Dít zijn de meest gemaakte fouten tijdens het wandelen
Wandelen is hartstikke gezond, maar ook iets wat je soms doet zonder erbij na te denken. Gevolg? Je neemt tijdens het wandelen de verkeerde houding aan en die ‘fouten’ kunnen voor klachten zorgen.
We zetten de meest gemaakte fouten tijdens het wandelen op een rij.
1. Je kijkt naar beneden
Misschien is het je weleens opgevallen: tijdens het wandelen – en dan vooral op je dagelijkse route naar het werk of de supermarkt – kijk je vaak naar beneden. En, geef maar toe: in de meeste gevallen kijk je op je telefoon. Dat is niet alleen belastend voor je nek, maar ook voor je rug. Het zorgt uiteindelijk voor gespannen en vermoeide spieren. Probeer tijdens het wandelen wat minder vaak op je telefoon te kijken en te genieten van het uitzicht, want zo loop je meteen een stuk rechter.
2. Je zet je voeten te hard neer
Wandelen is goed voor je spieren, botten en gewrichten. Maar als je het te lomp doet, bijvoorbeeld door je voeten steeds hard neer te zetten, kan het juist veel druk geven op je bindweefsel en gewrichten. Wat je beter kunt doen, is ‘zachte’ stappen zetten door eerst op je hiel te landen en vervolgens naar je tenen te rollen.
3. Je passen zijn te groot
Grote stappen, snel thuis. Best handig als je haast hebt of naast iemand loopt die wat sneller is, maar echt gezond is het niet. In plaats van sneller lopen – wat een goede manier is om wandelen wat intenser te maken – maken veel mensen grotere stappen. En dat kan enorm belastend zijn voor de gewrichten in je enkels, knieën en heupen. Dus ook als je sneller loopt, blijven je passen ongeveer gelijk.
Lees ook:
Afvallen? Wandelen werkt uiteindelijk vaak beter dan hardlopen
4. Je tenen wijzen naar buiten
Nog een veel voorkomende fout tijdens het wandelen: je tenen wijzen naar buiten en je voeten staan niet op heupbreedte. Zo’n ‘brede’ stap kan de gewrichten meer belasten en uiteindelijk zorgen voor problemen. Uit onderzoek blijkt dat vooral mensen met overgewicht deze houding aannemen. Om problemen te voorkomen, kun je ervoor kiezen om wat langzamer te lopen of je bewuster te zijn van je pas.
5. Je let niet op je romp
Waarschijnlijk ben je er tijdens het wandelen niet zo mee bezig, maar ook de houding van je romp is belangrijk. Een sterke romp zorgt namelijk voor een betere houding en stabiliteit. Vergeet dus niet om je houding regelmatig in een winkelruit te checken. Rol je schouders naar achteren, houd je hoofd recht omhoog en span je buikspieren aan.
6. Je vergeet je armen te bewegen
Goed om te weten: uit onderzoek blijkt dat je langzamer loopt als je minder met je armen zwaait. En langzamer lopen, betekent minder uitdaging en minder calorieën verbranden. Je hoeft trouwens écht niet overdreven met je armen te zwaaien, dat mag gewoon op een natuurlijke manier.
Bron | The Healthy
Beeld | Getty Images