PREMIUM
Cardioloog over het vrouwenhart: ‘Door nieuwe kennis kunnen we nu vaker een diagnose stellen’
Er is steeds meer besef dat hartklachten bij vrouwen vaak een andere onderliggende oorzaak hebben dan de hartklachten bij mannen. Hierdoor kan er met de juiste metingen ook sneller een diagnose worden gesteld. Yolande Appelman, interventiecardioloog Amsterdam UMC en mede-auteur van het boek Het Vrouwenhart, vertelt ons meer over de recente ontwikkelingen.
“Vrouwen met klachten die lijken op pijn op de borst, kregen vijf jaar geleden in veel gevallen geen goede diagnose,” stelt Appelman. “Dat komt doordat cardiologen bij deze klachten op zoek gaan naar een vernauwing door slagaderverkalking in de kransslagaderen. Dit leidt tot onvoldoende doorbloeding en een zuurstoftekort, waardoor een gevoel van pijn op de borst kan ontstaan. Dit is het model van de mannelijke patiënt dat wij kennen als cardiologen,” legt ze uit. “Vrouwen werden vaak met klachten naar huis gestuurd, omdat er geen vernauwing werd gevonden en er dus geen diagnose gesteld kon worden. Nu is dat anders. We kunnen nu inmiddels wel een diagnose stellen.”
Vaatspasmes of disfunctioneren van kleine vaatjes
De afgelopen jaren is er meer kennis opgedaan over het vrouwenhart en daardoor is het duidelijk geworden dat het bij de klachten van vrouwen vaak niet om een vernauwing van de bloedvaten gaat, maar om vaatspasmes of het disfunctioneren van de kleine vaatjes. Appelman: “We kunnen nu op de hartkatheterisatiekamer aanvullende metingen doen om te achterhalen of iemand gevoelig is voor vaatspasmes of dysfunctie van de microvaatjes waardoor de klachten ontstaan. Deze technieken beheersten we vijf jaar geleden nog niet goed.”
Gezonde leefstijl
Daarnaast is preventie en leefstijl voor vrouwen een belangrijk punt. Appelman legt uit dat we van de klassieke risicofactoren al veel weten, maar dat er de afgelopen jaren wel nieuwe kennis is bijgekomen. “We wisten al dat roken slecht is voor zowel mannen als vrouwen. Maar met de kennis van nu weten we dat roken schadelijker is voor een vrouw dan voor een man. Hetzelfde geldt voor een hoge bloeddruk en suikerziekte. De boodschap is daarom om de klassieke risicofactoren nog serieuzer te nemen.”
Verder is er ook meer kennis over vrouwspecifieke risicofactoren. “Denk bijvoorbeeld aan zwangerschapshypertensie, oftewel een hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap en zwangerschapsdiabetes. Dit zijn belangrijke factoren die wel werden geconstateerd, maar waar vaak niks mee werd gedaan. Dit komt, omdat na een bevalling het suikergehalte of de bloeddruk zich vaak vanzelf weer herstelt. Hierdoor werd er eigenlijk niet meer op deze vrouwen gelet. We weten nu dat een hoge bloeddruk en een te hoog suikergehalte sterke invloed heeft op het ontwikkelen van een hoge bloeddruk, diabetes en van hart- en vaatziekten op latere leeftijd.”
Ook is er meer bekend over de risicofactoren in combinatie met de overgang. Appelman: “We zien dat bij vrouwen tijdens de overgang de bloeddruk, cholesterol en bloedsuikerwaarden gaan stijgen. Dat komt allemaal vooral door de hormoonverandering.”
Tips voor een gezonde leefstijl
Maar hoe kun je zorgen voor een goede leefstijl? Volgens Appelman is ‘je moet gezonder gaan leven’ een veelgebruikt advies door cardiologen, maar dat geeft vrouwen in principe geen handvatten. In de nieuwe herziene druk van het boek Het Vrouwenhart staan acht biologische - en leefstijlfactoren. Appelman: “Als deze acht factoren optimaal zijn geeft dit het hoogst aantal levensjaren zonder hart- en vaatziekten, hoogste levensverwachting en kwaliteit van leven. Deze factoren komen oorspronkelijk van de American Heart Association. En in ons boek worden praktische tips gegeven hoe je deze acht factoren kunt optimaliseren.” We zetten ze hieronder voor je op een rij.
- 1. Hoge bloeddruk
- 2. Verhoogd cholesterol
- 3. Verhoogde glucose
- 4. Verhoogd gewicht
- 5. Roken
- 6. Verkeerde voeding
- 7. Te weinig fysieke activiteit
- 8. Slaap (tekort of teveel)
Appelman heeft bij deze tips een belangrijke boodschap: “Ken je getallen. Veel vrouwen weten niet welke waarden normaal zijn voor bijvoorbeeld hun bloeddruk of bloedsuikerwaarde en al helemaal niet wanneer het afwijkend wordt. Zowel de vrouw zelf als de arts moet daarom weten hoe het is met haar bloeddruk, cholesterol en de bloedsuikerwaarde.”
Toekomstperspectief
Volgende stappen die nog gemaakt moeten worden, zijn onder andere de uitvoering van studies. Appelman:“Er wordt nog onvoldoende aandacht besteed aan de inclusie van vrouwen in onderzoeken. Je leest nog steeds resultaten waarin wordt gezegd dat er bij een bepaald aantal patiënten iets gebeurt, maar hierin wordt niet het percentage van vrouwen genoemd, of het verschil in percentages tussen mannen en vrouwen.” Verder is volgens Appelman de implementatie van kennis onvoldoende. “De informatie is vaak niet goed te vinden. Vandaar dat we dit boek ook hebben uitgebracht. Vaak duurt het ook jaren voordat kennis uit boeken wordt gehaald en dat er vervolgens weer nieuwe informatie inkomt. Dat moet echt veel sneller.”
Als laatste zijn er op het gebied van de behandelingen ook nog verbeteringen te behalen. Appelman: “We zitten nu in de fase dat we een diagnose kunnen stellen. Dat is een enorme eerste stap. Maar we hebben nog niet altijd de goede behandeling. Een deel van de vrouwen kunnen we behandelen met de bestaande kennis, maar bij een aantal vrouwen weten we de behandeling op dit moment nog niet. En dat is zorgwekkend, want deze vrouwen zijn hierdoor echt geïnvalideerd en kunnen vaak niet meer werken door hun klachten. Dus daar hebben we zeker nog een grote slag te maken.”