed, terwijl de ander juist moeite heeft met lage of middeltonen. Twijfel je of je een hoortoestel nodig hebt? Dan kun je, als je ouder dan 67 bent, naar de audicien gaan. Als je jonger dan 67 bent, heb je een verwijzing van de kno-arts of huisarts nodig.

Alternatief voor gehoorapparaten

Is je gehoorverlies zo ernstig dat de gewone hoortoestellen niet meer voldoende helpen? Dan zou een Cochleair Implantaat (CI) een alternatief kunnen zijn. Waar een gewoon gehoorapparaat de geluiden harder maakt, overbrugt een CI de schade in het slakkenhuis. Bij ernstige slechthorendheid of doofheid zijn de haarcellen in het slakkenhuis beschadigd. Deze zorgen er normaal gesproken voor dat je goed hoort, maar als deze te veel beschadigd zijn, heeft het geen zin om geluid te versterken. Je hoort dan niet beter. Door geluid om te zetten in elektrische signalen, worden deze meteen doorgegeven aan de gehoorzenuw. Zo kun je, ondanks dat je ernstig slechthorend bent, toch geluid waarnemen.

Een cochleair implantaat

Een cochleair implantaat is dus een hulpmiddel waarmee je toch weer gedeeltelijk kunt horen, ook als je doof of ernstig slechthorend bent. Een cochleair implantaat bestaat uit twee delen: de spraakprocessor aan de buitenkant van het hoofd en het inwendige implantaat. Achter je oor draag je een zogenoemde oorhanger. Hierin zitten een microfoon en de spraakprocessor. Deze laatste zet het geluid dat binnenkomt om in een digitaal signaal, dat vervolgens via een zendspoel doorgegeven wordt aan de ontvanger. Deze ontvanger zit in het implantaat dat onder de huid geplaatst wordt. De zendspoel wordt op zijn plaats gehouden door een magneet in de ontvanger.

Het doorgeven van dit digitale signaal zorgt ervoor dat je uiteindelijk prikkelingen als geluid waarneemt. De digitale signalen worden omgezet naar elektrische signalen, waarna ze door het slakkenhuis gaan en de gehoorzenuw stimuleren. De prikkeling die hierbij ontstaat, is wat je ervaart als geluid.

Wanneer kom ik in aanmerking voor een CI?

Een cochleair implantaat kan op elke leeftijd gebruikt worden. Er geldt volgens Struijk Audiciens dan ook geen maximumleeftijd voor de plaatsing hiervan. Wel gaan er verschillende onderzoeken aan het plaatsen vooraf. Deze moeten bepalen of je goed genoeg in staat bent om te leren leven met een CI. Het geluid dat je door dit implantaat hoort is anders dan gewoon horen of geluid door een hoorapparaat. Het kan dan ook intensief zijn om opnieuw te leren horen.

De risico’s van een cochleair implantaat

Als je bij de audicien komt, zal deze je informeren over de behandeling en de mogelijke risico’s die hierbij komen kijken. Volgens het Amsterdam UMC is de kans op complicaties klein en zijn de risico’s vergelijkbaar met die van andere ooroperaties. Naast de complicaties die bij elke operatie kunnen voorkomen, zoals infecties, kan een beschadiging of uitval van de aangezichtszenuw voorkomen. Maar, benadrukt het ziekenhuis, de kans hierop is uiterst gering. Er is ook een licht verhoogde kans op een hersenvliesontsteking, daarom word je hiertegen gevaccineerd als je in aanmerking komt voor een CI. Na de operatie gaat in sommige gevallen het eventuele ‘restgehoor’ van het oor waaraan geopereerd is verloren. Als je dan een gehoorapparaat gebruikt, zul je merken dat je waarschijnlijk niets meer hoort.

Bron | UMCG