Gezondheid
7 veelgehoorde fabels over de overgang (en waarom ze niet kloppen)
Het begint rond je vijftigste, je hebt altijd last van opvliegers en je kunt er niets aan doen: zomaar wat gedachten die je waarschijnlijk hebt over de overgang. Helaas bestaan er nog een hoop misvattingen. Daarom: de meest voorkomende fabels (en feiten) over de overgang.
Veelgehoorde fabels over de overgang
We bespreken ze met Catherine van Heest, oprichter van Care For Women: een organisatie die vrouwen helpt bij de overgang, menstruatieklachten, zwangerschap en anticonceptie.
1. De overgang begint na je vijftigste
“Dat klopt niet. De overgang is de periode van de premenopauze tot de postmenopauze en duurt gemiddeld zeven tot tien jaar. De menopauze is eigenlijk niets anders dan je laatste menstruatie, die meestal tussen je 51ste en 52ste plaatsvindt. Maar je hormonale stelsel verandert al wat eerder, gemiddeld als je 45 bent. Dan beginnen de eerste overgangsklachten, zoals stemmingswisselingen, pijn aan je kleine gewrichten en slecht slapen. Die klachten worden niet altijd herkend als het begin van de overgang, omdat het klachten zijn die ook bij stress of andere indicaties kunnen horen.”
2. De klachten stoppen na de overgang
“Meestal wel, maar het kan ook aanhouden. Bij Care For Women zien we vrouwen van tachtig die nog opvliegers hebben. Een voorbeeld: vrouwen die vroeger de prikpil hebben gehad - een groep die steeds kleiner wordt - kunnen soms vijftien tot twintig jaar na de overgang nog last hebben van overgangsverschijnselen. Maar de vraag is: hebben die klachten nog met de overgang te maken? Eigenlijk moeten we overgangsklachten ook ‘hormonale klachten’ noemen. Hormonale veranderingen zoals PMS (Premenstrueel syndroom), zwangerschap, puberteit, de overgang, zijn allemaal situaties in het vrouwenlichaam die de hormoonbalans verstoren en invloed hebben op je lichaam waardoor je gelukshormoon (serotonine) of het slaap- en warmtecentrum ontregeld kunnen raken. De klachten zijn eigenlijk identiek. Als je gevoelig bent voor veranderende hormonen zul je merken dat stress ook invloed kan hebben op je hormoonhuishouding. Kortom: de klachten kunnen aanhouden, maar het is niet altijd duidelijk of het dan nog door de overgang komt.”
3. Je zit in de overgang als je een paar keer niet ongesteld bent geworden
“We spreken van de menopauze als je een jaar lang niet meer ongesteld bent geworden. Dat weet je dus pas achteraf. Het kan namelijk best zijn dat je drie maanden niet menstrueert en dan toch weer ongesteld wordt."
4. Tijdens je overgang heb je geen menstruatiekrampen meer
“Dat is absoluut niet waar. Je kunt tijdens de overgang gewoon last hebben van PMS-achtige klachten, zoals bloedverlies, buikkramp en lage rugpijn. In de beginperiode vloei je eerst vaker en heftiger, maar daarna neemt die frequentie en heftigheid af. Over het algemeen geldt: als je voorbij de menopauze bent, verdwijnen de menstruatieklachten.”
5. Je kunt geen anticonceptiepil gebruiken tijdens je overgang
“Een anticonceptiepil kan helpen tegen bovenstaande klachten, maar ik ben daar altijd duidelijk over: anticonceptie is voor anticonceptie. Als je dat niet meer nodig hebt, bijvoorbeeld omdat je partner gesteriliseerd is, ben ik een voorstander van andere behandelingen, zoals hormonale substitutietherapie of plantaardige hormonen (fyto-oestrogenen). Misschien heb je maar twee of drie maanden last van PMS-achtige klachten voordat je de menopauze in gaat. Dan is het zonde om voor zo’n korte periode aan de anticonceptiepil te beginnen.”
6. Opvliegers tijdens de overgang komen het meeste voor
“Opvliegers zijn het makkelijkst te herkennen, maar dat betekent niet per se dat ze het meest voorkomen. Er zijn ook vrouwen die geen opvliegers hebben. Andere veelvoorkomende klachten zijn slecht slapen, gewrichtsklachten en stemmingswisselingen. Zeker dat laatste is iets wat vrouwen vaak heel vervelend vinden. Het is eigenlijk heel logisch dat opvliegers vaak genoemd worden, omdat dit een klacht is waarvan je zéker weet dat het door de overgang komt. Bij stemmingswisselingen kun je ook denken: ik heb gewoon een slechte week.”
7. Vrouwen moeten de klachten maar gewoon accepteren
“Nee, dat vind ik belachelijk. Vrouwen hebben een zwaar takenpakket op hun bord: ze werken, beheren de sociale agenda en zorgen voor de kinderen en hun ouders. Dan moeten we maar accepteren dat we ons zeven tot tien jaar vreselijk voelen, terwijl er gewoon oplossingen zijn? Als een soort ultieme test dat we krachtige en sterke vrouwen zijn. Dat zijn we ook, maar dat hoeven we niet op deze manier te bewijzen. Fysiek verandert je lichaam zeer ingrijpend tijdens de overgang, dus het is logisch dat je daardoor klachten ervaart. Gelukkig kunnen we die oplossen. Vrouwen komen gemiddeld twee tot drie keer bij een Care For Women-specialiste. Afhankelijk van de klachten - en dat zijn ongeveer 150 verschillende in totaal - maken we een puzzel om het op te lossen. 97 procent heeft daarna geen klachten meer en is een stuk gelukkiger. Bovendien kun je zonder verwijzing een afspraak maken en wordt het vaak door je zorgverzekeraar vergoed. Dan is het toch zonde om met klachten te blijven rondlopen en geen actie te ondernemen?”