Dáárom kan een dagelijkse wandeling soms een vroegtijdige dood voorkomen
Je hoeft geen fanatieke sportieveling te zijn om de vruchten te plukken van lichaamsbeweging. Elke dag een korte wandeling maken blijkt volgens nieuw Brits onderzoek al genoeg. Het verkleint zelfs de kans op vroegtijdig overlijden. Hoe zit dat precies?
Goed nieuws voor als je niet zo sportief bent: een dagelijkse wandeling hoeft maar elf minuten te duren. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van the University of Cambridge. Een op de tien sterfgevallen kan voorkomen worden met een dagelijks ommetje. Dat is maar de helft van de aanbevolen wekelijkse hoeveelheid lichaamsbeweging die de GGD adviseert: 150 minuten per week, verspreid over meerdere dagen.
Waarom kan een dagelijkse wandeling een vroegtijdige dood voorkomen?
Het Britse onderzoek stelt dat in totaal 75 minuten per week stevig wandelen al voldoende is om het risico op beroertes, hartaandoeningen en een aantal vormen van kanker te verlagen. Omdat hart-en vaatziekten over de hele wereld de belangrijkste doodsoorzaak zijn, wordt de link gelegd met het voorkomen van een vroegtijdige dood. Kanker eist ook veel levens, maar nog niet zoveel als bijvoorbeeld hartaandoeningen en beroertes. Tijdens het onderzoek werd gekeken naar hoeveel je moet bewegen om een positief effect te hebben op chronische ziektes en vroegtijdig overlijden. De onderzoekers namen resultaten onder de loep van 196 artikelen waarbij in totaal meer dan 30 miljoen deelnemers werden geanalyseerd. Daaruit bleek dat twee op de drie deelnemers minder dan 150 minuten per week aan matige lichaamsbeweging deed. Minder dan eentiende was 300 minuten per week actief.
Zóveel lager wordt het risico om te overlijden
Het algemene gezondheidsadvies van 150 minuten lichaamsbeweging per week bleek nauwelijks extra voordelen te hebben ten opzichte van de wekelijkse 75 minuten als het gaat om minder snel chronisch ziek worden of vroeg komen te overlijden. Volgens het onderzoek loop je 23 procent minder risico om vroegtijdig te overlijden als je 75 minuten per week matig intensief beweegt. Het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten wordt hierdoor 17 procent minder. Als het gaat om kanker is dat 7 procent.
Iets doen is beter dan niets doen
Een van de onderzoekers, Dr. Soren Brage van de MRC Epidemiology Unit legt uit: “Als u iemand bent die het idee van 150 minuten matige lichamelijke activiteit per week een beetje ontmoedigend vindt, dan zijn onze bevindingen waarschijnlijk goed nieuws. Een beetje lichamelijke activiteit is beter dan niets doen. Dit is ook een goede uitgangspositie – als je merkt dat 75 minuten per week haalbaar is, dan zou je kunnen proberen dit geleidelijk op te voeren naar de volledige aanbevolen hoeveelheid.”
Mede-onderzoeker professor James Woodcock vult aan: “We weten dat fysieke activiteit, zoals wandelen of fietsen, goed voor je is. Vooral als je voelt dat het je hartslag verhoogt. Maar wat we hebben ontdekt, is dat er belangrijke voordelen zijn voor de gezondheid van het hart en het verminderen van uw risico op kanker, zelfs als u maar 10 minuten per dag kunt doen.”
