6x de meest gemaakte fouten bij het bakken van koekjes
Er is maar weinig leuker dan een middag in de keuken doorbrengen en lekker te bakken! Maar toch komen koekjes (zélfs bij de beste bakkers) soms net wat anders uit de oven dan je had verwacht. En dat terwijl je denkt alles helemaal goed gedaan te hebben. Kleine foutjes die je maakt bij het bereiden van de koekjes, kunnen namelijk een groot verschil maken.
We leggen je uit welke kleine foutjes dat zijn, zodat het nooit meer mis kan gaan als je koekjes bakt.
1. Alle ingrediënten in één keer mixen
Wanneer je alle voorbereidingen hebt getroffen om koekjes te gaan maken, staat er negen van de tien keer op het recept dat je alles samen moet voegen om het vervolgens te gaan mixen. Wat ook logisch lijkt, want je moet er tenslotte één beslag van maken, toch? Dit klopt, alleen is het belangrijk dat je eerst alle ‘natte’ ingrediënten mixt. Denk aan boter, melk en eieren. Vervolgens voeg je daar de droge ingrediënten aan toe, waarbij het belangrijk is dat het bloem goed wordt opgenomen in het deeg. Goed blijven mixen dus!
2. Oud bakpoeder gebruiken
Waarschijnlijk staan de meeste mensen hier niet bij stil, maar wist je dat bakpoeder een houdbaarheidsdatum heeft? Dit is van groot belang wanneer je koekjes gaat bakken. Wanneer je bakpoeder langer dan een half jaar in de kast staat, begint het zijn kracht te verliezen. Hierdoor zullen de koekjes in de oven niet goed gaan rijzen en heel chewy. Gebruik daarom altijd vers bakpoeder!
3. Deeg niet laten koelen
Het geheim van een knapperig koekje van buiten en een lekker zacht koekje van binnen? Laat je deeg 24 uur in de koelkast liggen voor het bakken! Mensen die soms het geduld niet kunnen bewaren in de keuken, slaan deze stap vaak over. Toch is het koelen van deeg van groot belang om het gewenste resultaat te krijgen. Alle ingrediënten kunnen zich goed mengen, waardoor je de beste smaak aan je koekje krijgt. Ook is het belangrijk voor de vorm van je koekje. Wanneer je het deeg niet koelt, bestaat de kans dat het gaat uitlopen in de oven en dat is nou net niet de bedoeling.
4. Alle koekjes op de bakplaat
Zoveel mogelijk koekjes op een bakplaat leggen, het klinkt praktisch en scheelt tijd, maar toch is het niet verstandig om het op die manier te doen. Als de bakplaat te vol ligt, gaan de koekjes aan elkaar plakken waardoor het niet de juiste vorm krijgt. Daarbij komt dat de warmte verspreid moet worden en met te veel koekjes worden ze juist platter en dat wil je natuurlijk niet.
5. De oven vaak openen
Een paar keer de oven om te doen om te kijken of de koekjes al klaar zijn, dat herkennen we allemaal. Toch kun je dit beter doen met de oven dicht, want telkens wanneer je de oven opent, komt er warme lucht uit. Dit kan het proces van de koekjes beïnvloeden. Geduld is een schone zaak.
6. De bakplaat terug in de oven
Wanneer je koekjes gebakken zijn en ze uit de oven komen, kan het zijn dat je iets opvalt: ze zien er zacht uit. Je krijgt dan al snel het gevoel dat je ze terug de oven in moet doen om het goede resultaat te krijgen, namelijk een lekker knapperig koekje. Toch moet je dit niet doen. Als je alle stappen op het recept hebt gevolgd, moet je vertrouwen op jezelf.
Ben je toch niet zeker van je zaak? Kijk dan of de randjes van de koekjes goudbruin zijn. Is dit het geval? Dan is er niks aan de hand en kun je lekker gaan genieten van je koekjes. Eet smakelijk!
Bron | vriendin.nl, ambiance.be
