PREMIUM
Dat je niet meer kunt aankomen met ‘onwijs gaaf’ snap ik. Maar deze variant van ‘leuk’ kende ik nog niet
Dat ‘jongeren’ ander taalgebruik hebben dan zij, begrijpt Fabienne. Maar steeds vaker realiseert ze zich dat er toch echt sprake is van een generatiekloof. En die kloof is vrij diep...
“We hadden dit weekend een zieke vogel in de tuin,” vertelt een jonge collega als we samen bij de koffieautomaat staan voor onze dagelijks portie cafeïne. Ze laat me een foto zien van een Vlaamse gaai. “Mooie kleuren had-ie. Hij was er maar heel even en toen vloog-ie weg.”
“Joh,” reageer ik belangstellend. Ik tuur naar de foto, maar zie eigenlijk niks bijzonders aan de vogel. De gaai zit op een tuintafel, hij ziet er in mijn ogen heel normaal en gezond uit. De radertjes in mijn hoofd draaien op volle toeren. Dus ik vraag het haar toch: “Maar hoe weet je nou dat-ie ziek was?”
Ze kijkt me verbijsterd aan en begint keihard te lachen.
“Ziek als in ‘mooi’,’’ legt ze me uit en schiet weer in de lach. Uiteindelijk loopt ze weg, en ik hoor haar lach nog lang nabulderen.
Het nieuwe leuk
Dat je tegenwoordig niet meer kunt aankomen met ‘onwijs gaaf’, ‘te gek’ of ‘super’ snap ik. En ‘chill’ en ‘nice’ ken ik inmiddels als bijvoeglijk naamwoorden, maar deze variant van ‘leuk’ of ‘mooi’ was nog niet aanbeland. Ik voel de generatiekloof gapen.
Sowieso valt me de laatste tijd op dat ‘de jongere generatie’ (en dan heb ik het over twintigers en dertigers) totaal anders praat dan vijftigers en zestigers van nu. Bijvoorbeeld: om de haverklap wordt er een Engels woord in een zin gepropt.
“Heb je siblings?” -> of je broers of zussen hebt.
“Ze heeft geen consent gegeven.” -> wat is er mis met het woord ‘toestemming’?
“Ze zet de cake voor vijf minuten in de oven.” -> hoezo ‘voor’ vijf minuten?
“Wat zijn je learnings?”-> waarom vraag je niet gewoon wat iemand heeft geleerd van de situatie?
Oppassen
Ik wil best meegaan met de tijd, maar deze zinnen kan ik écht niet uit mijn mond krijgen. Het is ergeren tegen de bierkaai. Want het is een kwestie van tijd en dit taalgebruik is volledig geaccepteerd. En dan moet ik uitkijken dat ik niet steeds aan het corrigeren sla en zo iemand word die zich de hele tijd doodergert.
Ik herinner me mijn oma, die mij tot mijn grote irritatie vroeger consequent aan het verbeteren was als ik een in haar ogen niet correcte zin uitsprak. Ik vond het ZO ouderwets! Zo wil ik niet worden. Ik heb daar haat op. Misschien is het dus toch een kwestie van swallowen van de hot potatoe...
Ook een ‘Geen 18 meer'-momentje? Stuur ons je reactie via margriet.nl/reageer.