7 manieren waarop we anderen onbewust met de griep besmetten

1. Door met ze te praten

Griep-en verkoudheidsvirussen zitten in druppeltjes snot, slijm en speeksel. Heb je een virus opgelopen, wat je in het geval van griep niet direct voelt, dan kun je anderen dus aansteken door gewoon met ze te praten. Vooral als je dat per ongeluk met de spreekwoordelijke consumptie doet. Het besmettingsrisico is groot in ruimtes waar mensen dicht bij elkaar zitten en waar slecht wordt geventileerd, zoals in de bus of de trein. Kun je nagaan wat het effect kan zijn van een gezellig gesprekje tijdens de spits...

2. Door te niezen of te hoesten

Hierbij stoot je met een enorme snelheid heel veel minuscule snot- en speekseldeeltjes door de lucht. Voel je een nies- of hoestprikkel opkomen? Houd dan een hand- of zakdoek voor je mond, zo verklein je het risico dat je anderen met een mogelijk virus opzadelt. Maar let op, ook daarná kun je nog anderen besmetten.

3. Door daarna níét je handen te wassen

Smeer je in de haast je handen af aan je broekzak en ga je over tot de orde van de dag? Dan kunnen de achtergebleven virusdeeltjes op je handen zich alsnog verspreiden via deurklinken, liftknopjes, koffieautomaten en alle andere dingen die je daarna aanraakt. Wetenschappers denken dat ongewassen handen tachtig procent van alle infecties, zoals griep, veroorzaken. Tachtig procent! Vaak je handen wassen helpt dus, bij voorkeur met vloeibare zeep. Op een zeepblok blijven namelijk vaak nog bacteriën achter. Antibacteriële zeep is niet nodig.

4. Door snél je handen te wassen

Goed handen wassen vergt wel de nodige techniek. Zo zijn er minstens twintig seconden nodig om de meeste ziekteverwekkers van je handen te spoelen. Even volhouden dus.

5. Door zakdoekjes meerdere malen te gebruiken

Gooi je zakdoekjes pas weg (of in de wasmachine) als ze doorweekt zijn? Misschien beter voor het milieu, maar niet voor jezelf (en voor ons ook niet, trouwens). Gebruikte zakdoekjes besmetten elke keer opnieuw je handen als je ze aanraakt. Gebruik daarom bij voorkeur papieren zakdoekjes en gooi ze na één keer snuiten, niezen of hoesten in de prullenbak.

6. Door de koelkastdeur niet schoon te maken

Ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen kunnen in vuil en stof gaan zitten. Zo kan het superbesmettelijke norovirus, dat buikgriep veroorzaakt, tot wel drie weken in ontlastingsresten in het toilet blijven leven. Ieuw! Ook deurknoppen, de afstandsbediening en de handgreep van de koelkast en magnetron zijn beruchte broedplaatsen van ziektemakers. Regelmatig schoonmaken dus, met een sopje van allesreiniger en lauwwarm water. Voorál als iemand in huis ziek is of net ziek is geweest. Wat je nog meer moet poetsen? Door deze 10 voorwerpen in huis heb je zo de griep te pakken.

7. Door met je ramen dicht te slapen (zonder verdere ventilatie)

Door te ventileren neemt de concentratie bacteriën en virussen in de lucht af. Voor de duidelijkheid: ventileren is niet hetzelfde als luchten. Bij luchten zet je een raam open en wordt in één keer de lucht ververst. Dit effect werkt echter maar tijdelijk, schrijft PlusOnline. Bij ventilatie wordt de lucht in huis 24 uur per dag ververst. Laat daarom altijd alle ventilatieroosters iets open. Nieuwere woningen hebben vaak mechanische ventilatie. Heeft je huis geen van beide? Zet dan het raam op een kier met een anti-inbraakstang of -slot. Volgens PlusOnline hoef je niet bang te zijn voor een hogere energierekening: in een goed geventileerde woning is de lucht iets droger, en het kost minder energie om droge lucht te verwarmen dan vochtige lucht.

Met griep al besmettelijk vóórdat je je ziek voelt

Besmetting van jezelf of anderen is helaas nooit helemaal te voorkomen. Met griep ben je namelijk al besmettelijk op de dag vóórdat je je ziek begint te voelen (met een verkoudheid vanaf het moment dat de klachten ontstaan). Door bovenstaande adviezen op te volgen, verklein je echter wel de kans om zelf ziek te worden of anderen te besmetten.

Bronnen | RIVM, PlusOnline

Foto | iStock