Expert legt uit: kun je tijdens de overgang nog menstrueren?
Je bent al maanden niet meer ongesteld geworden en ervaart mogelijk al de eerste overgangsklachten. Misschien heb je je maandverband en tampons zelfs alvast de deur uit gedaan. En dan, na maanden ‘radiostilte’, word je toch ineens weer ongesteld. Betekent dit dat je in de overgang toch nog kunt menstrueren of heeft dit een andere oorzaak? En ben je tijdens de overgang dan ook nog vruchtbaar?
Catherine van Heest, oprichter van Care For Women, een organisatie die vrouwen helpt bij de overgang, menstruatieklachten, zwangerschap en anticonceptie, legt het uit.
Kun je nog menstrueren in de overgang?
“De overgang is de periode waarin je van de vruchtbare fase in je leven naar de onvruchtbare levensfase overgaat”, vertelt Van Heest. “De overgang bestaat uit de premenopauze, perimenopauze, menopauze en de postmenopauze. En die verschillende begrippen worden vaak door elkaar gehaald. Zo wordt er vaak gezegd dat je in de menopauze zit, maar dat kan eigenlijk niet. De term menopauze betekent namelijk alleen het moment van je laatste menstruatie. Pas als je vanaf je laatste keer menstrueren twaalf maanden lang niet meer ongesteld bent geworden, weet je dat het om je laatste menstruatie ging en dat je je menopauze hebt gehad. Dan zit je al in de postmenopauze.”
Van Heest vervolgt: “De overgang duurt gemiddeld zo’n zeven tot tien jaar. Dat betekent dus dat er aan de ene kant vrouwen zijn die veel korter in de overgang zitten, bijvoorbeeld maar vier jaar, en aan de andere kant vrouwen zijn die bijvoorbeeld zo’n twaalf jaar in de overgang zitten. Dat verschil kan dus heel erg groot zijn.” In de praktijk ziet van Heest het ook: “We zien zelfs vrouwen die op hun tachtigste nog steeds in de overgang zitten en er maar niet uit lijken te komen.”
Overgangsklachten terwijl je menstrueert
Van Heest vertelt dat de meeste vrouwen in de premenopauze al de eerste overgangsklachten ervaren. “In dit geval menstrueer je nog normaal, je hebt nog geen flauw idee wat er aan de hand is, maar je hebt wel klachten zoals: stemmingswisselingen, slecht slapen en last van je kleine gewrichten. Bijna niemand denkt dan nog aan de overgang. Dat komt omdat het vaak vrouwen zijn van begin veertig. En doordat je nog menstrueert, verwacht je niet dat het overgangsklachten zijn. Ook de huisarts herkent dit vaak nog niet als overgang. Maar”, vervolgt Van Heest, “dan ben je dus in je premenopauze. Dit is ook vaak een fase waar veel stress is en we zien dat vooral stress een directe trigger is voor overgangsklachten. Je hebt bijvoorbeeld een drukke baan of privé wordt er veel van je gevraagd. Dan zijn er vaak al meer overgangsklachten die in de premenopauze optreden.”
Premenopauze en de perimenopauze
Zoals de naam al doet vermoeden is de premenopauze de fase voorafgaand aan de menopauze. Maar in de premenopauze is nog een fase ingebouwd, genaamd: perimenopauze. Van Heest: “Dit is de periode waarin de eicellen op beginnen te raken en de menstruatie echt gaat veranderen. De perimenopauze is dus echt de fase waarin vrouwen overgaan van de vruchtbare naar de onvruchtbare periode. Dat kenmerkt zich door de onregelmatige menstruatie. Veel vrouwen menstrueren in het begin van de perimenopauze vaker en heviger. En met heviger bedoel ik ook echt dat vrouwen aangeven dat ze veel meer bloed verliezen, soms zelfs brokken bloed.”
“Hoe verder je in die perimenopauze raakt”, zegt Van Heest, ”hoe onregelmatiger de menstruatie wordt. Hierdoor kunnen er op den duur maanden tussen je menstruaties zitten. Dat is dus niet iets om je zorgen over te maken, maar hoort bij de overgang.” Dat kan best verraderlijk zijn, want zoals Van Heest eerder al vertelde kun je pas na twaalf maanden van niet meer menstrueren, bepalen dat dat je laatste menstruatie was. “Als je na vier maanden niet menstrueren toch weer vloeit, dan moet je weer opnieuw beginnen met tellen voor die twaalf maanden.”
Veilig vrijen
Als je een paar maanden niet meer ongesteld bent geworden, denk je misschien dat je in de postmenopauze zit en niet meer vruchtbaar bent. Toch zou je na die paar maanden ineens weer wel kunnen vloeien, wat betekent dat je nog steeds vruchtbaar kunt zijn. Van Heest: “Theoretisch kun je in de overgang dus ook nog zwanger worden. Daarom zeggen we in onze praktijk altijd tegen vrouwen dat je pas na twaalf maanden zonder menstruatie kunt bepalen dat je je menopauze hebt gehad. En pas vanaf dat moment kun je veilig vrijen zonder voorbehoedsmiddelen. De periode daarvoor blijft het een Russisch roulette.” Van Heest adviseert daarom ook om liever het zekere voor het onzekere te nemen en echt die twaalf maanden te wachten en ondertussen voorbehoedsmiddelen te gebruiken.
Overgangsklachten in de postmenopauze
“Dat je in de postmenopauze zit, wil overigens niet zeggen dat je geen overgangsklachten meer kunt hebben”, vervolgt Van Heest. “Die klachten kunnen nog jaren aanhouden. Daarbij wordt vaak voornamelijk gedacht aan opvliegers, maar er zijn zoveel meer klachten die je kunt ervaren. Denk bijvoorbeeld aan stemmingswisselingen, hartkloppingen, hoofdpijn, pijn aan je gewrichten en slecht slapen. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 80 procent van de vrouwen in de overgang te maken heeft met overgangsklachten, maar dat betekent dus ook dat 20 procent dit niet heeft. Inmiddels weten we dat er meer dan 100 verschillende overgangsklachten bestaan en dat deze verschillend kunnen zijn bij vrouwen.”
Van Heest ziet in haar praktijk ook dat veel vrouwen niet bekend zijn met hoeveel soorten overgangsklachten er bestaan. “Vrouwen die een afspraak maken krijgen eerst een lijst met de meest voorkomende overgangsklachten, dat zijn er ongeveer veertig. Vaak herkennen de vrouwen dit soort klachten bij zichzelf, maar wisten ze vóór hun afspraak helemaal niet dat dat van de overgang kon komen. Doordat er zoveel verschillende klachten zijn en omdat de duur van de overgang ook per vrouw kan verschillen, is er ook niet uitsluitend één behandeling die kan worden toegepast. Het is heel belangrijk om samen met een vrouw te kijken naar de klachten en deze goed in kaart te brengen.” Van Heest geeft aan dat de Care for Women specialisten hiervoor met het EviCare systeem werken. “Dit helpt ons om die klachten goed te analyseren waardoor we beter kunnen bepalen of het om overgangsklachten gaat of dat er toch een andere oorzaak voor is.”
Niet de juiste diagnose
Van Heest ziet in de praktijk ook erg vaak dat klachten bij vrouwen door hun zorgverlener of arts worden afgeschreven als overgangskwaaltjes. “Maar dat is niet altijd het geval. Als wij dan verder kijken zien we bijvoorbeeld dat het vaginaal bloedverlies helemaal niet met de overgang te maken heeft. Of dat pijnklachten in de schouder door een ontsteking komen. Vooral de diagnose depressie komen wij veel tegen. Vrouwen worden dan behandeld met een antidepressivum, maar blijken helemaal niet depressief te zijn en overgangsklachten te hebben. Maar”, zegt zij, “we zien het ook andersom voorkomen. Dat iemand bijvoorbeeld hoort: “Nou u menstrueert nog, dus uw klachten kunnen niet van de overgang zijn. Dat laat zien hoe lastig het is om een juiste diagnose te kunnen stellen bij overgangsklachten.”
Van Heest vervolgt: “Een huisarts moet tijdens zijn of haar studie natuurlijk heel veel verschillende onderwerpen leren, terwijl een Care For Women specialiste een specifieke opleiding heeft gehad op dit terrein en op het gebied van hormonale veranderingen dus heel veel kennis heeft. Daarnaast gebruiken wij een speciaal systeem ontwikkeld voor hormonale problemen om de klachten te analyseren en hebben wij voor het stellen van de diagnose een uur de tijd. Bij de huisarts heb je vaak maar tien minuten. Het gaat dus om een ander soort zorg. Het is fijn dat de specialistische zorg van de Care for Women specialiste tegenwoordig ook vaak vergoed wordt en dat vrouwen hier zelfs zonder verwijzing van de huisarts terecht kunnen. Dat maakt het laagdrempelig en toegankelijk, voor iedereen.”
Laat je tijdig informeren
“Ik zou eigenlijk ook willen adviseren om als je rond de veertig bent één keer een afspraak te maken met een Care For Women specialiste. Niet alleen als je klachten hebt, maar de overgang is ook een periode waarin er veel in je lichaam verandert, zeker als het gaat om je gezondheid na de overgang. Het is goed om te weten wat je te wachten kan staan. Een belangrijke verandering tijdens de overgang is bijvoorbeeld dat je oestrogeen afneemt. Dit heeft een beschermende werking in je lichaam, waaronder voor je hart. Bij minder oestrogeen is je hart minder goed beschermd tegen hart- en vaatziektes, kan er botontkalking (osteoporose) optreden en verdunnen je slijmvliezen waardoor je onder andere last kunt krijgen van ongewenst urineverlies.”
“Als je weet wat je kunt verwachten en snapt wat er allemaal in je lichaam gebeurt”, vult Van Heest aan, “dan word je minder overvallen door de overgang én weet je wat je eventueel tegen klachten kunt doen. Dan wordt het gewoon een veel prettigere periode. En heb je last van overgangsklachten? Dan stelt een Care For Women specialiste – die zelf ook altijd vrouw is en zowel vanuit de reguliere als complementaire geneeskunde is opgeleid– samen met de cliënte een behandelplan op. Omdat het effect van de behandeling door EviCare ook voor haar inzichtelijk is, houdt zijzelf de controle over haar klachten en behandeling en kan zij zelf meebepalen wat zij wil.”
Hartkloppingen
Van Heest legt uit dat er in de overgang zowel fysiek als ook mentaal veel verandert en dat dit kan leiden tot ongerustheid. Ze geeft een simpel voorbeeld: “We zien veel vrouwen met hartkloppingen in onze praktijk. Die zijn al bij de cardioloog geweest, maar daar is niks gevonden. Ze maken zich al maanden zorgen, slapen slecht en ervaren hierdoor veel stress. Als ze bij ons komen dan vragen we ze om eens bij te houden wanneer ze die hartkloppingen hebben. En weet je wanneer ze die blijken te hebben? Vlak na opvliegers.”
“En dat is best logisch”, vervolgt Van Heest, “want tijdens een opvlieger raakt je temperatuurcentrum ontregelt. Je krijgt het warm, je lichaam reageert hierop en gaat zorgen dat je die warmte kwijt kunt. Je hart gaat hierdoor harder pompen en dat resulteert dus in hartkloppingen. Als je weet dat je langzamerhand in de overgang komt en wat je dan te wachten kan staan, zoals bijvoorbeeld die hartkloppingen, dan ben je beter voorbereid en hoef je je minder zorgen te maken. Je kunt dan zelf al actie ondernemen.”
Geen aanstellerij
Van Heest vindt het kwalijk dat overgangsklachten bij vrouwen vaak nog niet serieus worden genomen en dat men het onzin vindt zich hiervoor te laten behandelen. “Als je één dag knallende hoofdpijn hebt, dan is het redelijk geaccepteerd dat je een pijnstiller neemt. Er zijn maar weinig mensen die dan zullen zeggen dat je je aanstelt. Maar bij overgangsklachten – die je dus gemiddeld gedurende zeven tot tien jaar lang kunt ervaren – wordt er vaak wél gezegd: valt allemaal wel mee, stel je niet aan, gaat vanzelf weer over. Dit terwijl we tijdens de overgang bijvoorbeeld ook nog moeten werken, een gezin moeten onderhouden en een sociaal leven hebben. En dan vinden we het gek dat vrouwen uitvallen…”
“Echt heel jammer want er is inmiddels heel veel aan die overgangsklachten te doen”, eindigt Van Heest. “We zien in onze praktijken dat 90 procent van de vrouwen in twee behandelingen al helemaal is opgeknapt. Overgangsklachten zijn anno 2022 echt niet meer nodig. Waarom zouden we dan zeven tot tien jaar met dit soort overgangsklachten blijven rondlopen?”